Veiligheid op de werkplek is van fundamenteel belang voor jou als werkgever en voor jouw personeel. De wetgeving hieromtrent is dusdanig breed, dat je best je licht opsteekt bij externe experten.
Wettelijk kader
Codex voor welzijn op het werk
De Belgische wetgeving over het welzijn op het werk omvat een geheel van bepalingen met betrekking tot de preventie en bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de arbeidsvloer. De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft de bevoegdheid voor deze wetgeving.
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk vormt de Belgische basiswet op dat vlak. Alle inhoudelijke bepalingen worden verzameld in de codex over het welzijn op het werk. Hierin zit een verzameling van wetgeving en besluiten uit het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI), aangevuld met een aantal rechten en plichten van de onderneming rond welzijn. De codex legt een kader vast waarin veiligheid en gezondheid op het werk moeten worden gerealiseerd. De werkgever zelf draagt uiteindelijk de verantwoordelijkheid over het beleid dat hij voert.
Streven naar verbetering
De reglementering rond veiligheid en gezondheid kent een lange evolutie, is omvangrijk, complex en niet altijd even duidelijk. De codex voor welzijn op het werk kent geen exacte regels, maar probeert aan te zetten tot het voeren van een structureel en planmatig preventiebeleid op maat van de onderneming. Elke onderneming die een werknemer tewerkstelt, ook al is het maar 1 persoon, ook al is het een seizoenarbeider, valt onder de welzijnswet. Het doel is en blijft het voorkomen van arbeidsongevallen, klachten, beroepsziekten … van je werknemers. Houd steeds dit doel voor ogen: jouw werknemers moeten kunnen werken in een veilige omgeving. Daarom dat je bepaalde acties of opdrachten moet uitvoeren om de veiligheid op het bedrijf te verbeteren. Nog belangrijker is dat je dit kan aantonen. Als werkgever moet je kunnen aantonen dat je de werknemers instructies geeft, je de nodige controles uitvoert of laat doen, dat je de machines in dienst stelt … Spijtig genoeg komt hier een hele papierwinkel bij kijken. Begin met een eenvoudig documentenbeheer, gebruik de map arbeidsveiligheid om je documenten bij te houden. In verdere hoofdstukken ontdek je hoe je dit best kan doen.
Controle
De overheid controleert of de onderneming zich houdt aan de verplichtingen in het kader van welzijn op het werk. Daartoe heeft de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg een inspectiedienst opgericht die nagaat of de werkgever wel degelijk een gestructureerd preventiebeleid voert. Wanneer inspecteurs bij hun bezoek inbreuken vaststellen, zullen zij meestal de werkgever een bepaalde periode geven om zich in regel te stellen. Zij kunnen echter ook onmiddellijk een proces-verbaal opstellen en zelfs de onderneming of een gedeelte ervan sluiten. Vaak vragen zij bij een bezoek om de documentatie die volgens de reglementering in elke onderneming aanwezig moet zijn.
Hoe begin ik eraan?
Opleiding en bedrijfscultuur
De wetgeving rond Welzijn op het Werk is heel omvangrijk. Wil je op een doordachte manier werken aan arbeidsveiligheid, dan zal een minimumopleiding essentieel zijn. Sowieso is het als werkgever belangrijk dat je de grote lijnen kent. Heb je een groter bedrijf (meer dan 20 werknemers) zorg dan dat één van je personeelsleden de nodige opleiding krijgt.
Naast kennis is ook de bedrijfscultuur heel belangrijk. Zorg ervoor dat je veiligheid meeneemt als je uitleg geeft aan personeel. Geef ook zelf het goede voorbeeld. Werk veilig en doe geen dingen waarvan je wilt dat je personeel dat ook niet doet. Zie ook toe dat personeel veiligheidsinstructies opvolgt. Door dit systematisch te doen wordt je bedrijf zeker veiliger.
Daarnaast zal je natuurlijk stapsgewijs moeten werken. Daarvoor is een planmatige aanpak nodig (Preventieplan). Die kun je uitwerken op basis van de opleiding die je volgde. In het ADLO demoproject focussen we op machineveiligheid (Inventaris van arbeidsmiddelen) en onthaalbeleid. Deze worden hier dan ook verder toegelicht.
Inventaris van arbeidsmiddelen
De eerste stap in het veiligheidsproces is het maken van een inventarisatie van de arbeidsmiddelen die je ter beschikking stelt van de werknemers. Alleen de machines, tractoren, werktuigen… die gebruikt worden door je werknemers moeten hierin opgenomen worden.
