Ruimte om te ondernemen in de Vlaamse glastuinbouwsector
Welke ruimte is er om te ondernemen voor de Vlaamse glastuinbouwsector? Dat was dé hamvraag die onze leden uit die sector heel graag wilden stellen aan Vlaams minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns. De studiekringen Groentekwekers onder Glas en de Kempische Glasgroentekring vatten de koe bij de horens en de minister gaf gehoor aan hun uitnodiging. Tijdens een uitgebreid debat ging de minister in op diverse thema’s, én natuurlijk op de grote vraag waar alles mee begon. Spoiler: het antwoord is “Ja, maar.”
Het is geen geheim dat de glastuinbouwsector aanloopt tegen heel wat uitdagingen. De problematiek van de vergunningen beperkt zich niet tot de sector, maar heeft hier wel enkele specifieke aspecten. Zo wil de glastuinbouwsector graag inzetten op alternatieve vormen van warmte- en elektriciteitsproductie. De nood aan warmte, elektriciteit en CO2 is in de glastuinbouw enorm. Het is belangrijk dat bij investeringen op dat vlak de nodige tijd wordt gegeven om deze rendabel te houden, maar we merken dat vergunningen vaak een probleem vormen.
De vergunningenproblematiek is ruimer dan enkel het energieverhaal. Indien er op het bedrijf afvalstoffen zijn zoals loofresten, moeten deze gestockeerd worden op een vloeistofdichte ondergrond met afvoer naar een opvang. Maar verharden is vaak niet meer toegestaan. Dat is een contradictie. Ook op het vlak van vul- en spoelplaatsen zit er extra wetgeving aan te komen, die een vlotte vergunning van deze plaatsen vereist. En daar wringt het schoentje. Momenteel is het niet al te moeilijk om bezwaar in te dienen tegen een vergunningsaanvraag. Onze telers vragen zich af of deze procedure op de een of andere manier kan worden herbekeken.
De minister nuanceert dit aanvoelen. “In Vlaanderen tellen we op jaarbasis 90.000 vergunningsaanvragen. Slechts in 5% daarvan wordt beroep aangetekend, hoewel we wel het gevoel hebben dat het veel meer is. Veel lokale besturen willen partner zijn van de plaatselijke landbouwer. En de Vlaming spreekt echt wel zijn waardering uit voor de landbouw. Meer dan ooit is de Vlaming zich de dag van vandaag bewust van de nood aan een lokale voedselproductie, hoewel je dat niet altijd zou denken als je de berichtgeving in de media ziet. Als je die nood aan een lokaal verankerde voedselvoorziening erkent, moet je daarvoor kansen geven. De laatste jaren is er veel onzekerheid geweest. Het stikstofverhaal heeft misschien minder impact op tuinbouwers, maar het heeft wel een effect op de vergunningverlening. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de beperkte ruimte die er is in Vlaanderen. Dat is overigens niet enkel voor landbouw zo: iedereen die in Vlaanderen onderneemt en impact heeft op de omgeving, wordt onderworpen aan strenge milieuwetgeving. Die is opgelegd vanuit Europa en is uiteraard confronterender bij ons dan in regio’s waar je meer ruimte hebt. Maar het is ook een stimulans en het verplicht ons om versneld te innoveren.”
Ruimtelijke ordening
Ruimte voor glastuinbouw is een ‘hot topic’. Eentje dat nog vóór de vergunningverlening komt. Want wie wil starten of uitbreiden in de sector, moet ruimte voor zijn bedrijf vinden. We merken dat er verschillende GRUP’s en RUP’s zijn waarin een plan wordt uitgeschreven voor de open ruimte. Niet alle regio’s of gemeenten lijken even positief te staan tegenover glastuinbouw. In sommige plannen wordt ook letterlijk opgenomen dat ze liever geen glastuinbouw zien, of worden zones afgebakend waarin geen bebouwing mag zijn. Het lijkt alsof er nu vooral wordt gekeken naar locaties waar het niet mogelijk is om een glastuinbouwbedrijf neer te poten. Maar waar kan het dan nog wel?
