“We hopen nieuwe jonge instromers in de sector te krijgen”
De vzw House of Agroecology mocht onlangs twee kaarsjes uitblazen. De organisatie bestaat uit verschillende commissies van leden waaronder meer dan 35 boerderijen, spelers uit de retail en de verwerking, maar ook partner- en vakorganisaties zoals Boerenbond. De hoofddoelstelling is om de transitie naar agro-ecologisch werken in heel België te versnellen.
Tegen 2030 wil House of Agroecology dat één op de drie landbouwers de eerste stappen zet in het werken met natuurlijke processen. Mede-oprichter en manager van de vzw, Emilie de Morteuil, geeft extra achtergrond en duiding.
Hoe is House of Agroecology ontstaan?
“Enkele jaren geleden viel het mezelf en mijn twee medeoprichters op dat er langs de kant van de retail en de verwerkende industrie meer en meer interesse kwam naar agro-ecologisch werken. Ze hadden op dat moment geen idee wie de spelers waren en hoe ze de transitie mee zouden kunnen ondersteunen. Ik legde contacten met landbouwers, kleine vzw’s en niche-organisaties die daar al mee bezig waren, maar die zelf geen tijd en ruimte hadden om de brug te maken naar de industrie. In die open ruimte tussen de twee kanten van de keten hebben wij het House of Agroecology opgericht om contact te kunnen leggen tussen landbouwers, vakorganisaties, experten, verwerkers en retailers. Op die manier kunnen we met gebundelde krachten een grotere impact verwezenlijken.”
Je hebt ondertussen ook Vlaanderen en Wallonië dichter bij elkaar gebracht.
“Op het vlak van onderzoekcentra klopt dat wel ja (lacht). Ik kom zelf uit Wallonië en werk al lang voor Vlaamse bedrijven. Hierdoor kwam ik meerdere keren tot de vaststelling dat bijvoorbeeld ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) in Vlaanderen en het CRA-W (Centre wallon de Recherche Agronomiques) in Wallonië met dezelfde variëteiten werkten en met dezelfde praktijken of projecten bezig waren. Zonder dat ze dat van elkaar wisten. Aangezien wij met het House of Agrocology op nationaal niveau werken, hebben we ook op dat vlak de link kunnen maken tussen beide kanten en zo de ervaringen kunnen bundelen.”
Jullie staan ook in contact met Frankrijk?
“Dat klopt, daar kwam onze oorspronkelijke inspiratie zelfs vandaan. De vzw PAdV (Pour une Agriculture du Vivant) is zo’n zeven jaar geleden opgestart en heeft dezelfde missie. We onderhouden goede contacten, leren veel bij van elkaar en brengen dus hun ervaringen in Frankrijk op die manier mee naar onze organisatie in België.”
Hoe ziet jullie ledenstructuur eruit?
“Onze leden worden ingedeeld in vier verschillende commissies. Op de eerste plaats hebben we de producenten, waar we zowel individuele landbouwers als vakorganisaties terugvinden. De tweede commissie betreft de verwerkingsindustrie waaronder coöperaties, handelaars en opslagorganisaties vallen. Als derde komen we bij retailers en cateraars waaronder ook distributeurs. We sluiten de vier commissies tot slot af met de partnerorganisaties en experten, waar zowel zelfstandige experten, als ook research- en pilootcentra onder vallen. Elk van die commissies krijgt twee plaatsen om iemand af te vaardigen in de raad van bestuur. Behalve de commissie van de producenten, zij krijgen er vier omdat die onderverdeeld worden in twee voor zelfstandige landbouwers en twee voor vakorganisaties. Daarvan wordt momenteel één plaats ingevuld door Guy Vandepoel van Boerenbond.”
Zijn alle plaatsen voor afgevaardigden volledig ingevuld?
“Momenteel werden door de algemene vergadering vijf plaatsen ingevuld met afgevaardigden, maar op de volgende algemene vergadering zullen normaal op één na alle plaatsen in de raad van bestuur worden ingevuld. Dit geheel wordt nog aangevuld met vier zelfstandige experten die er al van in het begin bij zijn.
Naast deze commissies is er ook nog een wetenschappelijk comité dat wetenschappelijk advies geeft en enkele keren per jaar samenkomt. Eind dit jaar of begin volgend jaar zouden we graag nog een vijfde extra commissie kunnen toevoegen waarin burgers en consumenten hun mening en advies kunnen geven. Daaruit hoeft niet meteen iemand afgevaardigd worden naar de raad van bestuur, maar op die manier zou deze belangrijke speler in de keten ook zijn stem kunnen laten horen.”
Welke van de 13 principes van agro-ecologie zijn volgens jou belangrijkst voor landbouwers zelf?
“De zeven eerste principes zijn meer op niveau van bedrijf en landschap, terwijl de andere zes over territorium, economie en systemen gaan. Onder die eerste zeven principes vinden we onder andere bodembeheer, diergezondheid, biodiversiteit, circulariteit en verlagen van inputs. Dat zijn de meest meetbare principes die ook in onze RI-tool (Regeneratie Index) opgenomen zijn. Die tool analyseert in welke mate je bedrijf vandaag al volgens agro-ecologische principes werkt. Op basis van de antwoorden op de vragen in de tool komen we tot een rapport en verbeteringsplan waar de landbouwer zelf mee aan de slag kan. Elke landbouwer kan onze tool gratis invullen en gebruiken.
De andere economische aspecten zijn voor landbouwers ook wel belangrijk toch?
“Ze zijn uiteindelijk allemaal belangrijk. De economische principes lopen parallel met de tool. We houden gesprekken en discussies met spelers uit de industrie om te kijken hoe we de transitie kunnen financieren. Er zijn momenteel verschillende research- en cateringprojecten waarin we samen met landbouwers en de industrie op zoek gaan naar oplossingen. Dat kan gaan over een premie per ton of per hectare, een combinatie van de twee of het aangaan van een soort verzekering.”
Zie je de laatste jaren meer landbouwers aan de slag gaan met natuurlijke processen?
