In de praatstoel met Monique Swinnen
Met de installatie van de nieuwe provincieraad in december kwam er ook einde aan het mandaat van Monique Swinnen, die jaren actief was als provincieraadslid en gedeputeerde voor Land- en Tuinbouw in Vlaams-Brabant.
We zoeken Monique op in Wijgmaal voor een gesprek en blikken samen met haar terug op heel wat jaren enthousiasme en engagement.
Dag Monique, nu de nieuwe bestuursploeg in de provincie van start is gegaan, komt er einde aan jouw provinciaal mandaat.Hoe blik je terug op de voorbije periode?
“De provincie was voor een mij een heel aangename kennismaking met het politieke niveau omdat je voor een ruimere regio iets kon betekenen. Ik ben gestart toen de provincie nog de unitaire provincie Brabant was, met Waals-Brabant en Brussel erbij. Toen was het nog een provincie die weinig naar buiten trad. De taalverschillen en de verschillen in cultuur maakten het geen eenvoudig beleidsniveau.
Wanneer Vlaams-Brabant is ontstaan kwam er een duidelijkere structuur en was er ook meer betrokkenheid van de provincieraadsleden bij het provinciale beleid door de oprichting van allerhande commissies. Ook de banden met de gemeenten werden nauwer aangehaald waardoor het een modern bestuursapparaat werd en dat is het vandaag nog steeds.”
In de meest verstedelijke Vlaamse provincie is ruimte, en zeker open ruimte, kwetsbaar. Hoe kan de provincie voldoende ruimte voor landbouw verzekeren?
“Vlaams-Brabant is niet alleen de jongste provincie maar ook een van de moeilijkste met Brussel in het midden en een grote mobiliteitsknoop. De druk vanuit Brussel is groot, zeker op onze ruimte. De beschikbaarheid van grond is daarom ook een van de grootste uitdagingen voor de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouwsector. Het beleid moet dan ook resoluut inzetten op het behoud van land- en tuinbouw in onze provincie én het behoud van een eigen voedselproductie. We hebben veel vruchtbare gronden en de consument is heel nabij. Het zou een kapitale fout zijn om niet in te zetten op eigen voedselproductie, zeker als je ziet wat er momenteel allemaal in de wereld gebeurt. Daarnaast geeft de sector ook vorm aan de prachtige gevarieerde landschappen in onze provincie. Ook dat is een reden om de sector te koesteren.”
Hoe kan de provincie het verschil maken voor onze land- en tuinbouwers?
“Toen ik gedeputeerde was, had ik het geluk om verschillende bevoegdheden te hebben die belangrijk waren voor land- en tuinbouw: land- en tuinbouw zelf, waterlopen, toerisme, korte keten en Straffe Streek, platteland, Europa en de Leader-werking ... En dat is fijn omdat zo initiatieven versterkend kunnen werken voor de landelijke regio’s. Vijftien jaar geleden zijn we begonnen met erosie aan te pakken in onze provincie en daar ben ik fier op dat we dit in goede verstandhouding hebben kunnen doen met de land- en tuinbouwers. Ook hebben we als provincie steeds ingezet op bodemkennis via diverse projecten en proefvelden, want een goede bodem is goud waard. Inzetten op overleg en op praktijkonderzoek, via onze praktijkcentra, is de beste manier om innovaties te implementeren.
En die betrokkenheid van de land- en tuinbouwers bij het beleid zien we ook in de provinciale landbouwkamer, waar land- en tuinbouwers vanuit de hele provincie vertegenwoordigd zijn.
Daarnaast ben ik ook trots op heel wat provinciale initiatieven zoals Boeren Met Klasse, onze werking rond korte keten, de witloofbox, de ondersteuning van Groene Zorg … en zo kan ik nog wel even doorgaan.”
Sommigen stellen het provinciale bestuursniveau in vraag: hoe kijkt u hiernaar?
“Een provinciebestuur staat heel dichtbij haar inwoners, veel dichter dan Vlaanderen. Een provincie kan veel meer op maat werken. Vlaanderen maakt regels, maar als je verandering wil op het terrein, moet je dat samen met de mensen doen en dat is wat een provincie kan, al dan niet samen met de gemeentebesturen. We zien dat ook in onze Leader-gebieden, waar die bottom-upwerking al heel wat mooie resultaten heeft opgeleverd. Een provincie kan ook de zaken overkoepelend aanpakken waar het gemeentelijk niveau te klein voor is, zoals bijvoorbeeld de aanpak van de Aziatische hoornaar of bacterievuur. Ook onze werking rond Straffe Streek is daar een mooi voorbeeld van.”
Wat mogen we je wensen voor de toekomst?
“Nog veel kunnen wandelen en fietsen doorheen onze mooie provincie en genieten van al die prachtige landschappen. Dat zal ik zeker doen.”

Volg de droogtetoestand
Tijdelijke captatieverboden
Bij waterschaarste is er nood aan een solide waterbeleid, maar landbouwers moeten toegang hebben tot voldoende water.
Tractorcontroles: zo ben je in orde
Naar aanleiding van een aantal tractorcontroles door de verkeerspolitie brengen we enkele aandachtspunten in kaart.

Telers voorzien van onafhankelijk advies
TelersAdviesCOöperatie TACO zorgt ondertussen al meer dan 15 jaar voor betrouwbare, individuele begeleiding en ondersteuning. Zonder commerciële belangen, maar wel op maat van de teler en het veld.
PAS-referentietool operationeel
Achter de schermen probeert Boerenbond, in samenwerking met onder andere SBB, zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de werking van de tool zodat we jullie correct kunnen informeren en bijstaan.
Jef Malfliet is nieuwe voorzitter van KLJ

Voortschrijdend inzicht
Boeren moeten te allen tijde prioritair toegang blijven hebben tot voldoende water.
Geef je reactie op MAP7
+ Hulpdocument
Tot en met 16 mei loopt er een openbaar onderzoek over MAP 7 en het milieueffectenrapport (MER) van dit plan. Heb je nog een reactie? Stuur ze in.

Van strikt beschermd naar beschermd
Verwachte impact in Vlaanderen is beperkt
Preventieve maatregelen tegen wolven blijven belangrijk. Boerenbond verwacht dat het protocol realistischer wordt bekeken.

Grachtenkaart op de lange baan geschoven
De grachtenkaart op basis van artificiële intelligentie heeft een nieuwe einddatum voor lokale besturen: 30 november 2029.