Uitzonderlijke regenval dwingt tot verschillende versoepelingen

De afgelopen winter en het voorjaar was opmerkelijk nat, met elke maand meer neerslag dan normaal. De natte toestand maakt dat de veldwerkzaamheden voor het bemesten, zaaien en planten van de gewassen dit voorjaar hopeloos achterophinken. 

Boerenbond vraagt de nodige flexibiliteit met betrekking tot de toepassing van de inzaaidata en vraagt de herziening van het concept van kalenderlandbouw zoals bepaald door het GLB en in de mestregelgeving. 

Natte winter en voorjaar zorgt voor enorme achterstand

Het KMI rapporteerde 310 mm neerslag voor tussen december en februari (tov 228 mm gemiddeld), waardoor het de tweede natste winter was sinds de metingen. Ook in maart en april lag het neerslagtotaal nog 20 tot 40% hoger dan normaal. De VMM meldde dat begin mei op meer dan 90% van de meetplaatsen de grondwaterstand hoog tot zeer hoog was voor de tijd van het jaar. Vele percelen waren nog niet berijdbaar waardoor ze nog steeds niet bemest of ingezaaid zijn en ze ook de komende dagen nog niet berijdbaar zullen zijn. Begin juni, op het ogenblik dat de groeiomstandigheden optimaal zijn door lange dagen met veel zonlicht, zullen heel wat teelten nog niet gezaaid zijn. 

Op basis van een rondvraag door Boerenbond blijkt dat 10% van de bieten nog steeds niet gezaaid zijn, 55% van de aardappelen nog niet geplant werden en 70% van de maïs nog niet werd uitgezaaid. Er zijn zoals in alle teelten zeer grote regionale verschillen, 25% van de landbouwers heeft nog niet de kans gehad om maïs te zaaien, 25% heeft ongeveer de helft al kunnen zaaien en slechts enkele procenten hebben alles kunnen zaaien. Aardappeltelers hebben daar bovenop een zeer grote uitdaging door de beperkte beschikbaarheid van kwalitatief pootgoed dat soms zelfs gesneden geleverd wordt.

Uien hebben veel groeidagen nodig waardoor het onhaalbaar is om nog alle uien te zaaien die voorzien waren in het teeltplan. Spruitkool, bloemkool is slechts sporadisch geplant en op veel percelen kan men nog steeds niet beginnen, dit is al meer dan een maand later dan in normale omstandigheden. 30% van de vroege bloemkolen moet nog geplant worden, bij de spruiten is de achterstand een stuk groter. Heel veel witloofwortelen zijn nog niet gezaaid, iets wat nu ook dringend moet gebeuren, en zeker voor half juni. Spinazie zal net als uien niet allemaal gezaaid worden. 

Heel wat gewassen die de voorbije weken gezaaid werden op een drassige bodem, kennen bovendien een slechte en onregelmatige opkomst.  Door het natte weer zijn de gewassen ook extra vatbaar voor de ontwikkeling van ziektes, schimmels en bacteriën, wat tot verliezen kan leiden. De opbrengsten voor de landbouwers zullen zo goed als zeker, sterk terugvallen.

Kalenderlandbouw deel van het probleem 

Het weer is uitzonderlijk, dat is een feitelijke vaststelling. De grote impact op de landbouwers is echter mee ingegeven door de strikte termijnen voor het registreren van de gewassen via de jaarlijkse verzamelaanvraag, in uitvoering van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De uiterlijke datum voor het indienen van de verzamelaanvraag is eind mei, maar heel veel gewassen zijn nog niet ingezaaid kunnen worden. Boerenbond vraagt daarom naar flexibiliteit van de toepassing van de vastgelegde data. Boerenbond vraagt ook een pragmatische toepassing van de mestregelgeving aangezien het uitrijden van mest niet mogelijk is op de natte percelen.

“Elk jaar worden we geconfronteerd met nieuwe uitdagingen op het veld. Het ene jaar is het te nat, het andere jaar kampen we met extreme droogte. De nieuwe klimatologische realiteit maakt dat het nog moeilijker geworden is om de zaaikalender vast te pinnen op data. We moeten dus afstappen van kalenderlandbouw en de landbouwer de vrijheid geven om met (grillen van) de natuur aan de slag te gaan. Daarenboven vergt de registratie heel veel tijd van de boer voor de administratieve verwerking. Tijd die men niet op het veld of in de stal kan doorbrengen.” Lode Ceyssens, voorzitter Boerenbond.

Voor landbouwers lopen de verliezen op. Zij kunnen deze niet verrekenen met de winsten van vorige jaren. Boerenbond vraagt dat het fiscale carry back/forward-systeem ook in Vlaanderen, net zoals in Wallonië in de praktijk mogelijk gemaakt wordt. 

Iedereen mee in bad

Tot slot is het aan iedereen om mee aan hetzelfde zeel te trekken. De waterloopbeheerders dienen structureel aandacht te hebben voor het onderhoud van de waterlopen. Een peilbeheer om water in droge periodes op te houden kan veel efficiënter en vooral flexibeler geregeld worden met alternatieve systemen zoals stuwen. 

Ook de verwerkende industrie, zoals aardappelen- en groenteverwerkende bedrijven, moeten de nodige flexibiliteit aan de dag leggen. De contractueel voorziene oogstperioden zullen niet altijd gerespecteerd kunnen worden. Het is nu al belangrijk om tijdig de planning aan te passen en verschillende scenario’s voor te bereiden zodat alle producten die oogstrijp zijn, ook in de beste kwaliteit kunnen geoogst en verwerkt worden en de boeren correct vergoed worden voor hun producten. Lode Ceyssens: “De arbeidspiek wordt groter op een kortere tijdsspanne, en daar moet de ganse keten zich beter op gaan organiseren zodat het risico niet allemaal bij de individuele landbouwer komt te liggen maar gedragen wordt doorheen de ganse keten.”

Bron: Boerenbond.