Voor elk arbeidsmiddel moet er een indienststellingsverslag opgemaakt worden. Hierop moet je enkele zaken bekijken, zoals de CE-conformiteitsverklaring, handboek met instructies, waarvoor gebruik je het werktuig, moeten de werknemers een opleiding krijgen, krijgen de werknemers individuele beschermingsmiddelen,… Uiteindelijk kan je aan de hand van de vragenlijst besluiten of de machine of het werktuig gebruikt kan worden of niet.
Indien de machine niet CE-gekeurd is, dan zie je ze na op veiligheid aan de hand van een lijst van 19 minimale veiligheidseisen. In de praktijk zal je best met je constructeur kijken of er aanpassingen nodig zijn.
Bij het indienststellingsverslag moet je wettelijk ook je externe dienst betrekken. Zij moeten dit document van indienstelling voor kleine bedrijven opmaken en tekenen.
Naast de indienstelling van een veilige machine is het ook belangrijk dat de machine veilig blijft gedurende de hele levensduur. Zorg voor een periodiek nazicht en goed onderhoud. Herstel kleine mankementen snel voordat ze leiden tot onveilige toestanden. Houd dit ook bij (aantoonbaarheid!).
Onthaalbeleid
De menselijke factor is verantwoordelijk voor 80% van de arbeidsongevallen. Ongevallen voorkom je dus best door materiële maatregelen. Toch is het zeer belangrijk om aan nieuwe personeelsleden of bij nieuw werk goede informatie te geven en ook na te gaan of de werknemers de vereiste bekwaamheid hebben voor het uit te voeren werk. Hiervoor zorg je best dat er op je bedrijf een systematiek is om dit aan te pakken. In dit kader worden er binnen het project ook filmpjes rond arbeidsveiligheid per deelsector gemaakt.
Na het geven van de nodige uitleg en instructies is het ook belangrijk te controleren of de werknemers alles begrepen hebben, te waken over de naleving ervan, … Grotere bedrijven kunnen een ervaren werknemer peter of meter van de nieuwe werknemers maken, in het andere geval zal je als werkgever op de werkvloer nieuwe werknemers in het begin nauwer opvolgen en bijsturen. Beperk uitleg en instructies niet tot de normale situaties, maar geef ook aan wat werknemers moeten doen in noodsituaties.
Het preventieplan
Het preventieplan bevat een planmatige aanpak van veiligheid op het bedrijf. Dit kunnen acties op kortere en acties op langere termijn zijn. Denk na over bepaalde problemen, hoe je deze wil oplossen en tegen wanneer. Een voorbeeld van een actie kan zijn om een oude machine op termijn te vervangen door een nieuw exemplaar. Of een geleidelijke omschakeling van het machinepark over verschillende jaren. De bedoeling is dat je als bedrijfsleider een langetermijnpolitiek ontwikkelt op vlak van de arbeidsomstandigheden. Het globaal preventieplan loopt over perioden van vijf jaar en geeft aan welke acties de onderneming binnen deze termijn zal uitvoeren. Als onderdeel van dit globaal plan wordt er jaarlijks een actieplan opgesteld met specifieke punten die volgend werkjaar aangepakt zullen worden.
Starten rond arbeidsveiligheid is niet vanzelfsprekend. Heb je graag hulp bij het werken rond Arbeidsveiligheid dan kan je een vorming volgen bij Boerenbond (schrijf je in op de interesselijst), neem zeker ook eens een kijkje op de website van PreventAgri of contacteer je Boerenbondconsulent.
Nuttige documenten en filmpjes
Om je op weg te helpen hebben we heel wat documenten gemaakt die je kunnen helpen.
!!! OPGELET: De onderstaande documenten zijn werkdocumenten of voorbeelden en moet je aan je bedrijf en je machine(s) aanpassen.
Instructiefilmpjes
Dit introductiefilmpje legt uit waarom arbeidsveiligheid op je bedrijf belangrijk is. Het is beschikbaar in verschillende talen:
Instructiefilmpjes grote sectoren.
Deze filmpjes zijn gemaakt op maat van enkele grotere sectoren. Het zijn filmpjes die in alle talen begrijpbaar zijn en moeten een platform vormen om samen met jouw personeel te praten over de veiligheidsmaatregelen op jouw bedrijf.
