njnjnj

Welk eiwitrijk gewas heeft het meeste potentieel in Vlaanderen?

Als we eiwitrijke gewassen willen rendabel maken in Vlaanderen moeten we ze via een betere prijs dan de wereldmarktprijs kunnen valoriseren. Enerzijds is daarvoor samenwerking nodig in de keten, anderzijds moeten de lokale volumes naar omhoog. Om te weten in welke richting we op korte termijn een beredeneerde stap vooruit kunnen zetten, brachten Boerenbond en Bond Beter Leefmilieu de verschillende actoren in de keten rond de tafel tijdens een Dinner Hack van Generation Food. Ze werkten hiervoor samen met HOGENT, Inagro en Praktijkpunt landbouw Vlaams-Brabant.

De dag bestond uit verschillende onderdelen en had als doel om enerzijds kennis en ervaringen te delen vanuit heel verschillende perspectieven (landbouw, afnemers, verwerkers, overheid, onderzoek, …) en anderzijds om elkaar beter te leren kennen. Deze informele manier zorgde ervoor dat er kon doorgesproken worden en dat is nodig, want tot nu toe wordt er te vaak vanuit 1 schakel geredeneerd en naar oplossingen gezocht. De uitdaging is echter zo complex dat we deze uitdaging gelijktijdig met iedereen aan tafel moeten ‘hacken’.

jnjnnj

We begonnen op het quinoaveld van landbouwer Pieter-Jan Noë van het Livinushof. Het was voor verschillende teelten dit voorjaar een uitdaging en dus ook voor de quinoa die opnieuw moest ingezaaid worden. Tegelijk is dit meteen een belangrijk thema voor alle eiwitrijke gewassen: de opbrengst is onzeker. Het is dus van belang om hierover duidelijke afspraken te maken in de keten zodat niet alle risico’s bij de landbouwer liggen. Voor de oogst werkt Pieter-Jan samen met landbouwer Danny Herrebout die aangaf dat het gewas na oogst praktisch direct gelost en gedroogd moet worden om te vermijden dat die in de machine aankoekt. Eens gedroogd (voor rekening van de landbouwer), wordt de quinoa onder contract verkocht wat een stuk prijszekerheid biedt. Uit het gesprek bleek dat er bij de landbouwers interesse is voor een grotere betrokkenheid in de keten waarbij de landbouwer ook een stukje van de meerwaarde kan krijgen, via een pool, coöperatie, … 

Tegelijk blijft het een uitdaging om te concurreren met de wereldmarktprijs van quinoa. Een kans om ons te onderscheiden zou volgens Braet – De Vos bij de kwaliteit van opschoning kunnen liggen, die hier merkelijk beter is. Andere mogelijkheden voor een betere prijs zou de afzet zijn aan bijvoorbeeld grootkeukens die bepaalde vereisten stellen, zoals bijvoorbeeld die van het Brussels gewest die op zoek zijn naar lokaal geteelde granen en peulvruchten. Hier geldt wel de voorwaarde dat de producten op zo’n manier geproduceerd zijn dat het praktisch neerkomt op bio.

Bezoek aan de Huysmanhoeve in Eeklo

Met de ervaringen ‘recht uit het veld’ kwamen we daarna samen in het prachtige kader van de Huysmanhoeve in Eeklo. De deelnemers kregen een korte uitleg over lopende projecten ‘Vlaamse eiwitboeren’, ‘CROPDIVA’, ‘Legendary’,’Peapact2’, Leg-O, … allemaal initiatieven die landbouwers willen ondersteunen met kennis en nieuwe afzetmogelijkheden. 

De uitdaging was duidelijk: vandaag gaan we met deze groep richting geven aan de vraag ‘Welk eiwitrijk gewas heeft op korte termijn het meeste potentieel in Vlaanderen?’. De kennismaking gebeurde tijdens het snijden van verse groentjes voor de apero en we mochten weer heel interessante profielen verwelkomen: landbouwers, afnemers, onderzoekers, verwerkers, retail, overheid, … De sfeer was zomers en ontspannen en de goesting om aan de uitdaging te beginnen, nam toe. 

