Keuring van tanks

Als je op je bedrijf brandstoffen of gevaarlijke stoffen opslaat, moet die opslag voldoen aan de milieureglementering (Vlarem). Deze regelgeving bepaalt de voorwaarden waaraan de tanks moeten voldoen.

De voorwaarden hangen af van het type tank (bovengronds, ondergronds, enkelwandig, dubbelwandig …) en het type opgeslagen product (brandbaar en/of gevaarlijk, gevarenpictogram …). Afhankelijk van de situatie moet een keuring uitgevoerd worden door een erkende stookolietechnicus of een erkende milieudeskundige (discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen). De situatie bepaalt ook om de hoeveel jaar een tank moet goedgekeurd worden.

Groene dop of plaatje

Als de tank is gecontroleerd en goedgekeurd, plaatst de technicus of deskundige een groene dop of plaatje op de tank, zodat de tank gevuld kan worden. Ook bij aankoop van een nieuwe tank en de plaatsing ervan, zijn er een aantal aandachtspunten.

 

Controle tank

Geniet als lid Boerenbond van een voordelige keuring

Boerenbond heeft na een grondige marktanalyse een samenwerkingsovereenkomst voor tankcontroles afgesloten met Corcon bvba.

Wanneer en om de hoeveel jaar moeten mijn tanks gecontroleerd worden?

De verplichting om bij ingebruikname van een nieuwe tank een keuring te laten uitvoeren is reeds vanaf augustus 1995 van kracht. Voor de frequentie van de keuring maakten we een handig overzicht.

 Soort tank

 Om de hoeveel jaar laten keuren

Particuliere tank (uitsluitend of vooral verwarming woongelegenheid)

< 5000 liter bovengronds

Bij indienststelling of eenmalig

Particuliere tank (uitsluitend of vooral verwarming woongelegenheid)

< 5000 liter ondergronds

Bij plaatsing, bij indienststelling en om de 5 jaar

Bedrijfstank

< 20.000 liter bovengronds 

Bij indienststelling en om de 3 jaar

Bedrijfstank ondergronds

Bij plaatsing, bij indienststelling en om de 2 jaar (gelegen buiten waterwingebied) – elk jaar (gelegen binnen waterwingebied)

 

Wie mag keuren ?

Voor het uitvoeren van tankcontroles zijn er twee groepen controleurs erkend.

  1. De erkend technici mogen alle tanks keuren voor verwarming van gebouwen, maar geen andere tanks.
  2. De erkend milieudeskundigen mogen naast de keuring van tanks voor verwarming ook tanks met vulslangen, voor dieselgroepen … keuren.

Aandachtspunten bij controle

Je moet zelf de nodige voorbereidingen treffen en ervoor zorgen dat je tanks op het ogenblik van controle de wetgeving naleven. We sommen hier de meest gemaakte fouten op.

  • Iedere tank moet een systeem hebben dat de kans op overvulling zo klein mogelijk houdt. Een tank met een verdeelinstallatie of vulslang moet altijd voorzien zijn van een sonde (= overvulbeveiligingssysteem). In tegenstelling tot tanks voor verwarming van gebouwen heb je niet de keuze tussen een fluitje (= overvulwaarschuwingssysteem) of een sonde.
  • Om goedgekeurd te kunnen worden, moet een dubbelwandige tank steeds een werkend lekdetectiesysteem hebben. Dit systeem detecteert lekken op de binnenste wand of op beide wanden. Voor metalen tanks is dit vaak een kijkglaasje voor lekken in de binnenste wand. Er zijn ook systemen met een vloeistof of onderdruk tussen de wanden, die lekken in één van beide wanden detecteren. Let wel op als zo’n systeem meegeleverd werd, want het blijkt vaak niet aangesloten te zijn op het ogenblik van de keuring.
  • Voor ‘nieuwe’ bedrijfstanks (die na 1993 opgenomen werden in een milieuvergunning en sinds 1993 geplaatst werden) moet je een attest van constructie kunnen voorleggen om de tank te kunnen goedkeuren. Vaak zijn deze attesten niet voorhanden op het ogenblik van de controle. Ook overvulwaarschuwings- of overvulbeveiligingssystemen hebben zo’n attest. Koop je nieuwe systemen, vraag dan steeds dit attest erbij. Om te kunnen oordelen of een tank ‘bestaand’ of ‘nieuw’ is, moet de milieuvergunning steeds beschikbaar zijn bij de keuring.
  • Tanks met een verdeelinstallatie (een vulslang) mogen enkel gecontroleerd worden door een erkend milieudeskundige.
Permanent lekdetectiesysteem

