Lokaal geteelde peulvruchten
In Boer&Tuinder 46 brengen we een dossier rond peulvruchten. We lieten het onderzoek, een verwerker en een teler aan het woord. Maar tijdens het evenement Peul-Chain, dat ILVO kort voor de zomer organiseerde, kwamen ook nog andere spelers uit verschillende schakels van de keten aan het woord.
Kris Michiels, marketingadviseur bij VLAM
VLAM liet in februari een marktonderzoek uitvoeren bij consumenten: enerzijds een breed onderzoek bij 1000 Belgen, anderzijds een kwalitatief onderzoek bij 100 personen die deel uitmaken van een community waar VLAM continu mee communiceert. 57% van de Belgen eet minstens eenmaal per jaar eiwitrijke peulvruchten (met uitzondering van erwten en bonen). De groep mensen die geregeld peulvruchten eet, is beperkt. “Ze kopen die vier tot vijf keer per jaar. Maar doordat ze lang houdbaar zijn, kunnen ze die voor meerdere maaltijden gelijk kopen. Dat kan bijvoorbeeld naar aanleiding van een promotieactie. Het jaarverbruik ligt op 8 à 900 g per persoon per jaar.”
Consumenten leren volgens Michiels peulvruchten kennen door de lekkere gerechten die ze buitenshuis eten. “Verder zijn er de trends, zoals de Libanese keuken die sterk opgang maakt. We proberen om inspiratie te brengen, waarbij we ook de foodkost berekenen.”
Kris wijst op de 6 G’s, de motivatoren van de consument: “Genieten (lekker eten), gemak, gewoonte (wat we gewoon zijn vinden we lekker), geweten (duurzaamheid), goedkoop en gezond. Peulvruchten scoren daar goed op. Peulvruchten in combinatie met vlees, zoals met chili con carne kan een eerste stap zijn voor veel mensen, het hoeft niet radicaal zonder vlees te zijn.”
Noémie Van Bogaert, algemeen secretaris van groenteverwerkingsfederatie Vegebe
“De diepvriesbedrijven zijn in de jaren 60 en 70 in West-Vlaanderen begonnen met het verwerken van onder meer kolen, spinazie en erwten. Het aandeel peulvruchten neemt nu toe, vooral in de groentemixen zoals Mexicaanse of Libanese groentemix. De populariteit neemt toe omdat de consumenten gemakkelijke gerechten zoeken.” Veel peulvruchten worden ingevoerd uit regio’s waar ze gedijen, maar dat verschuift. “Tien jaar geleden was bijvoorbeeld edamame (jonge onrijpe sojabonen in de peul) nog onbekend. Vandaag worden ze al geteeld in Nederland, doordat ze meesurfen op de hype rond sushi.”
Peulvruchten worden verhandeld via handelaars en niet via contracten geteeld zoals de klassieke industriegroenten. “Het is belangrijk dat er voldoende schaalgrootte is, opdat de verwerkers zouden instappen. Ze gaan geen grote risico’s nemen die hun bevoorradingszekerheid in het gedrang zouden brengen.” Noémie denkt dat de overheid zou kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld door via onderzoek de teelt op punt te stellen en zo de risico’s van de teelt te verlagen. “Er is al een subsidiesysteem voor eiwitgewassen, maar dat kan nog verbeterd worden. Een aantal peulvruchten zijn nog uitgesloten. Vanuit de industrie vragen we om de teelt van erwten te promoten. Die teelt is al bekend.”
Tom Buts, product group manager bij foodservicepartner Solucious (Colruyt Group)
Solucious levert onder meer aan ziekenhuizen en grootkeukens. Bij hun 13.000 productreferenties zijn er heel wat die bereid zijn met peulen, zowel diepvries, droog als gegaard.
“We kunnen vandaag goedkoop linzen aankopen in Marokko. Wanneer de schaalgrootte toeneemt bij lokaal geteelde linzen, zal de productiekost afnemen. Toch zal Vlaanderen altijd duurder blijven. De landbouw moet ruimte krijgen om op te schalen. Ze kunnen geen peulvruchten telen voor het saldo van tarwe. De landbouwers die vandaag al peulvruchten telen zijn pioniers die investeren in de toekomst. “De overheid zou zoals bij bioproducten ook eisen kunnen stellen rond peulvruchten bij aanbestedingen voor het leveren van voeding. Dat zou ons meteen de zekerheid geven van een bepaald volume.”
Lieven Delanote, adviseur biologische productie bij Inagro en bioteler
“Peulvruchtenteelt is niet nieuw, maar de teelt was wel in de vergetelheid geraakt. Bij Inagro hebben we het een vijftal jaar geleden opnieuw opgepikt. Ondertussen merken we dat de interesse bij de boeren stijgt. Redenen zijn de wil om duurzaam te telen en aansluiting zoeken bij de consument. Het onderzoek spitst zich toe op het telen zelf: rassenkeuze, bemesting, gewasbescherming … Veel landbouwers experimenteren zelf, maar het samenspel met het onderzoek is belangrijk.”
De sprekers in het debat op het Peul Chain-evenement. Centraal moderator Greet Riebbels, verder van links naar rechts Tom Buts, Lieven Delanote, Kris Michiels en Noémie Van Bogaert.