Veiligheidsinstructiekaarten
De veiligheidsinstructiekaart (VIK) is de samenvatting van de mondelinge veiligheidsinstructies die de werkgever aan de werknemer verschaft over een arbeidsmiddel.
Wat? | Download het document |
---|---|
Blanco algemene VIK |
|
Blanco VIK voor machines |
|
Voorbeeld VIK voor heftruck |
|
Algemene werkplaatsinstructies |
|
► Op de website van Prevent Agri Vlaanderen zijn nog zeer veel voorbeeld VIKs terug te vinden. Klik op je sector en scroll naar het onderdeel over machines.
Pictogrammen
Pictogrammen van de meest voorkomende risico’s en de vertaling van de beschreven risico’s in de meest voorkomende talen (Nederlands, Frans, Pools, Portugees, Roemeens, Bulgaars en Engels).
- Intrekgevaar (pdf)
- Let op uw handen (pdf)
- Opgepast slipgevaar (pdf)
- Pas op voor heftrucks (pdf)
- Opgepast voor vallen (pdf)
- Draaiende tandwielen (pdf)
- Noodstop (pdf)
- Gevaar besloten ruimte / Verboden voor onbevoegden (pdf)
- Niet onder de laadklep komen (pdf)
- Gevaar voor draaiende snijdende delen (pdf)
Interessante websites
Op de website van Prevent-Agri vind je heel veel interessant materiaal dat je verder op weg kan zetten. Zo hebben zij heel wat voorbeeld VIK.
Je kan bij hen als lid Boerenbond ook gratis een veiligheidsaudit voor je bedrijf aanvragen!
Idewe is een erkende externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Ze staan je bij in het verder uitwerken van het preventieplan van je bedrijf.
Napo is de held van een reeks tekenfilms. Hij staat symbool voor een werknemer uit eender welke industrie of sector. Napo beperkt zich niet tot een specifieke functie of werkomgeving, maar zijn persoonlijkheid en fysieke verschijning blijven in alle films dezelfde. Op deze website vind je dan ook verschillende leuke filmpjes terug die op een eenvoudige, ongesproken manier bepaalde situaties uitleggen die op je bedrijf voorkomen.
Indien je meer wil lezen over de wetgeving 'Welzijn op het werk' kan je best terecht op de website van de FOD WASO.
Stigas is een Nederlandse organisatie die zicht bezig houdt met veiligheid in land- en tuinbouw. Ook zij hebben een aantal leuke filmpjes ontwikkeld over gevaren op het bedrijf.
Praktische tips
Werken in de hitte
In de land- en tuinbouw wordt er veel buiten gewerkt. Eén factor waar je in het voorjaar en de zomer al rekening mee moet houden is de zon. Er is zeker een verband tussen blootstelling aan de zon en de kans op huidkanker. Iemand die dus veel verbrandt, loopt meer kans op huidkanker. Je kunt verschillende preventieve maatregelen nemen:
- De blootstelling aan de zon verminderen door werken rechtstreeks in de zon tussen 11.00 en 16.00 zo veel mogelijk te vermijden. Dit kan bvb door een andere arbeidsplanning of een zonnescherm te voorzien voor bepaalde werkzaamheden, denk maar aan de plantmachines waar een afscherming op voorzien is.
- Draag beschermende kledij bij felle zon en bescherm je hoofd met hoed of pet
- Smeer je voldoende in met een gepaste zonnecrème (beschermingsfactor aangepast aan je huidtype)
Als werkgever heb je daarnaast ook de verplichting je werknemers te wijzen op de gevaren van de zon en te zien welke aanpassingen aan het werk mogelijk zijn om de blootstelling te beperken.
Is het in de zomer dan ook nog bepaalde periodes zeer warm, in het extreme geval met hittegolf, dan moet je bijkomende maatregelen nemen:
- De rustpauzes aanpassen in functie van de zwaarte van het werk
- Het werkschema aanpassen en eventueel vroeger met het werk beginnen
- Gepaste dranken gratis ter beschikking stellen van je personeel.
- Koel water met een temperatuur van 10 tot 15°C is het meest geschikt
- Ook koude thee of niet bruisende limonade zijn geschikt
- Drink regelmatig en geen te grote hoeveelheden (bvb 200 ml per keer)
- Drink geen alcoholhoudende of suikerhoudende en koolzuurrijke dranken bij hitte
Geef je personeel duidelijke instructies!
Veiligheidsinstructies vormen de basis van elk welzijnsbeleid. Het loont dan ook extra moeite te doen zodat instructies duidelijk zijn. Verkeerd begrepen instructies kunnen dan ook het verschil maken tussen een veilige of een gevaarlijke werkomgeving.
