Een essentiële nabije voedselproductie

Afgelopen week hoorde ik Europarlementslid Kathleen Van Brempt een vurig betoog afsteken om de Europese staalindustrie te ondersteunen. “Anders zullen we op termijn minder duurzaam geproduceerd staal moeten invoeren.” Een terechte bekommernis, want in Europa maken we veel producten op een duurzamere en efficiëntere manier dan in andere landen. 

En dat geldt zeker zo voor onze eigen voedselproductie. Hoewel de meest recente regeringen de landbouwsector nu als strategisch beschouwen en essentieel voor onze eigen voedselvoorziening, is de afgelopen jaren het tegenovergestelde beleid gevoerd. Landbouwgrond werd voor verschillende doeleinden opgeofferd, zonder rekening te houden dat we deze ruimte nodig hebben om ook in de toekomst iedereen van voedsel te voorzien. De stijgende administratieve overlast maakt het steeds lastiger om te ondernemen. En als absolute uitschieter werd verleden jaar het stikstofdecreet goedgekeurd. Een decreet dat de sector volledig op slot zet en onze landbouwers elk toekomstperspectief ontneemt. En wat blijkt nu? Ook zonder een stikstofdecreet is de ammoniakemissie tussen 2015 en 2022 gevoelig gedaald.

Het stikstofdecreet is van bij de start dan ook hopeloos achterhaald, aangezien het gebaseerd is op cijfers van 2015 en dus niet overeenstemt met de realiteit. De emissies daalden van 2015 tot 2022 significant dankzij onder meer innovatie in de landbouwsector. Het is dan ook onbegrijpelijk dat het stikstofdecreet voorziet in disproportioneel zware maatregelen voor de landbouwsector. Bovendien lezen we in het rapport dat zelfs zonder een stikstofdecreet er op ongeveer de helft van de oppervlakte stikstofgevoelig habitat in SBZ-H geen overschrijding van de kritische depositiewaarde meer is. Zijn de maatregelen uit het stikstofdecreet dan wel proportioneel?

Volgens ons niet. Er zijn andere oplossingen om de stikstofemissies verder te verlagen zonder de duurzame Vlaamse voedselproductie op de helling te zetten. Wij vragen om de sector perspectief te bieden en blijven pleiten om van een depositiemodel naar een emissiemodel te gaan. Waarbij de emissie-uitstoot van een bepaalde bron de basis vormt en niet de stikstofneerslag die op een gebied neerkomt. We moeten onze landbouwers de mogelijkheden geven en hen ondersteunen om te innoveren en duurzame technieken toe te passen in plaats van hen weg te pesten. 

Het is vijf voor twaalf om de landbouwsector perspectief te bieden. De hoge eier- en rundvleesprijzen zijn de eerste tekenen aan de wand van een beleid dat het aanbod onder druk zet. Het is nu tijd om het geweer van schouder te veranderen en onze Vlaamse boeren een toekomst te bieden. In alle geopolitieke onzekerheid mogen we onze eigen landbouwsector en onze eigen voedselvoorziening niet uit het oog verliezen.

Er zijn andere oplossingen om de stikstofemissies verder te verlagen zonder de duurzame Vlaamse voedselproductie op de helling te zetten.

Lode Ceyssens

Voorzitter Boerenbond