De engagementen en prioriteiten van ons toekomsttraject worden stilletjes aan concreter, maar tegelijk willen we het thema welzijn nog mee op de kaart zetten. We kloppen aan bij een pionier op het vlak van welzijn in de landbouwsector. Lucas De Man trok in 2012 al rond in West-Vlaanderen met zijn project ‘Wij, VarkenLand’, een aangrijpende solovoorstelling over roots, dromen, varkens, boeren, leven op het platteland en hard werken in een systeem waar je als landbouwer zelf nauwelijks vat op hebt.
Boerenbond was partner van het onlangs afgeronde Europees Farmwell-project dat het welzijn van landbouwers wil bevorderen. Voor dat project maakte Company New Heroes een internationaal bekroonde documentaireserie over lokale Europese projecten die boeren echt helpen. Naast zijn werk als artistiek leider van Company New Heroes en Biobased Creations is Lucas De Man werkzaam als (freelance) regisseur, acteur en conceptontwikkelaar. Hij is opgegroeid in Roeselare en trok na zijn studies naar Amsterdam. Hij is al negen jaar tv-presentator van kunstprogramma’s voor de Nederlandse publieke omroep (NPO) en wereldwijd gekend als host en spreker op verschillende grote evenementen.
Kan je voor ons het project ‘Wij, VarkenLand’ eens van onder het stof halen?
“Ik heb het project onlangs nog maar stofvrij gemaakt, want op de slotconferentie van het Farmwell-project afgelopen december heb ik een verkorte versie van de monoloog gespeeld. Het begon in 2012 toen ik door de provincie West-Vlaanderen gevraagd werd om samen met drie kunstencentra (toenmalige Vrijstaat O in Oostende, De Werf in Brugge en Buda Kortrijk) een productie te maken rond de kracht van cultuur. Ik wist al snel dat ik iets over mijn West-Vlaamse roots wou maken, wat je in de titel duidelijk kan terugvinden door de hoofdletters W, V en L. We hebben het varken als symbool voor de West-Vlaamse identiteit naar voren geschoven. Varkens worden enerzijds gezien als vieze beesten die wroeten in de aarde, maar anderzijds zijn ze heel intelligent en hygiënisch. Die dubbele gelaagdheid heb je ook bij West-Vlamingen. Er zijn veel vooroordelen, maar elke persoon heeft natuurlijk zijn kanten. In het grote project maakte ik een solovoorstelling over een man van dertig die na de wereld rond te trekken terugkeert naar zijn geboortestreek. Zijn ouders waren varkensboeren, zijn broer heeft de boerderij overgenomen en hijzelf wilde ridder worden. Beiden hebben te maken gehad met een veranderende wereld waarin ze proberen hun passie te volgen.”
Je had zelf geen landbouwachtergrond. Waar haalde je de inspiratie voor de rol van je broer, de varkensboer?
“Ik wou eerst graag een boer interviewen, maar vond niet meteen iemand die meerwaarde zag in een interview. Er kwam wel een tegenvoorstel van een varkensboer die zei: als je een week bij mij op het bedrijf mee komt werken, dan zal je alles weten zonder interview. Ik stond op een maandagochtend om 5.30 uur klaar op de boerderij en heb in die week ongelooflijk veel bijgeleerd over de boer en de liefde voor zijn dieren. Ik kreeg alles haarfijn uitgelegd en vond het zelf fantastisch om te kunnen meehelpen. Daarna heb ik meerdere stages gedaan, ben ik mee geweest naar de bank, naar de zaadexpert en heb ik ook even meegelopen met Boeren op een Kruispunt. Ik herkende mezelf in de varkensboeren die overtuigd zijn van hun stiel en die stiel echt met passie uitvoeren. Hun stiel wordt helaas meer en meer overgenomen door geld en de wereldeconomie. Iedereen verdient eraan, behalve de boer zelf.”
Het project en zeker de monoloog hebben heel wat losgemaakt destijds?
“Een van de eerste voorstellingen waren een drietal boeren aanwezig die me achteraf vroegen of ik de voorstelling op hun bijeenkomst wilde komen brengen. De avond zelf kwamen ze zich op voorhand verontschuldigen dat de zaal met 500 personen capaciteit niet volledig uitverkocht was. Ik dacht natuurlijk dat er vijf man en een paardenkop in de zaal ging zitten, maar ze hadden maar liefst 495 kaarten verkocht. Die avond is er iets begonnen. Daar vertrok ik op rondrit door de landbouwfamilie in West-Vlaanderen. Er zijn echte volksfeesten met duizenden deelnemers opgestart rond het project. Honderden mensen hielpen alles mee organiseren en maakten de zotste dromen mogelijk. De verbondenheid, elkaar steunen als het nodig is, het gevoel van de warme landbouwers-community is echt iets om jaloers op te zijn.”
