Het zijn niet enkel de land- en tuinbouwers die bezig zijn met verduurzaming. Bij Vandemoortele is sustainability een belangrijk onderdeel van de bedrijfsstrategie. Maar hoe zet je woorden om in daden en welke economische impact heeft dat? We vroegen het aan Marc Croonen.

Was duurzaamheid altijd al een belangrijk thema binnen Vandemoortele?

“In 2016 zijn we beginnen werken aan onze strategie rond sustainability. In het begin was dat voornamelijk op initiatief van enkele medewerkers in de organisatie die daar een passie rond hadden. Dat werd opgepikt in onze marketing om het mee in het communicatieve verhaal van Vandemoortele te verwerken. Maar intussen is het onderdeel geworden van onze businessstrategie en zijn er al heel wat stappen gezet.”
“Een viertal jaar geleden zetten we de grootste stap. Vandemoortele is een familiebedrijf. De vierde generatie eigenaars draagt het bedrijf over aan de vijfde: relatief jonge mensen met een duidelijke blik richting duurzaamheid. De familie heeft toen expliciet uitgesproken dat het bedrijf op zoek moest naar een balans tussen de verschillende elementen: het sociale aspect (people), milieu (planet) en het financieel resultaat (profit). We hebben van de raad van bestuur een heel sterk mandaat gekregen om een evenwicht te zoeken tussen die drie pijlers.”

Hoe hebben jullie dat gedaan?

“De volgende stap die we gezet hebben, is de strategie inhoudelijk uit te werken. Dat hebben we gedaan met interne werkgroepen en bevragingen, en interviews met klanten, leverancieres, ngo’s ... In 2022 zijn we de 700 kaderleden van het bedrijf ook financieel beginnen te belonen voor realisaties op vlak van duurzaamheid. We zijn bottom-up gestart, en die voorstellen willen uiteindelijk door het management en de raad van bestuur gevalideerd.

Maak dat eens concreet.

“Het is een constante evenwichtsoefening waarbij we veel afwegen en overleggen: wat brengt ons zus, of waar kan zo ons brengen? De ethische keuze staat op één: we willen ervoor gaan. Maar de wegen daar naartoe, vraagt veel afstemming. Denk bijvoorbeeld aan hoe wij ons differentiëren tegenover andere bedrijven. Als je met Delhaize werkt, komt gezondheid altijd op de voorgrond omdat zij werken met de Nutriscore. Bij Carrefour is verpakking een belangrijke, dus daar is het zaak om minder plastic te gebruiken of voor eenvoudig sorteer- en recycleerbare materialen te kiezen. Die zaken komen dan ook in de commerciële discussie terug.”
“Een ander gegeven is de synergie tussen profit en planet. Als je kijkt naar energiebesparing: dat is goed voor beide, want we gebruiken minder brandstof en tegelijk gaat onze elektriciteitsrekening naar beneden. Door zulke synergieën te zoeken, versterken we het duurzaamheidsverhaal in de organisatie. Energiebesparing is een element waar we op termijn aan verdienen, maar anderzijds is het een meerkost om onze energie groen te maken. De bewuste keuze om enkel nog met eieren uit vrije uitloop te werken bijvoorbeeld, is een meerkost. Maar de meerwaarde voor onze klant en consument is zo groot, dat we ervoor gaan.”
“Ten derde zijn er daarnaast zaken waar de klant effectief naar vraagt, bijvoorbeeld de keuze voor duurzame soja- of palmolie. We zijn daar uiteraard mee bezig omdat we dat zelf willen, maar ook sommige klanten zijn daar vragende partij.”

Werken jullie vooral op vraag van de klant?