Een dubbelwandige tank moet altijd een werkend lekdetectiesysteem hebben, zo niet moet ze ingekuipt worden. Een lekdetectiesysteem detecteert lekken op beide wanden. Er zijn systemen met een vloeistof of onderdruk tussen de wanden, en systemen met een voeler tussen beide wanden. Deze systemen detecteren lekken in één van beide wanden. Deze systemen worden vaak meegeleverd, maar op het ogenblik van keuring blijken ze dan niet altijd aangesloten te zijn.

Kijkglas zal niet meer volstaan. De overheid heeft onlangs haar standpunt in verband met het kijkglas als een lekdetectiesysteem gewijzigd. Omdat zo’n kijkglas alleen de binnenwand detecteert en omdat je een lek slechts opmerkt wanneer je effectief door het kijkglas kijkt, zal het niet meer aanvaard worden als permanent lekdetectiesysteem. Als overgangsmaatregel mogen brandstoftanks met een kijkglas en een prototypegoedkeuring dit jaar alleen nog nieuw geplaatst worden als hun volume maximaal 5000 liter is. Deze tanks moeten dan dit jaar ook hun indienststellingsonderzoek (= eerste keuring) krijgen. Vanaf 2019 is het zeker niet meer toegelaten om tanks met een kijkglas te plaatsen. Ook tanks met een kijkglas die vroeger geplaatst werden, kunnen in 2019 geen indienstellingskeuring meer krijgen.

Voor meer info over aanpassingen aan jouw tanks kun je ook terecht bij de consulenten dienstbetoon van Boerenbond.

Na de keuring bepaalt de technicus of deskundige of de tank voldoet om in gebruik te nemen of blijven. Hij plaatst hiervoor een duidelijk en onuitwisbare sticker of dop op de tank met één van volgende kleuren:

Groen in orde, tank mag worden gevuld
Oranje niet in orde, installatie niet conform, gebreken kunnen aanleiding geven tot vervuiling, herstellen, nieuwe controle binnen maximum 6 maanden
Rood niet in orde, installatie niet conform, gebreken kunnen aanleiding geven tot vervuiling, melden aan VMM bevoegd voor grondwater binnen 14 dagen, herstellen of buiten dienst stellen.

 

Definities

Particuliere- en bedrijfstanks
  • Particuliere stookolietanks zijn tanks kleiner dan 5000 kg (of 6000 liter) die (hoofdzakelijk) dienen voor het verwarmen van een woning.
  • Bedrijfstanks zijn alle stookolietanks die worden gebruikt voor het verwarmen van bedrijfsgebouwen, voeding van een stroomgroep en/of voorzien met een vulslang, alsook alle tanks waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Indien een tank voor de verwarming van de woning en de bedrijfsgebouwen gebruikt wordt, dan bepaalt het volume van het grootste gebouw of het als particuliere stookolietank of bedrijfsstookolietank wordt aanzien.
Nieuwe en bestaande tanks

Particuliere tanks worden als bestaand beschouwd als ze voor 1 augustus 1995 gevuld werden. Een particuliere tank die later gevuld werd, is een nieuwe tank.

Bij de bedrijfstanks is de datum in de omgevingsvergunning doorslaggevend en het product dat erin wordt opgeslagen.

1. Een bedrijfstank voor de opslag van brandbare vloeistoffen is bestaand als hij aan een van volgende criteria voldoet:

  • De tank was vergund op 1 januari 1993 of de aanvraag tot hernieuwing van de vergunning was op die datum in behandeling bij de bevoegde overheid.
  • De tank was op 1 september 1991 reeds in gebruik en was niet ingedeeld in toepassing van titel I van het ARAB als gevaarlijk, ongezonde of hinderlijke inrichting, dit wil zeggen dat de totale opslag van P3 producten (stookolie of diesel) minder dan 3000 liter bedroeg.
  • Tanks waarvoor vóór 1 juli 1993 een melding is gebeurd.

