Haalbare NH3-reducerende maatregelen
Het stikstofdecreet voorziet dat alle melkveehouders tegen 2030 25% NH3-emissies moeten reduceren. In 2026 komt er een tussentijdse evaluatie. Maar eind 2025 moet ook iedere melkveehouder een emissiereductie van 5% realiseren via reducerende technieken en/of door minder dieren te houden. Deze reductie-inspanningen moeten worden opgenomen in de vergunning en gemeld in de Mestbankaangifte.
De vakgroepleden hekelen de onduidelijkheid omtrent de concrete berekening van de 5% reductie-inspanning op bedrijfsniveau. Er is dringend nood aan duidelijke richtlijnen van de overheid, want heel wat veehouders zien door de bomen het bos niet meer. Bovendien is er dringend nood aan praktisch haalbare en betaalbare NH3-reducerende maatregelen. Het is cruciaal dat er snel bijkomende PAS-maatregelen met voldoende reductiepotentieel kunnen worden toegevoegd. De huidige tijdspanne en procedures om maatregelen op de PAS-lijst te krijgen zijn te lang, wat gepaard gaat met heel wat administratieve lasten en zware meetprotocollen. Ook bijsturingen van de praktische modaliteiten van bestaande PAS-maatregelen blijven aanslepen. Het is duidelijk dat de veehouders deze tijd niet meer hebben. De overheid moet dan ook dringend actie ondernemen om de nodige bijsturingen aan de PAS-maatregelenlijst haalbaar te maken voor de sector!
IBR
We stellen vast dat de voorbije weken spijtig genoeg weer heel wat bedrijven geconfronteerd zijn met een herinsleep of uitbraak van IBR, met grote financiële en emotionele gevolgen als gevolg. Nochtans zaten we in ons land in de laatste rechte lijn om de positieve dieren te verwijderen. Dit maakt de nieuwe gevallen extra pijnlijk. Het blijft voor de vakgroepleden cruciaal om te evolueren naar een IBR-vrije status op Europees niveau. Dit zal inspanningen vergen van alle spelers in de keten.
Het is voor hen duidelijk dat momenteel het risico op insleep via aankoop van dieren bijzonder reëel blijft. Het is dan ook onbegrijpelijk dat er in de traceerbaarheid van dieren op het niveau van de handel en in handelaarstallen hiaten zitten waarbij het niet duidelijk is welke dieren allemaal in contact komen met potentieel besmette dieren. Dit is onaanvaardbaar en hypothekeert niet enkel het IBR-programma en het behalen van onze vrije status, maar de traceerbaarheid in het algemeen. Ze pleiten dan ook voor een striktere opvolging van de handelaarsstallen en bijsturingen in de wetgeving om de mazen van het net te dichten.
Ook blijkt nogmaals het belang van goede bioveiligheidsmaatregelen en correcte isolatie van aangekochte dieren. Dit is niet altijd evident bij de aankoop van lacterende dieren, maar blijkt wel noodzakelijk. Op het vlak van bioveiligheid kan men heel wat leren van de collega’s-varkens- en -pluimveehouders. Gezien alle nieuwe herinslepen ook een grote impact hebben op de budgetten van het Sanitair Fonds Rund is een correcte naleving van de regels een vereiste voor de vakgroep om aanspraak te kunnen maken op de eventuele vergoedingen van het fonds bij herinsleep. Tot slot is het duidelijk dat er bij de veehouders heel wat vrees bestaat om besmet te geraken. De vraag om, als bijkomende maatregel ter beperking van de impact van een potentiële IBR-besmetting, te kunnen blijven vaccineren, klinkt steeds luider. De vakgroepleden roepen dan ook om het vaccinatieverbod vanaf 1 april 2025 te evalueren.
Blauwtong en MAP 7
Gezien de grote impact van blauwtong de voorbije maanden op de melkveebedrijven, is tijdig vaccineren voor de vakgroepleden de boodschap. Ze rekenen dan ook op voldoende, tijdig beschikbare vaccins.
Verder hebben de vakgroepleden vastgesteld dat het nieuwe MAP werd goedgekeurd. Op zich is het positief dat er duidelijkheid komt, toch zal dit voor melkveehouders een bijkomende impact hebben. Onder meer voor de aanleg van beschermingsstroken langs waterlopen, temeer omdat de goedgekeurde beheervoorwaarden het praktisch management van de percelen zeer sterk beperkt. Ook de verhoogde N-uitscheidingsnormen van hoogproductieve melkkoeien leidt tot potentieel meer onbalans tussen productie en afvoer van drijfmest. Verder hebben ze vragen met de praktische haalbaarheid van een aantal modaliteiten bij het uitrijden van drijfmest. Tot slot herhalen ze het belang van duurzame technieken bij maisteelt en het cruciale belang van de derogatie op grasland en Renure voor de melkveebedrijven.
Aalter, centrum van sterke merken voor langhoudbare zuivel
Geen sanering meer nodig voor afdruipzones asbest
Op vraag van Boerenbond om de regelgeving in die zin aan te passen, heeft minister Brouns daar ondertussen voor gezorgd.
Digitaal waterloket extra geopend
Op woensdag en vrijdag helpen wij je verder met al je watervragen

In dialoog geraak je verder
De landbouw zet dag in dag uit stappen om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.

Welzijn? Daar heb ik toch geen tijd voor
Op 24 juni (Leietheater, Deinze) en 26 juni (CC De Werft, Geel) nodigen we je uit voor een avond over iets wat er vaak bij inschiet: jezelf. Geen zware kost, geen zweverig gedoe, wél herkenbare verhalen, een vleug humor en ruimte om eens (letterlijk) stil te staan. Op een manier die wérkt.
Volgende stap in vereenvoudiging GLB
De Europese Commissie beloofde begin dit jaar een aantal vereenvoudigingspakketten – de zogenaamde Omnibuspakketten. Woensdag kwam ze met een nieuw vereenvoudigingspakket voor het GLB, een nieuwe reeks vereenvoudigingen na het eerste pakket vorig jaar in navolging van de boerenprotesten.
