We denken in ons strategietraject verder vooruit richting 2040. We delen rond elk thema meningen met elkaar om te komen tot een stip aan de horizon waar we samen naartoe willen werken. Het thema bodem kon natuurlijk niet ontbreken in de lijst die uit de oorspronkelijke bevraging in kader van dit strategietraject naar boven kwam.

Voor dit thema halen we inspiratie bij bodemexpert Annemie Elsen, onderzoeker bij de Bodemkundige Dienst van België.

Dag Annemie, hoe is het gesteld met onze Vlaamse bodems?
“Als we naar de bodems kijken in de Vlaamse landbouw zijn er drie grote zaken die eruit springen. Het eerste is dat over het algemeen de pH-waarde in onze bodems te laag is. Er is een lichte verzuring die impact heeft op de opneembaarheid van de voedingselementen. Dat is een belangrijk aandachtspunt dat de laatste jaren misschien wat te veel op de achtergrond gebleven is. Een tweede belangrijk aspect is een te laag koolstofgehalte. We zien dat meer dan de helft van de percelen er baat bij zou hebben om meer koolstof op te slaan in de bodem. Het is uitermate belangrijk om voldoende koolstof in de bodem op te slaan omdat de bodem daardoor veel beter functioneert en weerbaarder is tegen wijzigende omstandigheden zoals droogte of overvloedige regen. Dat is een serieuze uitdaging natuurlijk. Extra kalk is snel gegeven, maar koolstof toevoegen is een werk van lange adem. Het derde aspect dat opvalt is de rijkdom aan nutriënten. Onze bodems zijn doorgaans goed voorzien van voedingselementen. Fosfor is een element dat er zeker uitspringt, daar hebben we voldoende voorraden van in onze bodem en dat toch zeker voor meer dan 10 jaar. Dat is een belangrijke uitdaging binnen de sector, want enerzijds moeten we koolstof aanvoeren via dierlijke mest, maar die mest bevat tegelijk ook veel fosfor, die we dus eigenlijk niet extra nodig hebben.”

Hoe zit het daarnaast met onze bodemstructuur?
“Doordat dat de koolstofgehaltes vrij laag zijn in onze bodem, heeft dat een directe impact op de fysische bodemkwaliteit, want ook daar is koolstof belangrijk om stabiele aggregaten te vormen en water goed te laten infiltreren. We zien natuurlijk dat door bijvoorbeeld het huidige natte najaar we vaak zelf niet anders kunnen dan onze bodemstructuur kapot te rijden. Landbouwers kunnen door hun contracten vaak niet anders dan met pijn in het hart toch het perceel op te rijden om hun oogst te redden. Heel begrijpelijk natuurlijk, maar altijd jammer. Door ervoor te zorgen dat er voldoende koolstof in de bodem is, kan die structuur weer mooi en stevig worden.”

Zijn er nog mogelijke problemen met de bodem?
“Ik denk vooral aan bodemverdichting, dat is ook een veel voorkomend probleem. Hierrond liepen recent een aantal onderzoeksprojecten. We zien vooral in de diepere ondergrond dat bodemverdichting kan leiden tot opbrengstdervingen. Preventief zijn daar wel een aantal machinale oplossingen voor zoals lagedrukbanden of rupsen die we – denk ik – nog nooit zo vaak gezien hebben als in het najaar van 2023. Het is duidelijk dat als de nood hoog is, die oplossingen toch hun ingang vinden. Er is volgens mij blijvende aandacht nodig om met machines een perceel op te rijden. We moeten zo weinig mogelijk druk op de bodem proberen uit te oefenen. De alsmaar grotere tractoren met grotere wielen hebben sowieso een nefaste invloed op die bodemverdichting. Het zorgt ervoor dat de bodemstructuur samengedrukt wordt, waardoor beluchting, doorworteling en waterinfiltratie allemaal verstoord worden.”

Kunnen we goede opbrengsten verzoenen met een goede waterkwaliteit?
“Volgens mij is dat in een normaal seizoen zeker mogelijk. Helaas is het al even geleden dat we nog een normaal seizoen gehad hebben. Het is niet zo dat een aardappelperceel sowieso een te hoog nitraatresidu en dus een nefaste impact op de waterkwaliteit met zich meebrengt. In de groenten zien we dat het ook zeker mogelijk is. Het zal voor sommigen wel een gedragsverandering of mentaliteitswijziging vragen die op zich neerkomt op nog meer beredeneerd omgaan met de bemesting in functie van het grilligere groeiseizoen waar we de laatste vijf à zes jaar tegenaan lopen. Als de basisbemesting bij aardappelen bijvoorbeeld verlaagd wordt, kan je tijdens het seizoen bij het nemen van een bodemstaal veel beter inspelen op de weersomstandigheden waar we vandaag de dag mee te maken hebben. We zien nu vaak dat die bijbemesting op nul staat, wat zonde is. Het advies heeft de landbouwer geld gekost en brengt niets op. Je kan de basisbemesting gerust naar 70% terugschroeven en later op het seizoen aan de hand van stalen nog veel nauwkeuriger gaan bijbemesten in functie van de weersomstandigheden.”