2. Een bedrijfstank voor de opslag van corrosieve vloeistoffen is bestaand als tank was vergund op 1 mei 1999 of de aanvraag tot hernieuwing van de vergunning was op die datum in behandeling bij de bevoegde overheid.

De tanks blijven bestaande tanks, ook bij hernieuwing van de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit. Een bedrijfstank die niet als bestaand wordt ingedeeld, wordt beschouwd als een nieuwe tank.

Vaste en verplaatsbare houders

Een vaste houder of tank is een tank die wordt gevuld of bijgevuld op de plaats van gebruik. Verplaatsbare recipiënten zijn houders die worden gevuld of bijgevuld op een andere plaats dan de plaats van gebruik.

Vaak voorkomende vloeibare brandbare en gevaarlijke producten

Via de Europese CLP-verordening (Classification, Labelling and Packaging = indeling, etikettering en verpakking) worden gevaarlijke stoffen ingedeeld in categorieën. Dit gebeurt op basis van de stofeigenschappen en de gevarenpictogrammen. Hieronder worden de meest gebruikte gevaarlijke stoffen die op een landbouwbedrijf kunnen voorkomen opgelijst.

Dieselolie, gasolie, lichte stookolie (mazout)

  • Gevaarpictogram: GHS02 (ontvlambaar), GHS08 (kankerverwekkend, mutageen, reprotoxisch), GHS07 (gevaar voor irritatie), GHS09 (gevaarlijk voor aquatisch milieu)
  • Ontvlambaar Vlampunt >55°C
  • Rubriek VLAREM: 17.3.2.1.1.1.b (vanaf 5 ton)
  • Rubriek VLAREM 6.4 – (vanaf 200L uitgezonderd de gezamelijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt)
  • Ontvlambare vloeistof, gevarencategorie 3
  • Gevaarlijke vloeistof van groep 2

Zware stookolie

  • Gevaarpictogram: GHS08 (kankerverwekkend, mutageen, reprotoxisch), GHS07 (gevaar voor irritatie), GHS09 (gevaarlijk voor aquatisch milieu)
  • Ontvlambaar Vlampunt >88°C
  • Rubriek VLAREM: 6.4. (vanaf 200L)
  • Gevaarlijke vloeistof van groep 3

Zwavelzuur

  • Gevaarpictogram GHS05 (bijtend)
  • Rubriek VLAREM: 17.3.4 (vanaf 200 kg)
  • Gevaarlijke vloeistof van groep 3

Afvalolie

  • Geen gevaarpictogram
  • Rubriek VLAREM: 6.4 (vanaf 200 l)

Smeerolie (motorolie)

  • Geen gevaarpictogram
  • Rubriek VLAREM: 6.4 (vanaf 200 l)

Reinigings- en ontsmettingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen

  • Voorbeeld waterontsmetting op basis van peroxide vat van 200L
  • Gevaarpictogram GHS03 (oxiderend) of GHS05 (bijtend) of GHS06 (vergiftiging) of GHS07 (gevaar voor irritatie) of GHS09 (schadelijk voor het aquatisch milieu)
  • Rubriek VLAREM:
    • 17.3.3 (GHS03 – meer dan 200 kg)
    • 17.3.4 (GHS05 – meer dan 200 kg)
    • 17.3.5 (GHS06 – meer dan 10 kg)
    • 17.3.6 (GHS07 – meer dan 200 kg)
    • 17.3.8 (GHS09 – meer dan 100 kg)
  • Rubriek VLAREM (kleine verpakkingen): 17.4 (gekenmerkt door GHS01 (ontplofbaar), in verpakkingen met een inhoudsvermogen van max 30 l of 30 kg (met maximale opslag tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l)
Zitdagen

Wij staan klaar om je te helpen!

Heb je vragen of twijfel je?

Als lid van Boerenbond kan je contact opnemen met een van de dienstbetoonconsulenten in jouw provincie. Hij of zij helpt je dan verder op weg.  Wil je langskomen op een zitdag, maak dan zeker tijdig een afspraak!