“Er zijn veel landbouwers die al meerdere jaren regeneratief werken en die daar ondertussen een echte vooruitgang in boeken. Dat gaat over niet-kerende bodembewerking, werken met extra bodembedekking, toevoegen van kwalitatieve compost en meermaals bodemstalen nemen om te kunnen bijsturen waar nodig. Al deze praktijken hebben wij als kenniscentrum gebundeld in onze BVT-vorming (Boer van de Toekomst) die we in samenwerking met vzw Agrosymbio aanbieden als zesdaagse training gespreid over drie maanden. Dit vindt telkens plaats op zes verschillende boerderijen. We merken dat de deelnemers heel enthousiast zijn over de opleiding. Zeker als het gaat over uitgebreide en gedetailleerde bodemanalyses, die de eerste stap zijn in een daadwerkelijke ommekeer richting natuur-inclusieve landbouw.”
Sam Magnus:
“Je ziet de bodem veranderen”
Sam Magnus heeft samen met zijn ouders en zus een witloofbedrijf in het Vlaams-Brabantse Merchtem. Zijn vader was al langer bezig om met compost en organische stof zo veel mogelijk leven in de bodem te krijgen, maar sinds een jaar of tien is hij gestart met niet-kerende bodembewerking. “Zo’n vijf jaar geleden zijn we zelfs volledig gestopt met ploegen, al gaat het natuurlijk verder dan dat. Het is de combinatie van verschillende praktijken die uiteindelijk het verschil maakt. Niet-kerend werken, organisch materiaal gebruiken, groenbedekkers inzaaien en mengsels daarvan houden, zo veel mogelijk stalmest gebruiken en zo weinig mogelijk kunstmest en pesticiden. De eerste jaren is dat vanzelfsprekend wat zoeken en maak je wel eens fouten, maar na enkele jaren zie je ongelooflijke dingen gebeuren met je bodem. Waar veel mensen oorspronkelijk beweerden dat het onmogelijk was of dat het toch meer dan een generatie zou duren, zien we nu al dat het koolstofgehalte in onze bodem bijna 0,4% gestegen is.”
Zie je de winst voor de landbouwer vooral op lange termijn?
“Op lange termijn zit natuurlijk de grootste winst, maar er zijn op korte termijn ook verschillende voordelen. Op vlak van financiering zien we bijvoorbeeld dat veel landbouwers die onze IR-tool gebruiken op dat moment al voldoen aan de minimale eisen om in aanmerking te komen voor een extra premie via de industrie. Je kan tegenwoordig via de kmo-portefeuille ook opleidingscheques ontvangen en daarnaast zijn we in verschillende projecten, waaronder een samen met Boerennatuur Vlaanderen, op zoek naar extra uitbetalingen door banken of verzekeringen voor eco-systemische diensten. Als je naar de winst op lange termijn kijkt, zit die voor de landbouwer natuurlijk in de veerkracht die gerealiseerd wordt door een ecosysteem te kunnen laten terugkeren naar zijn oorspronkelijke staat. Het valt op dat landbouwers die al meerdere jaren agro-ecologisch werken de voorbije jaren veel beter gewapend waren tegen de steeds extremer wordende weersomstandigheden en dus ook de voorbije jaren geen probleem hadden om hun rendement te behalen.
Landbouwers die al meerdere jaren agro-ecologisch werken, zijn beter bewapend tegen extreme weersomstandigheden.
Wat hoop je persoonlijk voor de toekomst?
“Mijn grote hoop is natuurlijk dat agro-ecologisch werken door de industrie erkend en gevaloriseerd wordt. Daarnaast vind ik het persoonlijk heel belangrijk dat agro-ecologie een basisonderdeel van elke opleiding in het landbouwonderwijs wordt. Zo krijgen studenten een beter zicht op wat ze met hun boerderij kunnen bereiken. We weten dat in de komende tien jaar de helft van onze landbouwers met pensioen gaat zonder opvolging en ik geloof er sterk in dat we op die manier kunnen zorgen voor een verhoogde instroom van nieuwe jonge mensen in de landbouwsector. Het is voor onze organisatie dus belangrijk om op twee vlakken te focussen. Enerzijds de huidige landbouwers zoveel mogelijke de transitie laten opstarten, zodat nieuwe jonge mensen sneller interesse zullen hebben om hun duurzamere en robuustere boerderij over te nemen. Mijn ultieme droom zou zijn dat alle studenten, of ze nu een landbouwopleiding volgen of niet, tijdens hun studies minstens één week meelopen op een landbouwbedrijf. Dat zou op heel veel verschillende vlakken een fantastisch grote impact kunnen hebben.”
Stijn De Wulf:
“Terugkeren naar de basis”
Stijn De Wulf heeft een melkvee- en akkerbouwbedrijf in Ledegem (West-Vlaanderen). Hij nam een vijftal jaar geleden via Inagro deel aan een project rond bodemkwaliteit. “Door dat project begon ik mijn manier van werken in vraag te stellen. Ik wil terugkeren naar de basis en naar de zaken die de natuur uit zichzelf goed doet. Ik ben ervan overtuigd dat door opnieuw meer met de kracht van de natuur aan de slag te gaan, we op een doordachte manier onze inspanningen en kosten op lange termijn beter kunnen laten renderen. Ik ben nog geen lid van een Boerenbondstructuur, maar zou wel interesse hebben om een nieuwe groep te starten met mensen die mijn visie rond agro-ecologische landbouw delen.”
Agro-ecologie nieuwe opleiding Hogent
Hogent introduceert vanaf academiejaar 2025-2026 als enige Vlaamse hogeschool het nieuwe uitstroomprofiel ‘agro-ecologie’ in de bacheloropleiding agro- en biotechnologie. “Dit nieuwe uitstroomprofiel komt als antwoord op de groeiende vraag vanuit het werkveld. Heel wat jonge landbouwers zoeken naar een specialistische opleiding, zodat ze kunnen inspelen op de veranderende omstandigheden en het nieuwe landbouwbeleid”, vertelt Lien De Geest, opleidingshoofd agro- en biotechnologie. “Studenten zoeken onder meer antwoorden op volgende vragen: Hoe kan je wateroverlast voorkomen? Hoe kan je de bodem gezond houden en de lokale biodiversiteit herstellen? Hoe kan je gewassen op een natuurlijke manier beschermen?” In agro-ecologie leren studenten duurzame technieken kennen en op een andere manier kijken naar hoe voedsel wordt geproduceerd. Systeemdenken loopt als een rode draad door de opleiding. “Elke schakel in de keten, elke handeling heeft een impact op de volgende. De impact en de gezondheid van wat uiteindelijk op je bord belandt, is het resultaat van een optelsom van alle keuzes in het volledige proces.”