Wat kan er zoal fout lopen? Soms zijn procedures niet praktisch en bureaucratisch. In andere gevallen zijn ze te vaag en vrijblijvend. Niemand is gebaat bij instructies die overtollig of onbruikbaar zijn. Eenvoudig taalgebruik en heldere instructies zijn een absolute vereiste.
Het doel van een goede veiligheidsinstructies is om werknemers te voorzien van de informatie die ze nodig hebben om hun werk veilig te kunnen uitvoeren. Belangrijk is dat de instructies hun doel bereiken. De veiligheidsinstructiekaart(VIK) is een goed instrument om belangrijke instructies aan de man te brengen. In een VIK komen verschillende belangrijke aspecten aan bod:
• De omstandigheden waaronder de arbeidsmiddelen of machines gebruikt moeten worden;
• Mogelijke abnormale situaties;
• Ervaringen die je opgedaan hebt bij het gebruik van het arbeidsmiddel of de machine
Als hulpmiddel om de communicatie rond veiligheid op te starten met jouw personeel hebben wij enkele veiligheidsinstructiefilmpjes gemaakt. Je vindt deze onder 'nuttige documenten en filmpjes'.
Orde + netheid = veiligheid
Een onveilige arbeidsplaats kan leiden tot ongevallen. Denk maar aan uitglijden of vallen. Maar ook een aanrijding door een heftruck of andere voertuigen is een risico als je niet ordelijk werkt. Kortom alle werkzaamheden op een niet goed ingerichte en nette werkplek leiden tot risico’s.
Een veilige plek om te werken is dus belangrijk. Om een werkplek veilig te maken en te houden moet je duidelijke afspraken maken met iedereen die er werkt. Zorg ervoor dat alles een goede plaats heeft en dat iedereen ook telkens alles op de juiste plaats legt. Zo blijft de werkplek net en ordelijk en dus ook veiliger.
Volgende zaken worden best afgesproken:
• Houd doorgangen, trappen en looppaden vrij van obstakels;
• Berg materialen en gereedschappen op nadat je klaar bent met je werkzaamheden;
• Zorg dat vloeren niet glad zijn: water en oogstresten op beton zijn een gevaarlijke combinatie; verwijder ze frequent.
• Verwijder olie- en vetvlekken direct, of bestrooi deze met zand of absorptiekorrels ter voorkoming van uitglijden;
• Sla goederen veilig en stabiel op
• Zorg voor goede hygiëne en houd gezamenlijke ruimtes schoon;
• Ruim alles wat je niet direct nodig hebt op;
Je spreekt ook best af wie voor wat verantwoordelijk is en agendeert best dit punt geregeld bij overleg met het personeel.
Ken de gevaren van je producten!
Naargelang het seizoen komen jouw werknemers met gevaarlijke producten in aanraking. Dit zijn niet alleen fytoproducten, maar ook sommige reinigingsproducten, zuren, brandstoffen, … Je moet goed weten wat de gevaren van die producten zijn, wat de voorzorgsmaatregelen zijn en wat te doen als er iets misgaat.
Voor veel, maar niet alle chemische producten stelt de wetgeving normen vast voor classificatie en etikettering, zodat gebruikers goed geïnformeerd zijn over de stoffen waar ze mee werken. De EU-wetgeving voorziet in duidelijke, gestandaardiseerde veiligheidslabels, risicosymbolen en veiligheidsinformatiebladen (die door de producenten en leveranciers van chemische stoffen moeten worden verstrekt; veiligheidsinformatiebladen bevatten informatie over de eigenschappen van een stof, de gevaren die eraan zijn verbonden, en instructies over opslag, gebruik, bescherming, etc.). In dat kader is het dus van groot belang dat gevaarlijke producten in de oorspronkelijke verpakking bewaard worden en dat ze niet in andere verpakkingen overgegoten worden. Zeker als je producten overgiet in lege drankflessen wordt het risico dat iemand er verkeerdelijk van drinkt zeer groot.
Het is ook belangrijk dat je deze informatie op een begrijpbare manier aan je werknemers kan overbrengen. Werknemers moeten weten welke risico's zij lopen, welke preventieve maatregelen zijn genomen en welke actieplannen er zijn voor noodgevallen. Deze informatie moet in eenvoudige, duidelijke, niet-technische taal beschikbaar worden gesteld. Met een paar vragen controleer je ook best of hij/zij het begrepen heeft.
