Zo veel mogelijk melk van zo weinig mogelijk koeien

9 november 2020

Steven streefde ernaar om een zo geautomatiseerd mogelijke stal te maken die hij zo efficiënt mogelijk kan runnen: op het vlak van arbeid, dierenwelzijn, productiviteit, duurzaamheid en energie-efficiëntie. Hij wil zijn idee nu ook delen met andere melkveehouders.

Volgende maand zal het precies een jaar geleden zijn dat Steven Van Parys zijn nieuwe melkveestal in gebruik nam. Het is een robotstal, maar eigenlijk is het veel meer dan dat. Steven streefde ernaar om een zo geautomatiseerd mogelijke stal te maken die hij zo efficiënt mogelijk kan runnen: op het vlak van arbeid, dierenwelzijn, productiviteit, duurzaamheid en energie-efficiëntie. Hij wil zijn idee nu ook delen met andere melkveehouders.

“Ik melk in de nieuwe stal nu 105 koeien. Het is de bedoeling om op termijn naar 120 te gaan”, steekt Steven van wal. “Het melken gebeurt met twee robots. Sinds deze zomer draait ook de pocketvergister. De voederkeuken is nog in de bouwfase.” Zo veel technieken in een stal vereisen veel technisch inzicht en dat heeft Steven. Hij is gepassioneerd boer, maar ook beredeneerd en berekend. “Ik ben ingenieur van opleiding en heb in het verleden in de machinebouw gewerkt. Toen de vraag kwam of ik wel of niet het landbouwbedrijf zou overnemen, heb ik alle aspecten in overweging genomen. Ik besliste om boer te worden en ging dan bekijken welke sectoren mij lagen. De toekomst voor vleesvee zie ik niet zo positief in. Daarom bouw ik die tak – die al wel op het bedrijf aanwezig was – af en krijgt de melkveetak een boost.

De volgende vraag was dan: hoe gaan we dat aanpakken? Kies ik voor een carrousel, een melkput, een robot?” Ook hier ging Steven weer heel mathematisch te werk. “Als ik voor een carrousel zou kiezen, denk ik meteen aan grotere aantallen. Maar ik heb geen grond ter beschikking voor 400 koeien of meer. Daarnaast is het de bedoeling om het bedrijf als gezin te kunnen runnen. We willen liever niet met personeel werken. Een robot leek dan wel het goede antwoord te zijn, maar toen ik ging kijken naar de klassieke opstellingen, was er geen enkele stal die mij echt aanstond. In mijn ogen waren de stallen vaak te veel gebaseerd op de ervaring van de stallenbouwers en niet onmiddellijk geoptimaliseerd qua arbeidsgemak voor de boer. Ik wilde iets anders.”

En dus maakte Steven een lijstje van de eisen waaraan zijn ideale melkveestal net wel en net niet moest voldoen. “Waar verdien je geld mee? Met het melken. Dat moet dus het centrale gegeven zijn in de stal. Wanneer de koe uit de robot komt, wil ik dat het zo lang mogelijk duurt eer ze gaat liggen. Dat komt de uiergezondheid ten goede. Daarom krijgt ze in mijn stal pas voeder en water na het melken. Mijn koeien sprinten dus niet naar de ligboxen, maar nemen uitgebreid de tijd om te drinken en te eten.”

Dankzij de centrale voedergang is de stal kleiner en dus goedkoper.

“Ik wilde zo veel mogelijk repetitieve arbeid vermijden. In een standaardstal zijn de voedergangen vaak aan de buitenkant. Hier hebben we dat anders opgelost en werken we met een centrale voedergang. Een gang van anderhalve meter in plaats van twee gangen van vijf meter, dat maakt dat stal smaller is en minder oppervlakte impliceert een lagere kostprijs bij de bouw. Door geen voer aan te schuiven, moeten die dieren niet allemaal verhuizen bij ‘etenstijd’ en dat zorgt voor rust in de stal. Geen voer aanschuiven dus omdat de koeien aan beide kanten van de voedergang staan. In een robotstal staan op elk moment overal koeien. Door voor gestuurd koeverkeer te kiezen, vermijden we ook het repetitief werk van ophaaldieren te gaan zoeken.”

“Ik melk één groep koeien met twee robots. Op die manier kan je je nog goed behelpen bij een korte panne. Gelukkige heb ik een technische achtergrond, dus ik kan eventuele problemen meestal vrij makkelijk zelf herstellen.”

