VLAM zet Vlaanderen boven

Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) zet onze land- en tuinbouwproducten op de kaart bij consumenten in binnen- en buitenland. Dat doen ze elk jaar met een jaarprogramma, waarbij de accenten voor het werkjaar worden gelegd, en de budgetten verdeeld. Maar met het oog op de verkiezingen stelt VLAM nu ook zijn strategie op langere termijn voor. Vlaanderen als hoogkwalitatieve en innovatie voedsel- en sierteeltregio is de rode draad doorheen de ambities voor de komende jaren.

De aanpak van deze ambitie is heel high level. Hij moet dienen als basisplan voor toekomstige onderhandelingen over wat VLAM is en wil zijn. Filip Fontaine, algemeen directeur van VLAM, legt uit. “Wij vertrekken van vier basisvaststellingen over VLAM. Ten eerste zijn wij experts in communicatie. Landbouw is geen hobby maar een economische speler die onze voeding produceert. Dat impliceert dat er een link is met de maatschappij, vaststelling twee. Een derde luik is gezondheid. Eten en gezondheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wij hebben daarin een rol te spelen door te zorgen dat lekker en gezond synoniem kunnen zijn. En ten vierde werken wij met een holistische visie, gestoeld op data.”
De ambities van VLAM zijn onderverdeeld in vier grote blokken: binnenland, buitenland, positie van de landbouwer en het kenniscentrum. 

Binnenland

“Lekker van bij ons blijft ons vlaggenschip. We hebben op de website nu 12 miljoen bezoekers per jaar en willen daar nog meer op inzetten. We gaan een stap verder dan enkel het vrijblijvend inspireren van de consument. 88% van de Vlamingen heeft respect voor de landbouwers, dat moeten we kunnen vertalen naar een reflex op het winkelpunt. Het vrijblijvende moet eruit, de reflex voor lokale producten moet erin. Die reflex-campagne kunnen we heel sterk uitrollen, mits daarvoor voldoende bijkomende middelen zijn. De reflex naar lokaal voedsel zien wij al lang als onze missie, dat dateert dus al van voor de boerenprotesten. We zouden dit nog willen versterken en uitbouwen. De consument moet de landbouwer zien als producent van voedsel in de maatschappij, niet van stikstof en miserie.”
“Voedsel verbindt boer en burger. De link tussen boeren en burgers is voedsel. Daarbij aansluitend engageren we ons ook voor het in beeld brengen van streekproducten en het in ere houden Vlaamse tradities en ambachten. Ook dat is niet nieuw.”
“Ook bio is voor ons belangrijk. Wij helpen de Vlaming kiezen voor bio, zoals voorgeschreven door het beleid. We proberen er dan ook voor te zorgen dat landbouwers omschakelen naar bio, maar dat wel in de juiste teelt doen, een teelt waarnaar vraag is. Je moet dus zorgen dat marktkennis aanwezig is bij de landbouwers. ‘Farm to fork’ is in wezen net de omgekeerde volgorde. Je moet van bord naar bedrijf kijken: wat de vraag is, is wat de aanbieder moet maken. Een tijdige realitycheck is hier aan de orde. Het is leuk om biologisch te produceren, maar als er geen markt voor is, loopt het niet goed af. Onze cijfers helpen boeren daarbij.”
“Een laatste punt is de maatschappelijke trend van de eiwittransitie. We proberen Vlamingen te leren hoe ze met nieuwe producten aan de slag kunnen. We inspireren en informeren, zonder een positie in te nemen. De eiwitshift verloopt in de praktijk traag. Quota opleggen werkt niet, inspireren doet dat wel. VLAM heeft als rol om op een objectieve manier cijfers te gaan halen over consumentengedrag, en zo de realiteit van elke dag te meten.”
 

Het vrijblijvende moet eruit, de reflex voor lokale producten moet erin

Filip Fontaine

VLAM

Buitenland

“In het buitenland gebruiken wij Vlaanderen als communicatiedrager. De Basken kunnen dat, in Parma kunnen ze dat. Wij kunnen dat ook. We schuiven Vlaanderen naar voren als voedsel- en sierteeltregio met faam. We richten ons daarbij vooral naar Europa, inclusief het VK. Dat is een need to have, de rest van de wereld is een nice to have. Uiteindelijk zijn wij ook niet ‘echt’ aan het exporteren. Samen met de ons omringende landen volgen wij een miniregio. 80 à 90 procent van onze export gaat naar de ons omringende landen, zo proberen wij de zaken ook te bekijken. Die varkenssnuiten die naar China gaan, zijn uiteraard een succesverhaal maar daar ligt niet ons belangrijkste doel. Dat ligt in Europa. En daarvoor moeten we Vlaanderen dus meer op de kaart kunnen zetten. Mensen moeten denken: Vlaanderen, hey, lekker!” 
“Daarnaast willen we ook de exportondernemers steunen. Dat doen wij onder andere op internationale beurzen. Daar faciliteren wij de deelname, we ontzorgen, ontfermen ons over de logistiek … De ondernemer zelf moet enkel business doen. Als je iedereen samenbrengt op een beurs, creëer je ook ankerpunten. Wij zijn daar herkenbaar aanwezig, vlot te vinden. Een Belgisch biertje erbij en je krijgt een export community die in de hele wereld wordt herkend. Ook hierbij worden wij weer sterk ondersteund door alle data die wij ter beschikking hebben. We gaan op die beurzen voortaan ook Vlaanderen als voedselregio heel sterk naar voren schuiven. Vroeger was het ‘Fresh from Belgium’, nu is het ‘Fresh from Flanders’, met bijbehorende website. Onder landbouwers is dat minder bekend, maar het is een platform dat heel performant draait. Onze exportgerichte voedsel- en sierteelthandel wordt duidelijk op de kaart gezet.”  

