Op de eerste rij - 4 september 2024

De plattelanders van de toekomst

Begin deze week zijn meer dan een miljoen kinderen en jongeren opnieuw het klaslokaal binnengestapt ergens in Vlaanderen. Honderden leerlingen vonden hun lokaal in een land- en tuinbouwschool en vele jonge leerlingen vonden hun plekje gelukkig opnieuw in een plaatselijk dorpsschooltje. Maar helaas niet allemaal want er zijn heel wat minder van die dorpsscholen dan pakweg tien jaar geleden. Dorpsscholen staan onder druk. Nochtans zijn zij vaak het cement in een dorp. In een omgeving waar we cafés, bakkers en buurtwinkels zien verdwijnen, is de dorpsschool soms één van de laatste ontmoetingsplekken. En zo’n ontmoetingsplekken zijn nodig, ook en zeker op het platteland. 

Horen we wel eens dat nieuwkomers ‘uit de stad’ weinig kennis hebben van, of minder begrip hebben voor de boer die zijn velden bemest? Zo een nieuwkomer leert bij de dorpsschool zijn nieuwe buren kennen en we weten allemaal dat dat leidt tot meer wederzijds begrip. Met de klas op bezoek bij een land- of tuinbouwbedrijf, om te ontdekken hoe de vork écht in de steel zit? Het kan gewoon in het eigen dorp, zonder dat er duur busvervoer nodig is. Die bezoeken zijn van onschatbare waarde voor kinderen en jongeren. Ze doen er basiskennis op over waar hun voedsel vandaan komt, en misschien worden ze wel geprikkeld om later een STEM-richting te kiezen, of – waarom niet – een opleiding te volgen aan een land- of tuinbouwschool. 

Heel wat dorpsbewoners dragen op een of andere manier hun steentje bij aan de school en ook het verenigingsleven voelt zich verbonden met de dorpsschool. Dorpsscholen moeten we dus koesteren en effectief ondersteunen, niet alleen met centen maar ook door het aanbieden van busvervoer bij activiteiten, de opvang van de kinderen voor en na schooltijd, een verkeersveilige en toegankelijke schoolomgeving. 

En ook de land- en tuinbouwscholen zijn bepalend voor de toekomst van het platteland. Het Biotechnicum in het Limburgse Bocholt liet dit schooljaar alvast opnieuw een stijging optekenen van hun aantal leerlingen, die dus resoluut kiezen voor een opleiding met een rechtstreekse link met de land- en tuinbouw. Dat is bijzonder goed nieuws. Want de tewerkstelling op de land- en tuinbouwbedrijven wordt meer en meer gespecialiseerd. 29% van de bedrijfsleiders volgde een basislandbouwopleiding en 23% een volledige opleiding in 2020, tegenover respectievelijk 24% en 18% in 2000. Het belang van een hoogkwalitatief opleidingsaanbod in land- en tuinbouw is dus essentieel om de vele uitdagingen in de toekomst met kennis van zaken, met veel passie en met gezond boerenverstand aan te pakken. 

De toekomst van het platteland spruit voort uit het jong geweld dat deze week op de schoolbanken is gestart. We wensen alle kinderen dan ook een zeer vruchtbaar schooljaar toe! 

De toekomst van het platteland spruit voort uit het jong geweld dat deze week op de schoolbanken is gestart.

Lode Ceyssens

Voorzitter Boerenbond