Landbouw en klimaat: boeren hébben oplossingen

De land- en tuinbouwsector kan een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen. Landbouwers zijn niet alleen voedselproducenten die maatregelen nemen om de koolstofuitstoot te verminderen. De boer is ook een veel breder opererende ondernemer, die door bijvoorbeeld het opslaan van koolstof of door het produceren van duurzame energie mee de gevolgen van klimaatverandering kan doen keren.

Klimaatverandering heeft gevolgen voor alle sectoren van de samenleving. Ook landbouw ondervindt de voelbare gevolgen van steeds extremer wordend weer. De broeikasgasuitstoot van alle sectoren moet verminderen om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan.

Het aandeel van broeikasgasuitstoot in Vlaanderen bedroeg in 2020: industrie (28%), energie (23%), transport (20%), huishoudens (12%), land- en tuinbouw (11%) en handel en diensten (5%). De landbouwsector erkent de noodzaak om zijn aandeel van de klimaatimpact te verminderen en landbouwbedrijven nemen hiertoe diverse maatregelen.

Hierdoor daalde bijvoorbeeld de koolstofvoetafdruk van Vlaamse melk met 30% tussen 2000 en 2019. In het algemeen is de broeikasgasuitstoot van de Vlaamse land- en tuinbouw tussen 1990 en 2019 met 15% gedaald.

Boeren hebben oplossingen

Landbouwers doen niet alleen hun uitstoot dalen, ze leveren daarnaast een belangrijke bijdrage aan de klimaatdoelstellingen. Doordat landbouwers CO2 kunnen opslaan in hun gewassen en in de bodem (carbon farming) draagt de landbouwsector bij aan klimaatneutraliteit in 2050.

In zijn samenwerking met het platform Claire wil Boerenbond zoveel mogelijk landbouwers stimuleren om aan carbon farming te doen. Het CO2-platform Claire is het eerste Vlaamse platform waar koolstofopslag in landbouwbodems gevaloriseerd zal worden door lokale bedrijven en particulieren die eigen klimaatimpact willen verminderen.

Daarnaast werken we aan diverse projecten met bijvoorbeeld de retail om stappen te zetten in carbon farming.

Sleutelspelers in actuele energievraagstuk

Ook in het actuele energievraagstuk zijn landbouwers sleutelspelers. Sinds 2010 is de landbouwsector in Vlaanderen een netto-producent van elektriciteit. Hierdoor kan de sector een belangrijke speler zijn in de energietransitie en levert hij zijn bijdrage in situaties van tekorten aan elektriciteit. Dankzij de energie die hij produceert zorgt de landbouwsector er mee voor dat het elektriciteitsnet in evenwicht blijft, zodat stroompannes vermeden kunnen worden.

Op Vlaamse tuinbouwbedrijven vind je vaak zogenaamde wkk’s (warmtekrachtkoppelingen). Die produceren warmte voor serres, maar ze wekken tegelijkertijd op een efficiënte manier elektriciteit op voor ca. 630.000 gezinnen. Dat komt overeen met het aantal inwoners van de provincie Oost-Vlaanderen. Of anders gesteld, de Vlaamse glastuinbouw heeft vandaag de mogelijkheid om evenveel elektriciteit te produceren als één kerncentrale!

Landbouwers doen je lamp branden

Ook in toekomstige energiegemeenschappen kunnen landbouwers een centrale rol spelen: binnen een energiegemeenschap verenigen burgers zich in een collectief dat energie onderling produceert en deelt. Door het opzetten van een dergelijke coöperatie maken ze het ook mogelijk om collectieve investeringen te doen, bijvoorbeeld in een zonnepaneleninstallatie of in een warmtenet. Landbouwers zijn graag geziene deelnemers in deze collectieven.

Ze hebben immers vaak grote daken of produceren warmte die ze zelf niet nodig hebben. “In Vlaanderen bestaan momenteel al een aantal actieve energiecoöperaties waar boeren bij betrokken zijn”, zegt Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens. “Vanuit Boerenbond zijn we bij een aantal van deze samenwerkingen betrokken. Zo werd er in Bocholt bijvoorbeeld een warmtenet gestart waarbij houtsnippers uit lokale hagen en houtkanten verbrand worden. Met de energie die hierdoor vrijkomt worden onder meer een kleuter- en lagere school verwarmd.”

Laagste klimaatimpact

Cijfers van de VN Voedsel- en Landbouworganisatie tonen aan dat ons lokaal geproduceerd voedsel zowat de laagste klimaatimpact ter wereld heeft. De voetafdruk van Vlaams vlees en Vlaamse melk zijn significant lager dan elders. Uit onderzoek blijkt dat de koolstofvoetafdruk per kilogram vlees van ons Belgisch witblauw rundvlees 1/3de lager is dan die van Iers rundvlees en zelfs slechts ongeveer de helft bedraagt van die van Braziliaans rundvlees.

Ook appels van hier blijken ‘maar’ 1/3de van de klimaatimpact te hebben dan die afkomstig uit bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland. Daarnaast loopt momenteel ook een onderzoek naar de koolstofvoetafdruk van onze lokale peren en naar hoe de koolstofopslag in de bodem van de perenboomgaard onze peren bijna klimaatneutraal maakt. “Of met andere woorden: voor het klimaat produceren we ons voedsel beter hier dan elders”, besluit voorzitter Ceyssens.

Meer info: Vanessa Saenen, woordvoerder, gsm 0475 55 55 25.