De groep werd in verschillende teams opgedeeld en kregen de opdracht na te denken over de voor- en nadelen van de verschillende eiwitrijke gewassen: veldboon, gele erwt, soja, kikkererwt en quinoa. Welke rassen zijn beschikbaar? Wat is de opbrengst(zekerheid)? Wat is de vraag in de markt? Wat is de kostprijs voor de boer en hoe verhoudt die zich ten opzichte van de wereldmarktprijs? Kunnen ze gemakkelijk geteeld worden? Wat met ziektes en vogelschade? Is er infrastructuur om ze te verwerken? 

Kikkererwten bijvoorbeeld zijn geweldig op vlak verwerkingsmogelijkheden en zijn bovendien goed bekend bij de consument. Aan de kant van de landbouwproductie blijkt het nog risicovol om dit op grote oppervlaktes te gaan telen. Het werd snel duidelijk dat veel verschillende parameters moeten goed zitten om tot een succesvol verhaal te komen. De lunch bracht wat zuurstof en uitwisseling met de andere teams. 

Enkele grote lijnen van de bedenkingen
  • Voor gele erwt en veldboon, verwerkt in voedingsproducten, lijkt er momenteel het meeste potentieel.

  • Met 1000 ton gele erwt, over ongeveer 200 ha, kan een keten opgestart worden.

  • Er zijn oplossingen nodig voor onder andere erwtenkever, vogelschade, ongedetermineerde groei (in geval van kikkererwt), ...

  • De keten bestaat uit landbouwers en loonwerkers, opschoning, triage, pellen, verwerkers, voedingsbedrijf, retail.

  • In de marketing moet er aandacht zijn voor ‘lokaal’ en ‘duurzaam’ en er is ook nood aan overkoepelende marketing bijvoorbeeld via VLAM, producentenorganisatie, …

Een andere opvallende suggestie was om de afzet van de bruine boon aan te zwengelen. Deze boon wordt hier geproduceerd en verwerkt. Sinds de ecoregeling staat de prijs voor de landbouwer echter onder druk omdat de productie ervan steeg, maar de afname, vooral naar Nederland, niet in diezelfde mate toenam. Als de bekendheid in België ervan zou stijgen, zouden we hier makkelijk kunnen schakelen: het gewas kan hier succesvol geteeld worden (opbrengstzekerheid) en de verwerkingsketen bestaat al.

We slaagden erin om duidelijk richting te geven aan de vraagstelling over welk eiwitrijk gewas het meeste potentieel heeft, met een gedeelde eerste plaats voor gele erwt en bruine boon, nipt gevolgd door veldboon. Dit zal de basis vormen voor het verdere verloop van het project ‘Vlaamse eiwitboeren’. Na de zomer plannen we bedrijfsbezoeken aan samenwerkingsverbanden in Nederland en Wallonië en in het najaar gaan we van start met een lerend netwerk waar we met de betrokken landbouwers richting gaan geven aan nieuwe vormen van samenwerking in de toekomst. 

Operationele groep ‘Vlaamse eiwitboeren’

De operationele groep ‘Vlaamse eiwitboeren’ onderzoekt samen met landbouwers en geëngageerde ketenspelers hoe er op Vlaams niveau beter kan samengewerkt worden in de productie van lokale eiwitrijke gewassen voor humane consumptie. De onderzochte gewassen zijn gele erwt, veldboon, soja, kikkererwten en quinoa. Samen met de projectpartners Inagro, HOGENT, Praktijkpunt landbouw Vlaams-Brabant en Bond Beter Leefmilieu, brengt Boerenbond momenteel in kaart rond welk gewas er op korte termijn een samenwerking kan opgestart worden en hoe deze er kan uit zien.

Bron: Nele Lauwers, consulent Nieuwe Verdienmodellen.

njn
njnj