Nachtkijkers en geluidsdempers in de strijd tegen everzwijnen
Op 5 september 2024 dienden parlementsleden van cd&v en N-VA een federaal wetsvoorstel in om nachtkijkers en geluiddempers op wapens toe te laten in functie van de jacht op everzwijnen. Zoals bekend ondervinden land- en tuinbouwers heel wat schade door de groeiende everzwijnenpopulatie. Het gaat dan zowel om wroetschade in graslanden als om vraatschade aan vooral mais en tarwe. Boerenbond staat dan ook volledig achter het voorstel om nachtkijkers en geluidsdempers toe te laten voor jagers en bijzondere veldwachters om de jacht op everzwijnen zo veiliger, effectiever en efficiënter te laten verlopen.
Afschotcijfers
Vooral we de beleidsmatige context belichten, eerst wat cijfers. De afschotcijfers in Vlaanderen zijn in een decennium verzesvoudigd: van 581 everzwijnen in 2014 tot 3302 in 2023. Opvallend is het stijgende aantal everzwijnen dat gevangen werd door het plaatsen van kooien. In 2023 steeg werden zo 317 everzwijnen gevangen genomen. Met deze methode komt men stilaan in de buurt van het aantal everzwijnen dat geschoten werd tijdens drukjachten. Toch blijft de belangrijkste jachtmethode momenteel nog steeds de gewone aanzichtjacht – waarbij de jagers gaan aanzitten op een hoogzit of kansel en wachten tot het wild binnen schietafstand komt. Op die manier werden in 2023 bijna 2400 everzwijnen geschoten.
Bijzondere jacht op everzwijnen mag het hele jaar door, dag en nacht. Dat kan door middel van aanzitjacht, drukjacht of bersjacht (waarbij jagers het wild besluipen om het dicht genoeg te benaderen om het te kunnen schieten) en met behulp van aankorrelplaatsen, akoestische lokmiddelen en kooivallen.
Specifieke cijfers over de geschatte populatie everzwijnen in Vlaanderen of de omvang van de schade door everzwijnen zijn niet beschikbaar. Door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) werd er wel berekend dat ondanks het stijgende afschot de populatie everzwijnen elk jaar nog met 37 % toeneemt, wat ongetwijfeld ook zijn impact zal hebben op de evolutie van het schadebeeld in de land- en tuinbouwsector.
Huidig beleidskader ontoereikend
Momenteel is het gebruik van nachtkijkers en geluidsdempers in Vlaanderen verboden door het Jachtvoorwaardenbesluit, maar het voorziet wel een uitzondering om op everzwijnen te kunnen jagen met een lamp gemonteerd op het wapen. Deze methode is echter ontoereikend. Het plotse licht doet een everzwijn opschrikken, waardoor het te vaak op de vlucht slaat vooraleer er kan worden geschoten.
Een recent rapport van het INBO over de impact van de verdeling van het afschot op de populatie everzwijnen stelt dat om de Vlaamse everzwijnenpopulatie stabiel te houden, het afschot moet worden verhoogd. Hierbij argumenteert men vooral dat er extra inspanningen nodig zijn om het afschot van jonge dieren te verhogen en dat dit afschot vooral in de wintermaanden moet gebeuren. Uit simulaties blijkt dat het effect van het afschieten van hetzelfde aantal dieren groter is wanneer dit in de winter gebeurt, vergeleken met afschot in de zomer of een gelijkmatige verdeling over het hele jaar.
Deze studie stelt dus dat het niet enkel belangrijk is om méér everzwijnen te schieten, maar ook om meer in de winter te bejagen omdat dit meer effect heeft op het indijken van de populatie. Het ingediende wetsvoorstel om nachtkijkers en geluidsdempers toe te laten, kan beide aanbevelingen mee helpen verwezenlijken.
Meerdere voordelen
Nachtkijkers geven de jager meer tijd en zouden de bestrijding van everzwijnen niet alleen efficiënter, maar ook diervriendelijker maken. Door gebruik van deze hulpmiddelen is de kans groter dat het dier correct wordt getroffen.
Daarnaast zijn geluidsdempers stiller waardoor de dieren minder snel zullen schrikken. Zo krijgt de jager de mogelijkheid om meerdere everzwijnen neer te schieten als de kans zich voordoet. Verder is het gebruik van geluidsdempers ook bevorderlijk voor de omgeving. Niet alleen de dieren, maar ook de buurtbewoners zullen minder knallen horen, en dus minder hinder ervaren van de jacht op everzwijnen.