In de communicatie met je werknemers is het dus belangrijk:
• dat op elke werkplek een lijst beschikbaar is met de gebruikte of geproduceerde gevaarlijke stoffen
• dat voor elke geclassificeerde gevaarlijke chemische stof die wordt gebruikt een veiligheidsinformatieblad beschikbaar is
• dat informatie uit het veiligheidsinformatieblad wordt omgezet in werkplekinstructies die praktische informatie bevatten over het gebruik van stoffen tijdens de dagelijkse werkzaamheden
• dat ervoor wordt gezorgd dat verpakkingen voor gevaarlijke stoffen duidelijk zijn gemarkeerd, met waarschuwingen voor gevaren van fysieke aard (bijv. explosiegevaar) en gezondheidsrisico's
• dat resultaten van risicobeoordelingen bekend worden gemaakt
• dat werknemers geregeld wordt gevraagd naar potentiële gezondheids- en veiligheidsproblemen
• dat werknemers alle relevante informatie, instructies en training krijgen over de gevaarlijke stoffen op de werkplek en over de voorzorgsmaatregelen die zij moeten nemen om zichzelf en andere werknemers te beschermen
• dat ervoor wordt gezorgd dat alle werknemers weten hoe ze alle controlemaatregelen juist moeten toepassen, bij wie ze problemen moeten melden en wat ze moeten doen bij ongevallen met gevaarlijke stoffen.
Via de website van napo vind je enkele leuke filmpjes die je aan je personeel kan tonen.
Pas op voor brand en elektrocutie
Wist je dat één op de drie branden ontstaan door elektrische defecten? Meestal door overbelasting van een stroomkring en door kortsluiting omwille van slecht geïsoleerde kabels of defecte contacten die elektriciteitsdraden doen opwarmen. Elektrocutie ligt aan de basis van heel wat ongevallen. Daarnaast ontstaan heel wat ongevallen als gevolg van elektrische stromen en elektrische ladingen. Elektriciteit is extra gevaarlijk omdat het een onzichtbaar risico is.
Een verouderde of slecht werkende elektrische installatie is levensgevaarlijk. Dit is niet alleen een risico voor jezelf en je bedrijfsvoering, maar ook voor de werknemers die bij je werken of gehuisvest zijn. Twijfel dus niet en laat je installatie iedere 5 jaar keuren bij laagspanning en jaarlijks indien je een hoogspanningsinstallatie hebt. Is de installatie niet meer in orde, laat ze dan zo snel mogelijk aanpassen.
Enkele tips ter voorkoming van problemen met elektrische installaties:
• Zorg dat elektrische kabels in perfecte staat zijn
• Overbelast stopcontacten niet
• Ga na of alle toestellen geaard zijn of op een andere manier voldoende beveiligd zijn
• Ga na of het snoer van de elektrische apparaten in goede staat is
• Trek de stekker van de elektrische toestellen uit vooraleer je ze schoonmaakt of herstelt. Ook bij onweer, trek je de stekkers best uit
• Gebruik nooit elektrische toestellen wanneer je natte handen hebt of met je voeten in het water staat
• Laat werknemers niet aan een elektrische installatie werken tenzij je zeker weet dat hij of zij voldoende kennis van zaken heeft
• Test periodiek de verliesstroomschakelaar via de test knop
Voorkom uitglijden en vallen
Het lijkt banaal, maar uitglijden en vallen is, na ongevallen met dieren, nog altijd de grootste oorzaak van letsels in land- en tuinbouw. 19% van alle ongevallen gebeurt door te vallen vanop een hoogte en nog eens 14% door vallen op de begane grond. Uitglijden en vallen is dus een niet te onderschatten risico op uw bedrijf!
Wanorde op de werkplaats is een van de grootste oorzaken van valpartijen. Door ordelijk te zijn en op te ruimen kan je de situatie verbeteren. In een ordelijke werkplaats vind je gereedschap snel terug en kan je dus efficiënter werken. Het risico op een onvoorziene val van een voorwerp wordt ook sterk verminderd.
Ook het op- en afstappen van machines brengt risico's met zich mee, zeker in modderige omstandigheden. Wanneer je van een machine stapt met de rug naar de machine gekeerd of van de machine springt, loop je het risico dat je slecht neerkomt. Wanneer je uitglijdt met de rug naar de machine, kan je je niet vasthouden aan de leuning. Let er dus op dat je achterwaarts van machines stapt en dat je je kan vasthouden aan een ketting of leuning voor het geval je uitglijdt.