Volg de droogtetoestand
Tijdelijke captatieverboden
Bij waterschaarste is er nood aan een solide waterbeleid, maar landbouwers moeten toegang hebben tot voldoende water.
Tractorcontroles: zo ben je in orde
Naar aanleiding van een aantal tractorcontroles door de verkeerspolitie brengen we enkele aandachtspunten in kaart.

Telers voorzien van onafhankelijk advies
TelersAdviesCOöperatie TACO zorgt ondertussen al meer dan 15 jaar voor betrouwbare, individuele begeleiding en ondersteuning. Zonder commerciële belangen, maar wel op maat van de teler en het veld.
PAS-referentietool operationeel
Achter de schermen probeert Boerenbond, in samenwerking met onder andere SBB, zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de werking van de tool zodat we jullie correct kunnen informeren en bijstaan.
Jef Malfliet is nieuwe voorzitter van KLJ

Voortschrijdend inzicht
Boeren moeten te allen tijde prioritair toegang blijven hebben tot voldoende water.
Geef je reactie op MAP7
+ Hulpdocument
Tot en met 16 mei loopt er een openbaar onderzoek over MAP 7 en het milieueffectenrapport (MER) van dit plan. Heb je nog een reactie? Stuur ze in.

Van strikt beschermd naar beschermd
Verwachte impact in Vlaanderen is beperkt
Preventieve maatregelen tegen wolven blijven belangrijk. Boerenbond verwacht dat het protocol realistischer wordt bekeken.

Grachtenkaart op de lange baan geschoven
De grachtenkaart op basis van artificiële intelligentie heeft een nieuwe einddatum voor lokale besturen: 30 november 2029.