Haver-peulvrucht biedt perspectief voor lokaal geproduceerd eiwit

5 april 2023

Het doel binnen het project ‘Een boon voor Leuven’ is het opzetten van een regionale waardeketen in het Leuvense. Men koos daartoe voor een mengteelt van een eiwitgewas met haver. Om dit te onderbouwen onderzocht ILVO vorig jaar enkele mogelijke combinaties.

Het project wil twee prototypes van voedingsproducten met lokaal geproduceerde eiwitrijke teelten afzetten in verpakkingsvrije winkels of bij restaurants. Belangrijke uitdagingen voor het project zijn het missen van een duidelijk marktperspectief voor de landbouwers en een gebrek aan kennis over de mogelijkheden van lokaal geproduceerde eiwitten bij verwerkers en consumenten.

Proefopzet

In 2022 werden in een veldproef in Merelbeke (ILVO) de mengteelten haver-gele erwt, haver-veldboon en haver-lupine vergeleken met de respectievelijke reinteelt van de eiwitgewassen en haver.

De zaai vond plaats op 25 maart. Tien dagen voor zaai werd 78 kg K/ha bemest. Ongeveer twee maanden na zaai  werd bijbemest met 79 kg N/ha. De zaaidichtheden waren verschillend voor elk gewas.  Voor witte lupine werd het ras Frieda gekozen. De zaaidichtheid was 40 kiemende zaden/m2  in mengteelt en 50 kiemende zaden/m2 . Astronaute was het uitverkoren ras van gele erwt. De zaaidichtheid bedroeg 60 kiemende zaden/m2 in mengteelt en 90 kiemende zaden/m2 in reinteelt. Voor veldboon werd het ras Fanfare gekozen. De zaaidichtheid was 44 kiemende zaden/m2 in mengteelt en 50 kiemende zaden/m2 in reinteelt.

Het haverras Symphony werd aan elke mengteelt toegevoegd in een densiteit van 175 kiemende zaden/m2. De reinteelt had een densiteit van 350 kiemende zaden/m2.

Naarmate het oogsttijdstip naderde viel de gele erwt reeds uit de peulen, terwijl de lupine nog niet volledig afgerijpt was. Om ervoor te zorgen dat we voor beide gewassen een realistische opbrengst konden optekenen werd de oogst gespreid over twee tijdstippen. Op 4 augustus werden alle mengteelten en reinteelten geoogst waar lupine geen deel van uitmaakte. Op 12 augustus werd het laatste deel gemaaidorst.

Na oogst werd de haver van de peulvrucht gescheiden door gebruik te maken van een trieur met zeven. Vervolgens moest elke fractie verder geschoond worden , maar door gebruik te maken van zeven die beter pasten bij de grootte van het zaad.  Om de lichte verontreinigingen te verwijderen werd nadien scheiding op basis van wind toegepast.

dcdc

Figuur 1: Netto opbrengst van de reinteelten, uitgedrukt in kg luchtdroge stof/ha. De uitgevoerde statistische analyse is weergegeven door letters boven de opbrengstbalken. Eenzelfde letter duidt op niet significant verschillende gemiddelde opbrengsten. Verschillende letters tonen aan dat de gemiddeldes significant verschillend zijn. 

fvfv

Figuur 2: Netto opbrengst van elk component uit de verschillende mengteelten, uitgedrukt in kg luchtdroge stof/ha. De foutbalken geven de variatie van de opbrengsten over de herhalingen aan. Per gewasgroep werd telkens een statistische analyse uitgevoerd. Dezelfde letter binnen dezelfde gewasgroep duidt op geen significante verschillen tussen de gemiddelde opbrengst aan, terwijl een verschillendede letter op significante verschillen duidt.

De reinteelten brachten gemiddeld 6516 kg luchtdroge stof/ha op, met de laagste opbrengst bij lupine (5013 kg luchtdroge stof/ha) en de hoogste bij veldboon (7719 kg luchtdroge stof/ha) (Figuur 1).  

De totale netto opbrengst van de mengteelten was gemiddeld 6111 kg luchtdroge stof/ha, met de hoogste opbrengst bij de combinatie erwt-haver (6436 kg luchtdroge stof/ha) en de laagste bij de combinatie lupine en haver (5514 kg luchtdroge stof/ha).

De totale opbrengst van de mengteelten erwt-haver en veldboon-haver toonden onderling geen significante verschillen. Deze twee combinaties verschilden wel significant van de mengteelt haver-lupine.  

Wanneer we de gewichtsaandelen van de twee teelten in de mengteelt bekijken, zien we statistische verschillen tussen de drie mengteelten. Lupine had een lagere opbrengst (1415 kg luchtdroge stof/ha) in vergelijking met de andere eiwitgewassen, maar werd gecompenseerd door een hogere haveropbrengst (figuur 1 en 2 hierboven).

