Op de agenda van de sectorvakgroep Groenten

Gewasbescherming blijft prioritair dossier

In Vlaanderen zijn er momenteel meer dan 43.000 fytolicenties actief en om ze actief te houden ben je verplicht om bijscholingen te volgen. Naar aanleiding van de evaluatie van die aanvullende opleidingen voor fytolicenties bekijkt de sectorvakgroep Groenten de voorstellen die voorliggen. De sectorvakgroepleden vinden dat deze opleidingen kwaliteitsvol moeten zijn. Aanpassingen kunnen dus, maar ze mogen niet leiden tot extra administratie. Onlinebijscholingen moeten zeker mogelijk blijven. In tweede instantie kan worden nagegaan of wie online les volgt, ook aandachtig blijft. Of naar een systeem van een minimaal aantal fysiek te volgen lessen (dus niet alles online). Commerciële sprekers hebben hun waarde omdat ze sprekers hebben met heel wat praktische kennis. Het moet ook mogelijk blijven om een commerciële spreker te kunnen combineren met een niet-commerciële spreker. Voor heel specifieke onderwerpen – waarbij het niet gaat over gewasbeschermingsmiddelen – moeten ook sprekers zonder P3 les kunnen geven (bijvoorbeeld over mechanische onkruidbestrijding). Naar duurtijd van de opleiding en de grootte van de groepen ziet de sectorvakgroep geen nood tot wijzigingen. 

Sancties zoals de intrekking van de fytolicentie of schorsing kunnen voor de sectorvakgroep, maar moeten in verhouding staan tot de vastgestelde inbreuk met gewasbeschermingsmiddelen. In de vakgroep komt ook aan bod dat we als sector correct met gewasbeschermingsmiddelen moeten omgaan. Dat is een rol voor de hele keten. Van de toelevering die mee de juiste uitleg geeft, over de telers zelf die specifieke opleidingen daarover volgen en ernaar handelen, tot verwerkingsbedrijven die geen water met gewasbeschermingsmiddelen lozen (zoals het geval was bij triazolen en het sojaverwerkend bedrijf).

Energie in de glastuinbouw

In het Vlaams Energie en Klimaatplan (VEKP) moet de landbouw, net als andere sectoren, grote stappen zetten om minder broeikasgassen uit te stoten. Voor de energetische emissies binnen landbouw ligt de doelstelling op een reductie van 52% uitstoot ten opzichte van 2005 tegen 2030. De glastuinbouw vertegenwoordigt ongeveer 70% van die energetische emissies. Omdat eigenlijk geen enkele sector op schema zit, bekijkt de Vlaamse regering of en waar bijkomende maatregelen nodig zijn. Ook onze glastuinbouw komt hierbij in beeld. De onderhandelingen hierover lopen nog volop. De maatregelen die op dit moment op tafel liggen, zijn nog zeer abstract en de impact ervan kan nog niet volledig worden beoordeeld. Zo is er sprake van een taksshift. Hierbij zou een deel van de belastingen die nu op elektriciteit geheven worden, verschoven worden naar de fossiele brandstoffen (aardgas, stookolie …). Wat dit financieel zal betekenen, is nu nog onduidelijk. Andere maatregelen moeten ook nog samen met de sector worden ingevuld. Er is bijvoorbeeld sprake van een ‘convenant’ of sectorovereenkomst. Nederland had al zo’n convenant voor haar glastuinbouw. 

De vakgroep benadrukken dat de beleidsmaatregelen haalbaar en betaalbaar moeten zijn. Dergelijke ambitieuze doelstellingen moeten gepaard gaan met een voldoende ondersteunend beleid. Drempels om te elektrificeren moeten worden weggewerkt. Het capaciteitstarief is een voorbeeld van zo’n drempel. Bedrijven kunnen op momenten dat er te veel stroom wordt geproduceerd door afname van veel elektriciteit het net helpen stabiliseren, maar betalen daar nu hoge tarieven voor aan de netbeheerders wegens de piekverbruiken die daarmee gepaard gaan. 

Tot slot pleit de sectorvakgroep om buiten ETS2 te blijven. ETS2 is een nieuw systeem om broeikasuitstoot te belasten. Europa heeft landbouw daarvan vrijgesteld, maar Vlaanderen kan beslissen om landbouw er toch in op te nemen. Een belangrijk nadeel is dat ETS2 een marktsysteem is waardoor de kosten hoog en onvoorspelbaar kunnen worden. 

Openbaar onderzoek over MAP 7 

De sectorvakgroep Groenten heeft bezwaar ingediend naar aanleiding van het openbaar onderzoek dat lopende is over MAP 7. Het is niet omdat er een akkoord is met de milieu- en natuurorganisaties over een mestactieplan, dat alle problemen plots van de baan zijn. We stellen helaas vast dat in het milieueffectenrapport over MAP 7 er zeer verregaande alternatieven bestudeerd worden die nooit besproken zijn met ons. Wij willen minimaal twee groeiseizoenen de kans krijgen om aan te tonen dat er beterschap mogelijk is. Vroeger mogen er geen strengere maatregelen ingaan. We vragen ook dat het MAP-meetnet terug grondig wordt geëvalueerd zodat het voldoet aan de criteria om enkel de invloed van landbouw te beoordelen. De sectorvakgroep groenten geeft ook een duidelijk signaal dat planten stikstof nodig hebben om te groeien en dat bemestingsnormen niet oneindig kunnen blijven dalen. Voor groenten is kalenderlandbouw dramatisch, de grond en het klimaat zijn gans anders doorheen Vlaanderen en toch wordt er vastgehouden aan vaste data. Groentetelers worden te zwaar getroffen door 3 meter en 5 meter bufferzones. Het niet mogen maaien voor 15 juli is nefast voor onkruiddruk en bijgevolg de kwaliteit van de aanpalende groenten. Voordat het nitraatresidu staalnameprotocol wordt herzien (en veel duurder gaat worden) met de daarmee gepaard gaande verlaagde nitraatresidunormen, moet aangetoond worden dat deze werkwijze correct en robuust is, volgens de vakgroep. Dat je beboet wordt bij een tweede overschrijding van drempelwaarde 2 (+X), zelfs als je de begeleiding (op)volgt, is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar voor de vakgroep.