Hoe kunnen onze bodems concreet hun rol spelen in het klimaatverhaal?
“Voor mij is die goede bodemzorg daar heel belangrijk. Voldoende organische stof in die bodem hebben, zal ervoor zorgen dat die bodems weerbaarder worden. Voldoende koolstof in de bodem wil enerzijds zeggen dat je een betere bodemstructuur hebt, maar zal ook naar waterhuishouding ervoor zorgen dat het water beter kan infiltreren bij hevige neerslag. Dergelijke bodems kunnen ook meer water vasthouden. Dat gaat niet over weken meer water vasthouden, maar zou toch net dat tikkeltje meer water kunnen zijn dat ervoor zorgt dat die teelt nog even langer verder kan, terwijl op andere percelen de droogtestress al toeslaat. Dat kan echt een wezenlijk verschil maken. We zien momenteel dat in meer dan de helft van de percelen het koolstofgehalte te laag is, waardoor dat dus geen weerbare bodems zijn.”

Kan die koolstofopslag een verdienmodel zijn voor landbouwers?
“Dat zullen geen grote bedragen zijn, maar ik denk dat daar wel iets aan verdiend kan worden. Binnen het CO2-platform Claire dat we samen met Boerenbond in 2021 hebben opgestart, worden landbouwers vergoed voor de klimaatinspanningen die ze leveren. In eerste plaats doen die landbouwers het natuurlijk omdat hun bodem er beter en weerbaarder van wordt, met als gevolg dat hun productie duurzamer zal worden. Het zal niet lukken om te kunnen leven van enkel koolstofboeren, maar er zit toch zeker iets van verdienmodel in. Met het extra geld durven landbouwers vaak nog extra maatregelen te nemen. Daarnaast kan koolstofboeren ook de maatschappelijke rol van landbouwers in de verf zetten. Het is een belangrijk signaal naar externen dat landbouwers sowieso dagelijks met veel meer dan enkel voedselproductie bezig zijn. Ze leveren veel meer ecosysteemdiensten dan vaak wordt gedacht. Het is een mooie kans om met een positief verhaal naar buiten te komen en de maatschappelijke appreciatie voor de sector te doen toenemen.”

Hoe kunnen landbouwers nog beter aan de slag met de staalnames en bodemanalyses?
“Er worden heel veel bodemstalen genomen voor stikstof, fosfor, koolstof en pH. Ik vind het persoonlijk heel jammer dat, meestal door het verplichtende kader, die stalen soms op een moment worden genomen dat totaal niet zinvol is. De staalnames gebeuren dan veel te veel om gewoon in orde te zijn met de regelgeving, maar eigenlijk zou de landbouwer zelf er veel meer mee kunnen doen. De analyses kunnen leiden tot betere inzichten en op die manier ook effectief hun doel behalen om de waterkwaliteit ten goede te komen. We moeten veel te vaak landbouwers met pijn in het hart een staalname factureren ergens in september, terwijl je weet dat die op zich totaal niets aan kennis zal bijgebracht hebben. Het is gewoon nog maar eens een extra administratieve verplichting boven op de grote hoop verplichtingen die landbouwers tegenwoordig sowieso al hebben.”

We hebben het nog niet over de rol van het bodemleven en de -biodiversiteit gehad?
“Klopt, het is momenteel moeilijk te zeggen wat de huidige toestand daarvan is. Er zijn nog te weinig goede metingen beschikbaar, maar we zijn daar op de Bodemkundige Dienst mee bezig. Er zijn verschillende voorbeelden van maatregelen die bijdragen aan een beter bodemleven. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan niet-kerende bodembewerking die ervoor zorgt dat de schimmelnetwerken niet worden stukgemaakt. Landbouwers die op die manier heel bewust voor hun bodem zorgen, hebben heel positieve ervaringen, maar het blijft moeilijk om exact vast te leggen welke maatregel bepalend was voor het succes. We kunnen alles wel meten, maar de interpretatie van het bodemleven is en blijft een heel complex gegeven. Daar liggen dus nog heel veel uitdagingen in het enerzijds interpreteren, maar anderzijds dan ook in hoe we het verder gaan sturen.”

Hoe kijk jij ten slotte zelf naar 2040?
“Tegen dan is de klimaatverandering ongetwijfeld helemaal voelbaar. Het zal dan uitermate belangrijk zijn om de koolstof en pH in onze bodem in optimale conditie te hebben. Dat zijn twee schakels die ervoor zullen zorgen dat we enerzijds de voedingsstoffen optimaal benutten en anderzijds de bodemstructuur zo goed mogelijk houden. Koolstof is daar bovenop een goede voedingsbron voor het bodemleven, waardoor je volgens mij kan besluiten dat koolstof gewoon de sleutel tot toekomstig bodem-succes is. Ik zou persoonlijk graag zien dat uit onze analyses in 2040 blijkt dat het koolstofgehalte nog slechts in een kleine minderheid van de percelen te laag zal zijn.”

Bron: Tom Dewanckele