“Het gaat niet enkel over nieuwe bedrijven, maar ook over de uitbreiding van bestaande bedrijven. Als daar ruimte voor is, moet zoiets zeker kunnen. De vraag of je nog kunt uitbreiden is onlosmakelijk verbonden met waar je bedrijf gelegen is.” De minister ziet opportuniteiten in agrarische bedrijventerreinen. “Dat is iets waarmee je als gemeente aan de slag kan gaan. De glastuinbouwsector is nu nog in grote mate afhankelijk van aardgas. Het moet de ambitie zijn om te evolueren naar klimaatneutraliteit en aardgas uit te faseren, maar uiteraard moet dit wel haalbaar en betaalbaar zijn. Op een agrarisch bedrijventerrein zou je bijvoorbeeld kunnen werken met een warmtenet. We moeten zo een visie durven uitwerken voor de sector.”
Energievraagstuk
En dan komen we automatisch bij wat waarschijnlijk op dit moment het heetste hangijzer is in de glastuinbouwsector. De grootste uitdagingen situeren zich binnen het energievraagstuk. Warmte-krachtkoppelingen (wkk’s) zijn daar op dit moment de meest efficiënte én meest gebruikte energiebron. Warmte-krachtcertificaten zijn een essentieel instrument om die wkk-installaties in de glastuinbouw rendabel te houden. De vorige Vlaamse regering besliste om de berekeningsmethode te herzien, maar een gedragen uitvoeringsbesluit is niet tot stand gekomen. In de huidige beleidsnota’s Klimaat en Energie en Landbouw en Voeding wordt de mogelijkheid om de warmte-krachtcertificaten op vrijwillige basis om te zetten naar steun per vollastuur voorzien, zodat wkk’s flexibeler kunnen inspelen op de marktvraag. Ook wordt gestreefd naar een stabiele marktwerking voor certificaten.
Voor glastuinbouwers blijft de onzekerheid groot. Wkk’s zijn niet alleen cruciaal voor hun energievoorziening, maar ook voor de bredere elektriciteitsmarkt. De manier waarop de steun wordt ingericht bepaalt of deze installaties optimaal kunnen bijdragen aan een flexibele en efficiënte energievoorziening. Onaangekondigde wijzigingen of een afbouw zonder duidelijk perspectief of alternatief kunnen investeringen ondergraven en samenwerking binnen de sector bemoeilijken.
We mogen ook niet vergeten dat iedere warmte-krachtkoppeling mee instaat voor de netstabiliteit in Vlaanderen, en bij uitbreiding België. De CO2-uitstoot voor het verbruikte gas wordt op dit moment volledig toegeschreven aan de tuinbouwsector, ook al wordt veel energie op het net gezet. Het gevoel leeft zeer sterk bij onze glastuinbouwers dat er gecorrigeerd zou moeten worden voor die op het net gezette energie. De uitstoot hiervan hoort niet op conto te komen van de land- en tuinbouwsector, maar wel bij de sector van de energieproductie.
Contradictorische regelgeving
De sector wil graag verduurzamen, daar is geen twijfel over, maar in de praktijk lopen telers aan tegen contradictorische regelgeving. Een windmolen is een perfect voorbeeld van duurzame energieproductie, maar in de praktijk sleept de goedkeuring van dossiers jarenlang aan. Ook e-boilers worden steeds meer ingezet in de sector. Op momenten dat er te veel stroom op het net staat kunnen die mee zorgen voor netstabiliteit door stroom af te nemen. Ze vullen een deel van de warmtevraag in, zodat het gasverbruik daalt. Maar wie een e-boiler gebruikt zal ook fors meer stroom afnemen en die piek in de stroomvraag leidt tot een hoger nettarief. Op sommige bedrijven kan dit leiden tot een stijging van 70% van het nettarief, wat wordt doorgerekend in de distributiekosten. Er zit ook een contradictie in de stijging in e-boilers enerzijds, en de PV-verplichting anderzijds. Die laatste bepaalt dat zonnepanelen verplicht zijn op gebouwen waar de elektriciteitsafname hoger is dan 1 gigawattuur per jaar. Met e-boilers stabiliseer je het net, maar je neemt daartoe meer elektriciteit af van het net. Door die hogere afname kan je vallen in de categorie waarvoor een PV-verplichting geldt. Dit betekent dat je vervolgens moet investeren in zonnepanelen, die dan opnieuw elektriciteit gaan produceren op een moment dat er al een overschot is op de markt. Dat is een vicieuze cirkel.
