Op de eerste rij: 11 november 2021

8 november 2021

Vlaams klimaatplan met ambitieuze verhoogde doelstelling voor landbouw

Vorige week bereikte de Vlaamse regering dan toch een akkoord over een Vlaams klimaatplan. Voor onze sector wordt de huidige reductiedoelstelling voor broeikasgassen verhoogd met 10%. Ook de industrie moet tegen 2030 zijn uitstoot met 10% extra verminderen. Daarnaast zijn er ook heel wat maatregelen met een grote impact op wonen en mobiliteit.

De verhoogde reductiedoelstelling voor landbouw is ambitieus. Maar we beseffen wel dat ook onze sector zijn steentje moet bijdragen. Er zal via drie sporen worden gewerkt.  Innovatie moet ervoor zorgen dat de energetische emissies verder dalen. Het VLIF  en de EBO’s (energiebeleidsovereenkomsten voor de tuinbouw) zullen daarin, naast bedrijfsbegeleiding, een cruciale rol spelen. De wkk-steun voor fossiele brandstoffen wordt versneld uitgefaseerd. Daarnaast zal via het nieuwe GLB ook worden ingezet op maatregelen die koolstofopslag in de bodem stimuleren. En tot slot wordt verder ingezet op een doordacht veestapelmanagement, waarbij meer lokale productie van soja en andere plantaardige eiwitten, aangepast veevoeder …  de Vlaamse veestapel nog efficiënter en duurzamer moet maken. De Vlaamse veehouderij zal ook meer de consumptietrends op EU-niveau moeten volgen. Een reductie van de veestapel – gesuggereerd door een aantal ‘experten’ – behoort dus niet tot het maatregelenpakket.

Om de nieuwe taakstelling te realiseren en te vertalen in een concreet maatregelenpakket, heeft  Vlaams minister van Landbouw Crevits alvast aangekondigd in overleg te gaan met de sector. Een goede zaak en belangrijk om te komen tot maatregelen die haalbaar en draagbaar zijn en draagvlak hebben. Wij verwachten daarbij dat bedrijven die inspanningen leveren positief ondersteund en begeleid worden, zodat het pad van de reductie, dat onze sector al veel eerder dan andere sectoren heeft ingezet, kan worden voortgezet op een efficiënte en voor onze bedrijven haalbare en betaalbare manier.

Bedrijven die inspanningen leveren voor het klimaat moeten positief worden ondersteund en begeleid.

Sonja De Becker

Op pad met de politici

Om de belangen van jullie – onze leden – goed te verdedigen, zijn contacten met politici van diverse politieke partijen van cruciaal belang. Dat doen we via frequent overleg, maar bijvoorbeeld ook via zomerstages en bedrijfsbezoeken. Zo brachten we onlangs ook enkele N-VA-parlementariërs en hun medewerkers naar een melkveebedrijf in Vlaams-Brabant en een glastuinbouwbedrijf in Antwerpen. We gaven hen daarbij heel wat info en een inkijk in de uitdagingen op het vlak van het klimaat- en energiebeleid. We lieten ook volop de bedrijfsleiders aan het woord die – met de voeten in de praktijk – konden uitleggen hoe zij omgaan met deze beleidsuitdagingen. Dit zijn gesprekken en uitwisselingen die er echt toe doen en die ervoor zorgen dat politici met meer kennis van zaken aan de slag kunnen.

Samen de schouders onder biologische productie

Ook contacten met collega-organisaties zijn belangrijk. Vorige week hadden we op het biobedrijf van Johan Martens, voorzitter van onze werkgroep Bio binnen Boerenbond, een uitgebreid overleg met Bioforum, de sectororganisatie voor de biologische landbouw-en voedingsketen, waarbij we opportuniteiten bespraken om samen in te spelen op de kansen voor meer Vlaamse biologische productie. Over de doelstelling die de Europese Farm to Fork-strategie poneert om tegen 2030 25% van de oppervlakte biologisch te hebben, zijn we beiden minder enthousiast. Boerenbond én Bioforum vinden die doelstelling eerder bedreigend dan wel een hulpmiddel. De omschakeling naar biologische productie blijft vanuit het perspectief van de land- of tuinbouwer immers een marktopportuniteit. Als de afzetmarkt niet mee evolueert, heeft het geen zin om meer biologisch te gaan produceren, want dan komt het verdienmodel onder druk. Biologisch produceren is trouwens ook niet voor iedereen weggelegd. Maar voor sommige boeren en tuinders kan bioproductie wel degelijk een volwaardig verdienmodel zijn. Omschakelaars en bioproducenten verdienen dan ook alle steun en begeleiding. Een heikel punt daarbij blijft de beschikbaarheid van bedrijfseconomische cijfers. Dat bleek trouwens ook uit de discussie die we het voorbije jaar met al onze sectorvakgroepen hadden over de kansen en mogelijkheden voor biologische productie in Vlaanderen. Kortom, het was een boeiende uitwisseling met een duidelijke vervolgagenda, waarmee onze medewerkers nu aan de slag gaan.