Op de eerste rij: 10 oktober 2024

Platteland in het stemhokje

Dit weekend mogen we naar de stembus gaan om onze gemeente- en provincieraden te kiezen. En ik zeg heel uitdrukkelijk ‘mogen’ want voor het eerst zullen we in Vlaanderen verkiezingen hebben zonder opkomstplicht. ‘Dorpspolitiek’ is een woord dat vaak gebruikt wordt in een laatdunkende context, maar vergis je niet: de lokale politiek is en blijft een zeer belangrijk beleidsniveau, niet in het minst voor onze land- en tuinbouwers. 

Lokale politici kunnen met zeer concrete acties veel betekenen voor onze land- en tuinbouwers en hen ondersteunen in de uitvoering van hun job en de ontwikkeling van hun bedrijf. Ze zijn een belangrijke partner op verschillende vlakken. Onze land- en tuinbouwers bewerken in Vlaanderen bijvoorbeeld meer dan 53.000 ha die in eigendom zijn van lokale besturen. Die moeten ook voor landbouw bestemd zijn en blijven. De provincies zijn verantwoordelijk voor de praktijkcentra, het verlenen van vergunningen en het plattelandsbeleid en hebben dus ook belangrijke troeven in handen.

Boerenbond heeft daarom ook voor de lokale politiek een to-dolijst opgesteld, bestaande uit 44 punten, verdeeld over zeven thema’s. Bijvoorbeeld over ruimte voor ontmoeting en inspraak. We vragen dat er een landbouwtoets wordt ingevoerd bij (beleids)plannen en projecten, die nagaat wat het effect is van een beslissing op de land- en tuinbouw. Het is daarnaast essentieel dat er ruimte voor landbouw is en blijft in de gemeente. Gemeenten moeten een omgevingsbeleid voeren waarbij agrarisch gebied maximaal voorbehouden wordt voor beroepslandbouw, zowel naar bestemming als gebruik. Het is uit den boze dat de gemeente gronden zou kopen in agrarisch gebied voor andere doeleinden dan landbouw en dat ze bebossingsvergunningen in agrarisch gebied zou verlenen. 

Het ondersteunen van de aanleg van vul- en spoelplaatsen door de gemeenten in het landbouwgebied is relevant op het vlak van water en erosie. Daarnaast kan de gemeente zorgen voor een veilige en vlotte doorgang van landbouwverkeer. Bij tonnagebeperkingen en herinrichtingen van wegen moet ze rekening houden met landbouwverkeer. Uiteraard moeten landbouwpercelen steeds bereikbaar blijven. 

De gemeente kan ook een grote rol spelen als het gaat over het verkleinen van de afstand tussen boer en burger. Dat kan via communicatie, landbouweducatie en het promoten van lokale producten, onder andere via de gemeentelijke communicatiekanalen. En in een tijd waar ‘klimaat’ meer is dan een hip woord, is het essentieel om de inspanningen die landbouwers doen in het kader van koolstofopslag op te nemen binnen het lokaal klimaatbeleid. 

Kortom, de gemeentebesturen kunnen zeer veel betekenen voor onze land- en tuinbouwers.

Zondag is het woord aan de kiezer. Ik wil alvast iedereen die de land- en tuinbouw en het platteland een warm hart toedraagt oproepen om zeker zijn of haar stem uit te brengen.