Goede bodem-, teelt- en bemestingstechnieken voor 2025 definitief goedgekeurd

Op vrijdag 4 april keurde de Vlaamse regering de lijst met goede bodem-, teelt- en bemestingstechnieken definitief goed. Zo kan in 2025 gekozen worden uit 17 goede praktijken. 

Voor de techniek 'bijbemesting na advies' was er bij de principiële goedkeuring nog opgenomen dat de bemestingsadviezen nog moesten gehomologeerd en gestandaardiseerd worden door ILVO. Dit is nu gebeurd waardoor deze techniek definitief mee opgenomen wordt. Daarbij is er de voorwaarde bijgekomen dat deze techniek niet kan toegepast worden in de groene bestemmingen binnen SBZ-H.

Aan sommige van de maatregelen worden voorwaarden gekoppeld, zoals de minimale aanhoudperiode van vanggewassen die moet gerespecteerd worden of dat ingezaaide wintergranen het jaar daarna moeten blijven staan als hoofdteelt. Voor onderstaande technieken worden zijn de voorwaarden wat ruimer geformuleerd. Daarnaast kan de minister via een ministrieel besluit nog verder specifiëren op welke wijze de goede bodem-, teelt- en bemestingspraktijken aangevraagd en gestaafd moeten worden. 

Bemesting na advies 

Het perceel mag geen grasland zijn. Daarnaast mag het perceel ook niet gelegen zijn groene bestemmingen gelegen in SBZ-H. Als op het perceel voor het zaaien of planten meststoffen opgebracht worden, bedraagt de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in werkzame N, die dan opgebracht wordt, maximaal 70% van de hoeveelheid werkzame N die op het perceel in kwestie in het jaar in kwestie opgebracht mag worden, conform de bepalingen van het Mestdecreet van 22 december 2006. Als de landbouwer, na het zaaien of planten, op het perceel in kwestie nog meststoffen wil opbrengen, gelden de volgende voorwaarden: 

a) de meststoffen worden ten vroegste veertien dagen na het zaaien of planten opgebracht; 

b) voorafgaand aan de bemesting wordt een stikstofanalyse met bijbehorend bemestingsadvies uitgevoerd, dat voldoet aan de volgende voorwaarden: 

1. de staalname wordt voorafgaandelijk aan de Mestbank gemeld via een internetloket dat de Mestbank ter beschikking stelt; 

2) de stikstofanalyse met bijbehorend bemestingsadvies wordt uitgevoerd conform de mestregelgeving; 

c) de landbouwer zorgt ervoor dat de hoeveelheid meststoffen die in het bemestingsadvies worden geadviseerd, op het perceel in kwestie niet wordt overschreden; 

d) als de hoeveelheid meststoffen die op basis van het bemestingsadvies wordt geadviseerd, in voorkomend geval verhoogd met de hoeveelheid meststoffen die voorafgaand aan het advies al op het perceel werd opgebracht, lager is dan de hoeveelheid N die op het perceel in kwestie opgebracht mag worden volgens het Mestdecreet, dan mag het verschil hiertussen, niet op een ander tot het bedrijf behorend perceel opgebracht worden. 

Niet afvoeren van stro 

Op het perceel in kwestie wordt als hoofdteelt ‘Wintertarwe of triticale’ of ‘Wintergerst of andere granen’ verbouwd. Na de oogst van de granen wordt al het geoogste stro op het perceel niet afgevoerd.

Onbeteelde stroken 

Onbeteelde stroken zijn stroken die bestaan uit de wendakker, de vrije werkgangen en de andere delen van het perceel die vrij blijven van de hoofdteelt maar niet de beschermingsstroken, BO, ER …  ​Op het perceel zijn een of meer onbeteelde stroken aanwezig die, zodra de hoofdteelt ingezaaid of geplant wordt tot wanneer de hoofdteelt volledig geoogst is, altijd minimaal 15% van de totale oppervlakte van het perceel beslaan. Daarnaast moet het vanggewas uiterlijk 14 dagen na aanplant of inzaai hoofdteelt ingezaaid worden (indien voor 1 april, vanggewas uiterlijk op 15 april). Bij een volledige of gedeeltelijke oogst van de hoofdteelt uiterlijk op 15 september, wordt op de geoogste delen uiterlijk veertien dagen na de oogst en uiterlijk op 15 september een vanggewas ingezaaid. Het maaien van het vanggewas en het afvoeren van het maaisel van het vanggewas is toegestaan​. Er worden geen dierlijke mest en geen andere meststoffen toegediend op de teeltvrije wendakker​. De hoofdteelt wordt bemest met kunstmest via bandbemesting, via rijbemesting, via druppelbevloeiing of via een bemestingstechniek waarbij de kunstmest minstens even precies geplaatst kan worden als bij een bemesting via bandbemesting, rijbemesting of druppelbevloeiing. 

Afvoeren oogstresten 

Voor deze techniek worden 4 verschillende teeltgroepen gedefinieerd die een ander terugverdieneffect hebben. De oogst van de hoofdteelt of teeltcombinatie gebeurt na 15 september. Van elke oogst na 15 september worden de oogstresten verwijderd binnen een termijn die relevant is om de oogstresten nog op oordeelkundige wijze te kunnen afvoeren. De oogstresten worden afgevoerd naar een installatie vergund voor het voor het verwerken van organisch materiaal zoals de oogstresten in kwestie, hetzij gebruikt als veevoeder of voor een andere hoogwaardige toepassing, hetzij op het bedrijf gecomposteerd met het oog op het gebruik als meststof en ze worden afgevoerd op een oordeelkundige manier. 

Doorgroeien van oogstresten 

Bij het oogsten wordt getracht de afgeoogste plant zo min mogelijk te beschadigen om doorgroei mogelijk te maken. De afgeoogste plant wordt niet vernietigd en blijft op het perceel minstens tot 31 januari van het volgende kalenderjaar aanwezig.