Wat is er intussen al gebeurd?
Het is intussen meer dan vier maanden geleden dat het wetsvoorstel werd ingediend in de Kamercommissie. In oktober vroeg men aan heel wat instanties – waaronder ook Boerenbond – advies over dit voorstel. Zoals eerder al gezegd, steunen we dit wetsvoorstel voluit. Om tegemoet te komen aan de bezwaren van onder andere de Federale Politie en het Vlaamse Vredesinstituut werden verschillende amendementen ingediend. Zo moeten serienummers de traceerbaarheid bevorderen en wordt voorzien dat elke overdracht van een nachtkijker wordt meegedeeld aan de gouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de houder van het jachtverlof. We rekenen op een snelle en succesvolle stemming in de Kamer om dit voorstel goed te keuren en zo de overlast van everzwijnen te milderen door een hoger afschot te realiseren.
Blijf schade melden
Zoals op het terrein ervaren, wordt de aanwezigheid van everzwijnen in Vlaanderen verschillend beoordeeld afhankelijk van visie en belangen. Ze bieden zowel ecologische als economische voor- en nadelen, die echter niet voor iedereen gelijk zijn. Daarnaast variëren deze effecten afhankelijk van de locatie, het landschap en de maatschappelijke context.
Om deze belangen af te wegen en tot een gezamenlijke visie en actie te komen, voorziet het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) – conform de jachtwetgeving – in een jaarlijks structureel overleg met alle relevante terreinbeheerders. Dit overleg is opgedeeld in faunabeheerzones. Dit zijn tien geografisch afgebakende zones in Vlaanderen met een samenhangend everzwijnbeheer. Hier maken betrokken partijen de balans op van de aanwezigheid van everzwijn binnen de zone (of delen ervan). Is de balans negatief, dan wordt er gewerkt aan een nieuwe situatie waarin zowel de kost als de impact van everzwijnen en van het beheer ervan voor iedereen meer aanvaardbaar is.
Het uiteindelijke doel van het overleg is om tot een consensus te komen over de doelstelling van het everzwijnbeheer, rekening houdend met de belangen van verschillende partijen.
Gezien het uitbetalen van schadevergoedingen voor geleden schade hoogst uitzonderlijk is (in 2022 werd het eerste en tot op heden enige dossier uitbetaald), is bejaging van everzwijnen cruciaal in functie van een grondig populatiebeheer en het beperken van schade.
Binnen de gekende faunabeheerzones is er echter vaak nog discussie over de omvang van de lokale everzwijnpopulatie en de schade, en daaruit vloeiend ook rond de maatregelen die al dan niet moeten worden genomen. Een goede basis voor discussie en overleg vormen cijfers. Daarvoor is de website www.wildinzicht.be hét medium. Hier verzamelt de Vlaamse overheid alle waarnemingen van wild, dode wilde dieren en alle soorten wildschade.
Het INBO verwerkt deze informatie tot overzichten en grafieken die voor iedereen raadpleegbaar zijn op faunabeheer.inbo.be. Wekelijks bekijken de gemachtigde faunabeheerders alle meldingen voor everzwijnen. Indien nodig nemen ze daaropvolgend gepaste acties. Bij belangrijke schade geeft ANB een melding aan de jachtrechthouder zodat die daarmee aan de slag kan. De informatie van de website ‘Wild in zicht’ wordt ook gebruikt als onderbouwing voor aanpassingen aan de administratie, het beleid en de wetgeving.
Zoals eerder vermeld kan je als landbouwer via deze website schade eenvoudig melden en, indien van toepassing, een schadevergoeding aanvragen.
Gezien het belang dat de overheid hecht aan de meldingen die via ‘Wild in zicht’ binnenkomen, is het in het belang van onze sector om zo veel mogelijk schade te melden. Zelfs al is het voor iedereen duidelijk dat het aantal gerapporteerde schadegevallen tot op vandaag een onderschatting is van de daadwerkelijke schade, dreigt ‘geen meldingen’ geïnterpreteerd te worden als ‘geen schade’. We kunnen het belang van het melden van schade (van elke diersoort) dus niet voldoende onder de aandacht brengen.