De voorstelling is meer dan 10 jaar geleden, maar jammer genoeg nog steeds actueel.
“Dat klopt! Het enige wat ik moet aanpassen zijn de bedragen en de hoeveelheden varkens die je ervoor kan krijgen. Ik heb de voorstelling trouwens in verschillende landen zoals Polen, Nederland, Ierland en Denemarken gespeeld. Het viel op dat de emoties en het inzicht in het economisch systeem overal herkend werden. Het verhaal geeft duidelijk mee dat de schuld niet bij de boer ligt, maar dat het huidige systeem de problemen in de hand werkt. Niet elke varkensboer wil duizenden varkens hebben, mensen willen gewoon hun boterham verdienen met een job die ze graag doen. Ik zit zelf in exact dezelfde situatie, ik heb niet het doel om miljonair te worden, maar wil gewoon een eerlijke boterham verdienen. Als dat niet zou lukken en ik moet altijd maar gekkere dingen doen om de job die ik graag doe te blijven verder doen, dan is de kans natuurlijk groot dat ik die gekke dingen effectief ga doen. Dat is de wereld waar we vandaag in leven: een volledig scheefgetrokken systeem dat uiteindelijk zorgt voor problemen met onze mentale gezondheid.”
Mensen willen gewoon hun boterham kunnen verdienen met een job die ze graag doen.
Dit was het eerste echte project rond welzijn bij landbouwers?
“Inderdaad, de reacties na de voorstellingen kwamen telkens ook echt binnen. Veel daarvan zijn me bijgebleven. Na afloop van een voorstelling kwam bijvoorbeeld eens een man naar mij waarvan zijn vrouw me vertelde dat haar man iets wou zeggen. Hij zou wel even tijd nodig hebben, want hij vond het moeilijk om het effectief gezegd te krijgen. Na meerdere minuten zegt de man: jij hebt mijn leven gered met jouw voorstelling. Ik stond de avond voor ik naar je voorstelling kwam kijken met een touw rond mijn nek in de stal om er een einde aan te maken. Mijn vrouw heeft dit kunnen voorkomen en ik moest de volgende dag van haar mee naar jouw voorstelling komen kijken. Daar heb ik gezien dat ik niet alleen ben met mijn problemen en dat zelfdoding niet het antwoord is. Hij sloot af met te zeggen dat hij niet weet wat andere mensen van de voorstelling vinden, maar dat hij erdoor gered werd. Dit maakte me duidelijk dat dit verhaal voor zoveel boeren echt herkenbaar is en dat ze hierdoor weten dat ze niet alleen zijn en over hun gevoelens kunnen praten. Daar is het gesprek over mentale gezondheid op gang gekomen. Wat de mensen vooral raakte, waren de emoties die niet uitgesproken worden, maar iedereen kan voelen. Die zorgden voor een beter begrip van de situatie van de varkensboer.”
Daar kan je met trots op terugkijken.
“Het zijn de mensen zelf die het project zo succesvol gemaakt hebben. Voor mij is de pluim op het werk dat we echt zaken hebben opengebroken en bespreekbaar gemaakt. We hebben in Nederland hetzelfde ervaren als resultaat. Daar werden spotjes gemaakt door dierenactivisten waar verteld werd dat boeren de varkens pijn doen. De makers van die spotjes werden uitgenodigd naar de voorstelling en er werd een nagesprek aan gekoppeld tussen varkensboeren en dierenactivisten. Na afloop kwam er veel meer begrip voor de situatie naar voren en werd hen duidelijk dat ze de verkeerden viseerden. De prijs wordt bepaald door slachthuizen en supermarkten, waar ze zich vanaf toen op zijn gaan richten. Het is fantastisch als we een taal vinden waardoor zowel burgers als boeren snappen wat er gebeurt. Ik denk dat kunstenaars vaak op dezelfde manier als boeren niet begrepen worden, maar ze zorgen wel met film, theater, muziek of animatie voor een gemeenschappelijke taal. We hebben in het Farmwell-project verschillende video’s en een animatie zonder woorden gemaakt die gebaseerd werd op het script van ‘Wij, VarkenLand’. Die vielen over de hele wereld in de prijzen.”
