EU-Landbouwcommissaris Hansen maakt kennis met Belgische landbouw

De nieuwe EU-commissaris voor landbouw Christophe Hansen bezocht in Merchtem het bedrijf van witloofteler Sam Magnus en diens vader Johan. Hij werd daarbij vergezeld door Vlaams Minister voor Landbouw Jo Brouns en Boerenbond-voorzitter Lode Ceyssens. Daarbij werden meteen een aantal hete hangijzers besproken.

Sam Magnus baat samen met zijn ouders Johan en Karin een akkerbouwbedrijf uit in Merchtem. Traditionele teelten zijn onder andere aardappelen, tarwe, gerst en mais. Maar ze zijn onder andere ook gespecialiseerd in de teelt van mini-witloof voor Bel’Orta. Waar het kan gaan Sam en Johan op zoek naar optimalisaties en innovaties, bijvoorbeeld in nieuwe teelten. Zo zijn ze enkele jaren geleden gestart met de teelt van zoete aardappels. Daarnaast gaan Sam en Johan ook samenwerkingen aan met collega’s en bewaren ze bijvoorbeeld pootgoed. Ook naar afzet wordt er gedifferentieerd. Heel wat producten gaan naar supermarkten, maar de familie werkt ook samen met Foodbag, een verdeler van voedselboxen voor consumenten. 

Derogatie moet behouden blijven

Tijdens de rondleiding op het bedrijf kwamen heel wat relevante topics voor de sector aan bod. Zo had Sam Magnus het over bemesting. Boeren willen hun kunstmestgebruik doen dalen en dit voor een deel vervangen door dierlijke mest die een veel lagere klimaatimpact heeft, maar de Europese regels laten dit niet toe. Ook de inzet van op kunstmest lijkende dierlijke stromen afkomstig uit de mestbewerking (Renure) zou actief goedgekeurd moeten worden en mee in het investeringsplan voor bedrijven zitten. Daar kan het ook nog eens gecombineerd worden met de productie van groene energie. Verder is het voor Boerenbond duidelijk dat derogatie op bijvoorbeeld grasland verankerd moet blijven in de nitraatrichtlijn.

Sam Magnus pleitte bij commissaris Hansen voor een regelgevend kader dat rekening houdt met de boerenpraktijk en niet enkel belang hecht aan het naleven van papieren regels. Boerenbond pleit er al langer voor dat de Europese Commissie de nationale strategische plannen genoeg flexibiliteit biedt om in te spelen op de regionale situatie.  

Verder kwamen ook het belang van een gelijk economisch speelveld, het ontwikkelen van een langetermijnvisie voor de sector en het creëren van gunstige omstandigheden voor bedrijfsopvolging aan bod.