De positie van de landbouwer

“In het kader van boerenwelzijn willen we sterker inzetten op de positie van de landbouwer in de maatschappij. Daarbij hebben we twee doelstellingen. We willen de landbouwer laten weten waar hij staat en hoe hij zijn positie in de maatschappij kan gebruiken om in de wereld te bereiken wat hij wil bereiken. Dat geeft kracht in de onderhandeling. Wij verzamelen beleidsondersteunende informatie over de positie van de landbouwer. We bekijken ook hoe we die positie nog verder kunnen verbeteren. Daarbij richten we onze blik onder andere op educatie. We zouden graag binnen de eindtermen van het onderwijs lespakketten maken die perfect passen in  de leerdoelen, en waar landbouw als voorbeeld wordt gebruikt. Je kan bijvoorbeeld denken aan het vak economie, waarbij opdrachten over vraag, aanbod en prijsevolutie geprojecteerd hebben op de prijs van groenten of fruit. Op die manier worden leerlingen meer vertrouwd met de landbouw als economische sector. Dat is iets wat wij nu nog niet doen, maar op termijn zouden we dit graag uitwerken. Dat is dus een heel duidelijke vraag die wij voorleggen aan het (toekomstig) beleid.”  

Kenniscentrum

“Wij bij VLAM zijn de olie op het radarwerk van boer tot bord. We zijn er zelf geen radartje in, maar zorgen er wel voor dat alles vlot verloopt. In ons kenniscentrum beschikken wij over oneindig veel consumentendata. We analyseren wat de triggers zijn waarop de consument reageert. Hoe verhouden die zich tegenover elkaar, wat betekent dat? Daar maken wij een synthese van, dat bundelen we zelfs in een boek. Ons kenniscentrum verzamelt kennis over export en consumentenbeleving in binnen- en buitenland. Maar soms is het ook heel technisch, bijvoorbeeld wanneer het gaat over het fytosanitair heropenen van markten.”
“Dit alles maakt dat wij als VLAM het verschil kunnen maken. Wij hoeven zelf niet te scoren, als het goed is voor de sector, hebben wij een succesvol resultaat behaald. Om dit te kunnen (blijven) doen, hopen wij dat we onze strategie de komende vijf jaar zullen kunnen uitvoeren.”
 

Jaarprogramma 2024

VLAM maakte uiteraard ook een jaarprogramma dat de lijnen voor 2024 uitzet. “Ons budget ligt met zo’n 30 miljoen euro in de lijn van vorig jaar”, vertelt Liliane Driesen, woordvoerder bij VLAM. “De verdeling over de verschillende sectoren blijft grotendeels gelijk. Enkel in de tuinaanleg gaan we sterk omhoog, dat is duidelijk een sector in volle groei.”
“Voor het binnenland blijven we vol gaan voor Lekker van bij ons. Vanaf april komt daar nog de ‘Is het van bij ons?’-reflexcampagne bij. Daarnaast zijn we een door AI aangestuurd platform aan het ontwikkelen waarop horeca, voedingsbedrijven, winkels en landbouwers elkaar kunnen vinden. Als we willen dat er lokaal gekocht en verkocht wordt moeten we ook helpen om vraag- en aanbodzijde mekaar te laten vinden. Dit wordt een echt matchmakingplatform: het brengt diverse partijen met elkaar in contact. Daarna moeten die zelf aan de slag.”
“Voor het buitenland ligt de focus op Vlaanderen als voedselregio met de website Fresh from Flanders. Ook op de Europese beurzen profileren we ons expliciet als Flanders, north of Belgium, finest food region.” 
 

VLAM lanceert langetermijnstrategie

VLAM heeft duidelijk ambities voor de land- en tuinbouwsector. Vlaanderen en zijn land- en tuinbouwers als voedselregio op de kaart zetten, dat is meer dan ooit het plan. En daarvoor hebben we uiteraard de consument nodig. Viel het jullie tijdens de boerenbetogingen ook niet op dat de Vlaamse consument achter de lokale land- en tuinbouwers staat? Dat moeten we absoluut zo houden. Daarom wil VLAM ook inzetten op het onderwijs. VLAM wil ervoor zorgen dat in het Vlaamse onderwijs een innovatief en toekomstgericht verhaal verteld wordt over land- en tuinbouw. Het landbouwgebeuren is bij uitstek een interessant studieobject voor STEM-leerlingen, maar ook economisch of inzake verduurzaming valt er heel wat te leren. De knowhow van de Vlaamse land- en tuinbouw behoort tot de wereldtop en dat moeten we ook voor de toekomstige generaties vrijwaren. Dat verdient respect, en daar moet je van op de schoolbanken al werk van maken.

Vlaanderen en zijn land- en tuinbouwers als voedselregio op de kaart zetten, is meer dan ooit het plan

Guy Vandepoel

lid Hoofdbestuur