Het eiwitgehalte van zowel haver als de eiwitgewassen werd geanalyseerd. Haver uit de mengteelt met veldboon bevatte significant iets meer eiwit dan zijn reinteelt en mengteelt met erwt (14,76% in vergelijking met respectievelijk 13,32% en 13,81%). Die verschilden significant van de mengteelt met lupine (12,87%) (Figuur 3). Het eiwitgehalte van erwt en lupine verschilden niet significant tussen mengteelt en reinteelt (Figuur 4).

 

vfvf

Figuur 3: Eiwitgehalte van haver, uitgedrukt in %. De statistische interpretatie wordt aangegeven door letters. Verschillende letters duiden op significant verschillende gemiddeldes.

fvfvvf

Figuur 4: Eiwitgehalte van de peulvruchten uitgedrukt in %. De statistische interpretatie wordt aangegeven door letters. Verschillende letters duiden op significant verschillende gemiddeldes.

Als laatste werd het duizendkorrelgewicht bepaald. Bij elk eiwitgewas is er een verschil in duizendkorrelgewicht tussen reinteelt en mengteelt, maar er kan geen eenduidige uitspraak gedaan worden welke teelt zorgt voor het grootste duizendkorrelgewicht (Figuur 5). Het duizendkorrelgewicht van haver kent significante verschillen tussen de behandelingen. Bij de mengteelt met erwt vinden we de zwaarste korrels (39,8318 g/1000 korrels) terug, de mengteelt met veldboon geeft de lichtste korrels (35,59250 g/1000 korrels) (Figuur 6).

vfvf

Figuur 5: Duizendkorrelgewicht van de peulvruchten, uitgedrukt in gram. De letters geven aan of er significante verschillen zijn tussen de gemiddeldes van het duizendkorrelgewicht van de peulvruchten over de verschillende teelten.

dfd

Figuur 6: Duizendkorrelgewicht van haver, uitgedrukt in gram. De letters geven aan of er significante verschillen zijn tussen de gemiddeldes van het duizendkorrelgewicht van haver over de verschillende teelten.

Qua opbrengsten doen de reinteelten het iets beter dan de mengteelten. Toch kunnen mengteelten meer zekerheid bieden in tijden van klimaatverandering: door de combinatie van twee gewassen is er meer garantie op een oogst. Daarenboven komt een mengteelt het bodemleven, de bodemstructuur ten goede en zorgt het voor een betere benutting van water en nutriënten en verminderde afspoeling. Om deze extra aspecten verder wetenschappelijk te onderbouwen, is er extra onderzoek nodig.

Oogsten beide gewassen met dorsmachine

Het oogsten van beide gewassen gebeurde samen met een dorsmachine. Deze gemengde opbrengst kan gebruikt worden als diervoeder of dient verdere schoning te ondergaan om functie te doen als menselijke voeding.  De schoning vraagt meer tussenstappen en meer arbeid dan bij reinteelt het geval is. Dit is ook het geval bij het zaaien. Door het verschil in grootte tussen de zaden kan ontmenging in de zaaimachine ontstaan. Daarom is het aangeraden om telkens kleine hoeveelheden aan de zaaimachine toe te voegen. Er kan ook gekozen worden voor gescheiden zaai, maar dan moet er tweemaal over het veld gereden worden.

Een hoger duizendkorrelgewicht zorgt voor zwaardere zaden. Dit impliceert meer zaadinhoud en minder zaadhuid. Dit is voordelig bij bijvoorbeeld het vermalen van zaden voor bloem in de industrie.  

Het eiwitgehalte van de peulvruchten is het beste zo hoog mogelijk, omdat eiwit net het gewenste bestanddeel is. Haver bevat op zich al een grotere eiwitconcentratie in vergelijking met andere granen. Een verhoging van deze concentratie zet dit nog extra in de verf.

Nieuwe mengteeltproeven in 2023

Deze proefopzet was een verkennende studie om te kijken of een mengteelt potentieel interessant kan zijn in onze contreien. In 2023 wordt opnieuw een mengteeltproef opgezet met haver. Van lupine, veldboon en gele erwt worden telkens drie rassen gecombineerd met eenzelfde haverras. Op deze manier willen we proberen om de beste combinatie van rassen te bepalen. Daarnaast zal een rassenproef van haver worden aangelegd zodat het best presterende ras in onze contreien kan bepaald worden.

Auteurs: De Rooze, E. en Muylle H. (ILVO Plant, Melle), Lauwers, N. en Thoelen, B. (Boerenbond), Dhondt, M. en Bernaert, N. (ILVO, Food Pilot).