Het is fantastisch als we een taal vinden waardoor zowel burgers als boeren snappen wat er gebeurt.
Die gemeenschappelijke taal is in de huidige actualiteit broodnodig.
“Zeer zeker! Ik snap het protest dat momenteel overal aan de gang is volledig. Het gaat over veel zaken die niet meer mogen. Iedereen beseft dat we die richting uit moeten, maar de grote vraag is: wat kan er wel? Iedereen mist perspectieven van het alternatief, mogelijke scenario’s waar we naartoe kunnen gaan. Het is op ontelbaar manieren fout om te zeggen tegen landbouwers dat ze moeten stoppen met de natuur kapot te maken. Het zijn niet de landbouwers, maar wij allemaal die de natuur kapotmaken. Je moet niet met regeltjes afkomen, maar wel bijvoorbeeld tien scenario’s waar we naartoe kunnen gaan. Waarbij voel jij je het best en hoe kunnen we jouw boerderij meenemen in dat verhaal? Je moet naar zoveel zaken als water en grond kijken. Boeren, experts en politici moeten samen op zoek naar mogelijke landschappen voor onze toekomst. Hoe kunnen we ons landschap zo veranderen dat de boer daar ook zijn blijvende plaats in kan vinden? Boeren, en zeker jonge boeren, weten ondertussen duidelijk genoeg dat er iets moet veranderen, maar de huidige manier van communiceren lijkt nergens op. Je hebt slechte en goede en als je niet aanpast moet je stoppen. Dat is gewoon belachelijk en maakt het uitermate logisch dat de boer boos is dat hij niet gezien of gehoord wordt.”
Bron: Tom Dewanckele
Farmwell’s nalatenschap
Farmwell is een Europees project dat tot doel heeft het welzijn van landbouwers in Europa te verbeteren. Er deden organisaties van zes verschillende landen aan het project mee die de problematieken rond welzijn in hun land in kaart brachten en een piloot opzetten om een goede praktijk rond welzijn uit te testen in hun eigen land. En tezamen bundelden we al het materiaal rond die goede praktijken en verzamelden ze in een toolbox, als nalatenschap van ons project. Want het project is nu afgelopen.
De toolbox, https://farmwell-h2020.eu/toolbox/ is met name relevant voor landbouwadviseurs en beleidsmakers om te zien welke van deze goede praktijken toegepast kunnen worden voor de landbouwers in eigen land. Meer en meer zie ik iets in de piloot van Italië waarbij voor de invulling van onregelmatige arbeid een match gevonden werd met immigranten. Je vindt hiervan een mooi filmpje op https://www.boerenbond.be/projecten/farmwell.
Wat de partners in het project verbindt, is het verlangen om het welzijn van landbouwers te verbeteren. Dat kwam eens te meer naar boven tijdens het slotevenement van Farmwell. Lucas De Man speelde daar een verkorte versie van zijn solo theater. Mijn verwachtingen waren heel hoog. En werden absoluut ingelost. Kippenvel. In korte tijd werden we ondergedompeld in twee personages van dezelfde boerenfamilie. We voelden hun menselijke kwetsbaarheid, hun twijfels, frustraties, passie voor het boeren, onbegrip voor elkaar en uiteindelijk begrip en hun band. Wanneer je Engels verstaat, zeker kijken: https://farmwell-h2020.eu/final-conference/
Ondertussen heeft Farmwell ook bij Boerenbond een nalatenschap. Binnen de looptijd van het project organiseerden we een inspiratietoer rond het belang van praten over problemen, daarnaast publiceerden we een Boer&Tuinder rond je bloot geven – figuurlijk èn letterlijk – en hoe dat moed vraagt en momenteel werken we op een tweede, lokaal project rond welzijn, Boerenverstand, Rust in je hoofd, waarbinnen momenteel een vorming loopt rond administratiebeheer, gevolgd door een over tijdmanagement en organisatiebeheer. Efficiënter werken kan namelijk voor een deel stress verlichten. Verder nemen we diepte-interviews af bij en geven we advies aan bedrijven binnen het Boerenbond-project Robuust Ondernemen, waarin we zien dat welzijn gelinkt is aan alle aspecten van het boerenbedrijf.
Informatie over waar Boerenbond nog meer op inzet rond welzijn voor landbouwers vind je op https://www.boerenbond.be/dossiers/mentaal-welzijn