Zorg er ook voor dat je kledij aangepast is aan het werk dat je wil uitvoeren. Stevige schoenen of laarzen met aangepaste zolen kunnen voorkomen dat je uitglijdt.
Zien en gezien worden
Elk jaar vallen er slachtoffers bij ernstige en soms zelfs fatale botsingen met machines of voertuigen. Nochtans kunnen preventiemaatregelen in combinatie met enkele organisatorische en technische maatregelen de kans op zulke ongevallen aanzienlijk verkleinen. Uit cijfers op basis van Franse ongevallenverslagen blijkt dat tussen een kwart en de helft van de ongevallen 'aanrijdingen voertuigen-voetgangers' had kunnen voorkomen worden bij door een betere zichtbaarheid.
Het voorkomen van botsingen op werkplaatsen start met enkele organisatorische maatregelen.
• Zorg er voor dat voertuigenverkeer en voetgangersverkeer zo veel mogelijk van elkaar gescheiden worden. Dit voorkomt dat werknemers in de weg kunnen lopen van machines. Markeringen en fysieke barrières zijn hierbij nuttige hulpmiddelen.
• Informeer alle werknemers op de werkplaats over de veiligheidsvoorschriften. Zorg er voor dat iedereen weet wat wel en niet mag in de buurt van rijdende machines zoals een heftruck, een tractor, een oogstmachine,…
• Zorg er voor dat je werknemers goed zichtbaar zijn. Doe ze bijvoorbeeld fluovestjes te laten dragen. Dit helpt de bestuurder van de machine
• Geef iedereen een seintje als je start met een rijdende machine. Zo weet iedereen dat hij attent moet zijn.
• Belangrijk is ook dat de gebruikers van rijdende machines op het terrein de zichtbaarheid vanuit hun voertuig vrijwaren en niet beperken door bijvoorbeeld allerlei accessoires.
Duidelijke afspraken en instructies tussen jou en je werknemers kunnen veel problemen voorkomen!
Geef het goede voorbeeld!
Wil je dat je personeel veilig werkt? Geef dan zelf het goede voorbeeld. Draag geschikte kledij en gepast schoeisel én werk veilig. Zo verkleint de kans op ongevallen. Leg de nadruk op orde en netheid, geen alcohol- en druggebruik… Geef hen ook uitleg wat ze moeten doen, mocht er zich toch een ongeluk voordoen (noodnummer, EHBO-kist…).
Als bedrijfsleider moet je openstaan voor de ideeën en initiatieven van iedereen in verband met veiligheid. Veilig gedrag verdient aanmoediging. Onveilig gedrag moet onmiddellijk aangepakt worden en er moet uitleg gegeven worden waarom het anders moet. Motiveren moet gericht en herhaald gebeuren. Zijn medewerkers geïnteresseerd in veiligheid, geef hen dan ook de kansen en de middelen om dit waar te maken.
Vooraleer werknemers aan het werk te zetten, is het zeer belangrijk dat ze weten hoe ze met de machines of materialen aan de slag moeten. Deze instructies kan je geven aan de hand van een instructiekaart, die in principe aanwezig moet zijn bij elke machine en alle materiaal dat werknemers gebruiken.
Werk veilig aan een machine in storing!
Regelmatig onderhoud is essentieel om apparatuur, machines en de werkomgeving veilig en betrouwbaar te houden. Onvoldoende of gebrekkig onderhoud kan leiden tot gevaarlijke situaties, ongelukken en gezondheidsproblemen. Onderhoud is wel een activiteit met een hoog risico en houd verschillende gevaren in. Het is daarom belangrijk dat je probeert om zo vele mogelijk risico' s uit te sluiten. Werk volgens de correcte procedures. Zet machines altijd stil voordat je er aan werkt en wacht ook tot ze volledig tot stilstand zijn gekomen. Zet onderdelen die kunnen bewegen of draaien vast. Dit kan je doen met blokken of steunen. Op die manier verminder je het risico op verplettering. Gebruik de juiste uitrusting en draag de gevraagde persoonlijke beschermingsmiddelen. Zorg er ook voor dat alle beschermingskappen teruggeplaatst worden na de reparatie.
Zorg er ook altijd voor dat je personeel weet wat het moet doen in geval van een storing. Geef hen instructies over de werking van de machine en de procedure die ze moeten volgen in geval van problemen.