Op de agenda van de sectorvakgroep Vleesvee

Prijsvorming rundvlees

Sinds begin 2025 stijgen de rundvleesprijzen fors, zowel voor dikbil- als melkkoeien. Dit komt door het jarenlange afnemende aanbod van vleestype dieren. De sector vergrijst (veel veehouders zijn 55+) en kampt met opvolgingsproblemen door administratieve druk en het onzekere ondernemingsklimaat (N-decreet). De situatie verergerde eind 2024 door blauwtong, wat leidde tot 20% minder slachtingen in Vlaanderen (jan-mrt 2025). Gevolg: een verstoorde markt en wekelijkse prijsstijgingen.

Vooral rundvlees voor gehakt en américain is in trek. Vakgroepleden pleiten ervoor dat retailers Belgische herkomst garanderen, ook voor minder edele stukken. Via Belbeef is de herkomst van kwaliteitsvlees al gewaarborgd, maar een gelijkaardig lastenboek voor karkassen van andere rassen (bijvoorbeeld zware melkkoeien of gemengde types) moet onderzocht worden. Lokaal rundvlees is immers de duurzaamste keuze en verdient een eerlijke prijs.

Toekomstig GLB

De eerste Europese besprekingen over het nieuwe GLB na 2027 zijn gestart. Door uitdagingen zoals defensie en migratie zal de discussie over landbouwmiddelen hevig zijn. Europees landbouwcommissaris Hansen en de Commissie beschouwen landbouw als strategisch en zetten in op aantrekkelijkheid, concurrentiekracht en een toekomstbestendige sector. Hopelijk leidt dit tot een sterk economisch landbouwbeleid zonder al te veel randvoorwaarden.

Voor de vakgroepleden moet het toekomstige GLB in de eerste plaats fungeren als economische bescherming en ondersteuning voor de landbouwers. Ze pleiten voor het behoud van de basisbetaling via hectarepremies en van de gekoppelde steun. Qua herverdeling kunnen ze akkoord gaan met een top-up voor jongeren en circulaire gemengde bedrijven. Inzake groene architectuur zijn ze akkoord om te blijven inzetten op vrijwillige maatregelen (bijvoorbeeld ecoregelingen). Hiervoor moeten de nodige incentives worden gegeven, waarbij er een vergoeding voor de inspanningen wordt voorzien, eerder dan een resultaatgebonden vergoeding. Ze zijn geen voorstander van bijkomende afroming naar pijler 2. Hier is het belangrijk de focus te blijven leggen op investeringssteun om de dynamiek op de bedrijven mee te stimuleren. Risicobeheer is geen prioriteit. Tot slot zijn ze voorstander om de samenwerking in de sector te versterken. Een uitbreiding van de GMO-steun via producentenorganisaties naar de rundvleessectoren is aanvaardbaar. 

Uitscheidingsnormen vleesvee MAP 7

MAP 7 voorziet een getrapte verhoging van de uitscheidingsnormen van zoogvee richting 2027 tot respectievelijk 75 kg N per zoogkoe en 31 kg P per zoogkoe. De vakgroepleden stellen vast dat de aanpassingen het gevolg zijn van meerdere bijsturingen van een aantal parameters in de berekening van de uitscheidingsnormen. Ze hebben vragen bij een aantal inschattingen van deze parameters. Ze pleiten alleszins voor een grondige analyse en bijsturing van de berekening. Zo niet dreigt deze aanpassing te leiden tot meer onevenwicht in de bedrijfsbalans van heel wat rundveehouders, waarbij er onvoldoende stalmest beschikbaar zal zijn om te voldoen aan de vereiste mestafvoer. 

Blauwtong

De vakgroepleden stellen vast dat de beschikbaarheid van het vaccin tegen blauwtong type 8 ontoereikend is. Dit zou pas eind maart, begin april voldoende beschikbaar zijn. Dit betekent dat de vaccinatie pas na de start van het weideseizoen volledig kan worden afgerond op de meeste vleesveebedrijven. Dit brengt veel rundveehouders in de problemen met de praktische organisatie van hun bedrijfsvoering en zal het animo om deze dieren nog te vaccineren verminderen. Een tijdige beschikbaarheid van de vaccins was steeds cruciaal voor de vakgroepleden. Tot slot geven ze aan dat de impact van blauwtong op de vruchtbaarheid van de dieren groot blijft en nog lange tijd (financieel) voelbaar zal zijn op de bedrijven.