“Zeggen dat we vandaag al zonder aardgas kunnen, is niet realistisch. Een uitfasering van aardgas is wel de realiteit. Als ik zou zeggen dat we die beslissing gaan terugschroeven, zou ik onze telers iets wijsmaken. De uitfasering is dus de realiteit, maar ze moet wel haalbaar en betaalbaar kunnen gebeuren. Zolang er geen volwaardige alternatieven zijn, moet aardgas deel kunnen blijven van de energiemix. Maar dat neemt niet weg dat we innovatie moeten stimuleren en alle mogelijkheden op dat vlak verder moeten onderzoeken.”
Boerenbond wil glastuinbouwsector rechtszekerheid geven
Glastuinbouwers verdienen net als alle land- en tuinbouwers meer respect van de beleidsmakers. Boerenbond vraagt van de overheid een duidelijk kader waarbinnen men kan ondernemen. Een overheid die meedenkt en zich dienstverlenend opstelt zodat glastuinbouwbedrijven die willen ondernemen, daar ook de nodige ruimte voor krijgen in Vlaanderen. Boerenbond wil glastuinbouwbedrijven de zekerheid geven waar het wel gaat om een vergunning te bekomen. Al te vaak botsen we echter op een wetgevende regel die zegt waarom iets niet kan, maar zo helpen we ondernemend Vlaanderen niet vooruit. Glastuinbouwbedrijven voelen zich in het energievraagstuk tussen hamer en aambeeld tussen de Vlaamse en de federale overheid. Hier zou de overheid los van welk beleidsniveau het komt met één duidelijke stem moeten spreken. Maar naast vergunningverlening, ruimtelijke ordening en energie botst de glastuinbouwsector ook op de grenzen van beschikbare arbeid. Boerenbond wil het voor onze bedrijven mogelijk maken om te blijven ontwikkelen en daar moeten voldoende werkende handen voor kunnen worden ingezet.

De markt vraagt om rundvlees, kan de sector antwoorden?
Er zijn weinig redenen om aan te nemen dat de recente prijsstijgingen even snel zullen gaan als ze gekomen zijn.
Grachtenkaart op de lange baan geschoven
Nieuwe einddatum is 30 november 2029

Gezond boerenverstand gevraagd!
In een recente studie wordt bemesting genoemd als de oorzaak voor meer hooikoorts. In de praktijk wordt er tijdig gemaaid of begraasd, nog voor het gras bloeit en dus pollen verspreidt. De studie veroorzaakte een terechte golf van verontwaardiging.

"We brengen smaak en gezondheid samen in een fles"
Danny Massoels uit Nieuwerkerken is fruitteler in hart en nieren. Na een ongelukkige val met rugletsel als gevolg, veranderde zijn kijk op het leven. Zonder opvolger in het vizier, verkocht hij het grootste del van zijn gronden en ging hij een nieuwe uitdaging aan.
“We kozen voor het gemak van het dier en dat van ons”
Deze week brengen we een in Boer&Tuinder uitgebreid dossier over vrijloopkraamstallen. We bezochten Francis Hanssens en Marleen Messely in Lendelede die hun oude kraamstallen zes jaar geleden vervingen door een systeem dat zowel henzelf als de zeugen maximaal comfort gaf. Het werden vrijloopkraamhokken.
Eerste positief geval bij dier geïmporteerd uit Frankrijk
Op een rundveebedrijf in de provincie Luik is voor het eerst in België een dier positief getest op het EHD-virus.
Verplicht digitaal gewasbeschermingsmiddelenregister vanaf 2026
In afwachting van een aanpassing aan de Europese uitvoeringsverordening vraagt Boerenbond uitstel tot 1 januari 2030.
Wacht niet met vaccineren tegen blauwtong
De vaccinatiecampagne loopt. Volgens minister Clarinval gaven de producenten de garantie dat er voldoende dosissen beschikbaar zullen zijn om de runderen en schapen voor juni te vaccineren.