Voor het gemak van boer en dier

“Het meeste werk voor ons gebeurt in het voorste deel van de stal, dus dat stuk is relatief groot. Het is onze werkruimte en ik heb er bij de indeling voor gezorgd dat we niet te ver moeten lopen. Zo worden bijvoorbeeld de koeien automatisch uitgeselecteerd tegen de ochtend. De volledige stal is zo gebouwd dat het economisch interessant blijft met 120 koeien. Het is niet mijn bedoeling om er meer koeien bij te nemen, wel om met zo weinig mogelijk koeien zo veel mogelijk melk te produceren.”

“Het voederen van de koeien en instrooien van de boxen gebeurt automatisch. De meerkost die de automatisatie meebrengt, wordt gecompenseerd doordat de stal in oppervlakte kleiner is. Elke keuze die we maakten in deze stal, is volledig doorgerekend. Je mag daarbij ook het luikje arbeid niet vergeten. Ik ben elke dag twee à drie uur minder lang bezig in de stal, die gewonnen tijd zorgt ervoor dat we nog een leven hebben buiten de melkstal. Mijn echtgenote werkt momenteel vier dagen in de week buitenshuis, maar mocht ik uitvallen kan zij perfect overnemen.”

Eigen stroom

“Doordat ik hier werk met twee melkrobots en automatisch voeder, mest scheid en instrooi, heb ik continu elektriciteit nodig. Daarom werd er een pocketvergister geïnstalleerd op het bedrijf, die continu stroom levert. Momenteel haal ik nog 5% van de tijd elektriciteit van het net, 95% van de tijd zet ik elektriciteit op het net. Ik analyseer productie en verbruik van stroom constant. De productie en het verbruik van stroom worden constant gemonitord. De geprogrammeerde software zorgt ervoor dat er niet te veel energieverslindende activiteiten op hetzelfde moment plaatsvinden. Op deze manier kunnen we het stroomverbruik op het bedrijf goed verdelen.”

Steven is tevreden van zijn stal, al is het natuurlijk een werk dat nooit af is. “Ik heb natuurlijk geluk gehad dat ik met een wit blad kon starten. Deze automatisaties inbouwen in een bestaande stal is veel minder eenvoudig. Techniek is altijd een passie geweest voor mij. Alle automatisaties in de stal heb ik zelf uitgetekend, gebouwd en getekend. Ik heb hier niks nieuws uitgevonden. Ik ben hier en daar gaan kijken en heb een combinatie gemaakt van de beste bestaande technieken en ze naar mijn hand gezet.”

Vrije tijd

Stevens stal werkt, en dat brengt gewonnen tijd met zich mee. Tijd die Steven kan spenderen om het rendement te verhogen. “De opvolging verloopt nu volledig anders. Ik kan bijvoorbeeld meer tijd spenderen aan KI-keuze, uitwerken van het rantsoen … Daarvoor analyseer ik de gegevens van de melkrobot in detail. Het softwarepakket van GEA ziet er misschien niet zo mooi uit, maar je kan er enorm veel informatie uit halen wanneer je je erin verdiept. Dat vraagt tijd, maar door mijn stal anders op te bouwen, heb ik die tijd.”

“We zijn begonnen met de nieuwe stal in december. Bewust, omdat er op dat moment minder veldwerk was en we er dus meer tijd in konden spenderen als dat nodig zou blijken. Tegen april kwam ik nog maar een tweetal uren per dag in de stal. Voor de rest draaide alles volledig geautomatiseerd.” Op de vraag of de volgende stap nu die naar precisielandbouw op het veld is, is het antwoord van Steven een duidelijke ‘neen’. “Er zijn daar heel veel factoren die spelen, de winstmarge is voor mij te klein. In de stal daarentegen kan je de output veel beter controleren. Mijn broer Bruno, die veearts is bij Mervet, doet de bedrijfsbegeleiding. Samen analyseren we het voeder om tot een optimale samenstelling te komen. Verander ik vandaag een onderdeel van het voeder, kan ik over drie dagen meer melk of goedkopere melk hebben.”

 


Dit artikel werd gepubliceerd in Boer&Tuinder. Voor het overnemen van artikelen uit Boer&Tuinder is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.