Nieuwe gebiedstypes Mestbank tonen verbetering van waterkwaliteit
De nieuwe gebiedstypes voor 2023-2024 zijn eindelijk bekendgemaakt. In functie van de resultaten van de MAP-meetpunten worden afstroomzones ingedeeld in gebiedstypes waaraan dan weer specifieke verplichtingen gekoppeld worden die je moet naleven in het kader van de mestwetgeving.
Vanuit Boerenbond vragen we allang dat de gebiedstypes, die om de 2 jaar moeten worden aangepast, kenbaar gemaakt worden. Landbouwers moeten hier volgend jaar bij aanvang van de bemestingswerkzaamheden namelijk weer mee aan de slag. Ze moeten dus weten waar ze aan toe zijn. Bovendien heeft dit ook een impact op de teeltplannen voor het komende seizoen.
Eindelijk wordt er gecommuniceerd vanuit de Mestbank over deze nieuwe gebiedstypes. Ze moeten wel nog goedgekeurd worden door de Vlaamse regering, maar normaal is dit een formaliteit. De Mestbank zal jullie hierover volgende week in de bemestingsprognose ook individueel over informeren zodat jullie weten welke percelen er van gebiedstypes zouden veranderen.
Nieuwe gebiedstypes
Meer gebiedstype 0 en 1
In heel wat gebieden zien we een verbetering van de waterkwaliteit en daalt de afstroomzone 1, 2 tot zelfs 3 gebiedstypes (GT). Spijtig genoeg zien we ook in een beperkt aantal afstroomzones een stijging. Tegenover de vorige afbakening 2021-2022 ligt er 86.000 ha minder in GT3, 25.800 ha meer in GT2, 9500 ha minder in GT 1 en 70.500 ha meer in GT0. Globaal betekent dit dat er 35% in GT0 ligt, 32% in GT1 en slechts 16 en 18% in respectievelijk GT 2 en 3. Dit is dus een sterke verbetering tegenover de vorige afbakening.
Vergeleken met de eerste afbakening van de gebiedstypes bij de start van MAP 6 is er nu ongeveer 40.000 ha minder in GT 2 en 3, de gebieden waar de waterkwaliteit minder goed is. Er is ook wel ongeveer 35.000 ha minder in GT 0 en we zien vooral een toename van circa 75.000 ha in GT 1. In GT 1 ligt de gemiddelde nitraatconcentratie van het oppervlaktewater tussen de 18 en 25 mg nitraat/liter of tussen de 14 en 18 mg nitraat/liter en is er een stijging van meer dan 2 mg nitraat/liter zichtbaar in de laatste 2 jaar. Naargelang de concentratie van nitraat in het grondwater kan het gebiedstypes dan nog verder verhoogd worden.
Rekening houden met positieve evolutie
In het algemeen kunnen we dus stellen dat de gebiedstypes in de meeste gebieden verbeteren omdat de waterkwaliteit positief evolueert. Wij hopen dat hier dan ook rekening mee gehouden wordt in de verdere onderhandelingen van MAP 7. Er kan allerminst veralgemeend worden dat de waterkwaliteit in het landbouwgebied in Vlaanderen overal slechter geworden is.
Je kan dus concluderen dat MAP 6 en de maatregelen die erin vervat zitten geleid hebben tot een verbetering van de waterkwaliteit in de MAP-meetpunten en daardoor geleid hebben tot zowel een zeer significante verhoging van de goede gebiedstypes (GT0 en GT1) met 9% als een significante daling in oppervlakte van de slechtste gebiedstypes (GT2 en GT3) met 15%.
Bron: Boerenbond.