“Tot op heden zijn we de klant meestal een beetje voor geweest. We zijn leading en hebben het aangeboden aan de klanten. Natuurlijk kennen we hun strategie wel: we weten waar zij mee bezig zijn. En we voelen aan dat een aantal klanten ons op termijn ook zal vragen om duurzaam te werken. Rond CO2 bijvoorbeeld. Momenteel is de vraag van de klant er nog niet altijd, maar de beweging is ingezet. ’t Is een kwestie van tijd. De Green Deal speelt daarbij een belangrijke rol. Nu moet er enkel nog maar gerapporteerd worden, maar we weten dat de volgende stap van Europa een verplichting zal zijn. Dus we gaan best de richting al uit.”
Dat is heel mooi, maar hoe past dat in het economische plaatje? Deze initiatieven kosten geld, en er is vaak geen rechtstreekse opbrengst.
“We hebben tot nu toe altijd naar een balans gezocht, maar daar zitten uiteraard grenzen aan. Groene energie bijvoorbeeld hebben we niet van vandaag op morgen ingevoerd. We zijn in drie jaar tijd overgegaan van grijze naar groene energie. Je wil die investeringen wel doen, maar niet op een zotte manier. Om deforestation free te gaan met onze palmolie, hebben we er  meer dan vijf jaar over gedaan. Je moet je ervan bewust zijn dat je je investering alleszins deels moet kunnen doorrekenen aan de klant. Toch weegt het op je marge en die marge moet je in stand houden. Je kan ook niet plots de prijs van je producten te veel verhogen. De klanten moeten een goede meerwaarde zien voor je prijsverhoging om deze te accepteren. Je moet dus voorzichtig zijn. Het is belangrijk om een evenwicht te zoeken. Het heeft geen zin je kost ongecoördineerd te verhogen, en jezelf uit de markt te prijzen. Want dan doe je niks voor de vergroening van de planeet.”
“Overigens geldt hetzelfde voor het gezonder maken van producten. We werken met minder zout en minder suiker, maar doen dat geleidelijk aan. Als we ons brood van de ene dag op de andere té zoutarm maken, valt het niet meer in de smaak. Door elk jaar een paar procentjes te dalen, went de consument. Er zitten trouwens ook verschillen tussen onze markten. De consument in het Verenigd Koninkrijk is het gewoon van brood met minder zout te eten, in Frankrijk verwacht de consument brood met hogere zoutgehaltes.”

Wat zou je advies zijn voor onze land- en tuinbouwers wanneer zij hun ambities op het vlak vaduurzaamheid uitspreken?

“Het is belangrijk om heel goed te focussen op waar jij het verschil wil maken en waarvan je voelt dat je het kán maken. Duurzaamheid heeft veel aspecten: gezondheid, sociale elementen, klimaat en natuur … Waar zit jouw klant op te wachten of denk je dat hij zal op inspelen? Daar kan je het verschil maken! Bij Vandemoortele hebben we bijvoorbeld gekeken naar de strategie van de grote retailers. Welke richting gaan zij uit? Door daar op te anticiperen, hebben wij een competitief voordelen ontwikkeld tegenover de concurrentie.”
“Wees je ook goed bewust van de versnelling die er zal komen wegens de Green Deal. Wij zijn al jaren bezig met verduurzaming, maar de regelgeving gaat alle spelers verplichten om aan bepaalde minimumnormen te voldoen.”
“En een derde element: probeer partnerships te creëren. Zoek partners met wie je langetermijnafspraken kan maken en waarmee je op langere termijn kan samenwerken. Wij voelen bijvoorbeeld aan dat vanuit de retail er vraag is naar langetermijnrelaties met landbouwers.”
 

Wie is Marc Croonen?

Marc is lid van het directiecomité van Vandemoortele. Hij is er personeelsdirecteur en zet mee de lijnen uit voor de duurzaamheidsstrategie van het bedrijf. Verder houdt hij zich ook bezig met health, safety & environment, en met de interne en externe communicatie. 

Wat doet Vandemoortele?

Wij kennen Vandemoortele misschien het best van zijn mayonaise, maar het bedrijf doet veel meer dan dat. Vandemoortele is een toonaangevende Europese groep die diverse voedingsproducten: een divisie produceert en verkoopt brood, croissants, donuts, enzovoort, en de andere margarines, culinaire oliën, vetten en sauzen. In 2022 realiseerde Vandemoortele een omzet van ongeveer 1,9 miljard euro met 4500 medewerkers. De groep is aanwezig in 12 Europese landen, alsook in de Verenigde Staten en Azië. Het hoofdkantoor is gevestigd in Gent.