ddf

Vlaamse veehouderij werkt verder aan beter dierenwelzijn

20 april 2023

Het advies van de Raad voor Dierenwelzijn over ‘intensieve veehouderij en dierenwelzijn’ schiet bij heel wat leden-veehouders in het verkeerde keelgat. Dirk Lips, voorzitter van de Raad voor Dierenwelzijn, verduidelijkt en nuanceert: “Er werden in de veehouderij heel wat stappen voorwaarts gezet, maar er blijft nog ruimte voor verbetering.” Nog meer dierenwelzijn vraagt forse investeringen en aanpassingen van de productiewijze. Dat er nog ruimte is voor verbetering, blijft een uitdaging. “Maar stap voor stap wordt er verder vooruitgang geboekt”, vult Guy Vandepoel, lid van het Hoofdbestuur van Boerenbond, aan. “Meer nuance in het debat is wenselijk. Wat goed is, moét ook worden benoemd.”

Een verbod op klassieke batterijkooien bij leghennen, verrijkingsmateriaal bij varkens, moderne ligboxen in melkveestallen, vrijloopstallen en andere maatregelen: de intensieve veehouderij zette ook in Vlaanderen de voorbije decennia grote stappen voorwaarts op het vlak van dierenwelzijn.

Ook de handhaving van de overheid op de veebedrijven is de voorbije jaren verscherpt, onder andere doordat dierenwelzijnseisen werden opgenomen in de randvoorwaarden van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Verder is er in de verschillende sectorlastenboeken, die de bedrijven volgen, ook veel aandacht voor het dierenwelzijn. Vanuit Boerenbond werd dan ook aangedrongen op nuancering en onderbouwing van de geciteerde cijfers.

Veel reacties op negatief persbericht

In een advies dringt de Raad voor Dierenwelzijn nu aan op een nog verdere verbetering. Zo wordt onder meer verwezen naar een percentage melkkoeien dat mank zou lopen, problemen met voetzoolletsels bij vleeskippen, en ook het staartbijten en het couperen in de varkenssector blijven volgens het persbericht van de Vlaamse Raad voor dierenwelzijn problematisch.

Na de bekendmaking van dat advies van de Raad voor Dierenwelzijn voelen heel wat van onze leden-veehouders zich persoonlijk aangevallen. Er zijn ongetwijfeld nog verdere verbeteringen mogelijk, maar enige nuance in de geciteerde cijfers is meer dan wenselijk én terecht.

fvf

Dirk Lips (foto links) is al vele jaren voorzitter van de Dienst Dierenwelzijn en brengt graag vanuit die functie een aantal nuances aan. “Ik benadruk dat we van 1970 tot nu in de veehouderij hele stappen voorwaarts hebben gezet. Dat betekent echter niet dat we niet nog verder in die richting moeten gaan. Iedereen moet echter beseffen, zowel consument, producent als de hele keten, dat aan een verdere verhoging van het dierenwelzijn in de veehouderij ook een prijskaartje zal vasthangen. Ik benadruk: ook de consument moet hier rekening mee houden! Als de marges voor de veehouder te klein zijn, is een gevoelige verbetering misschien vaak moeilijk. Er moeten mogelijkheden tot verdere investeringen zijn, dat begrijp ik. Maar daarom is een verdere verbetering zeker niet ondenkbaar”, benadrukt Dirk Lips.

Maatregelen niet altijd prijsverhogend

Ook Europa, de Schengenakkoorden en de wereldmarkt spelen een niet onbelangrijke rol. “Vaak wordt dan verwezen naar een ‘gelijk speelveld’, en daar zit natuurlijk een waarheid in. Dat betekent echter niet dat we daardoor stil kunnen blijven staan. Ik ben ervan overtuigd dat de veehouderij zelf verder stappen kan zetten, zonder dat die altijd prijsverhogend moeten zijn. Het zou leuk zijn om bijvoorbeeld nog meer bio-ingenieurs en dierenartsen te hebben, die daarover nadenken. Er gebeurt al veel wetenschappelijk onderzoek en dat moet verder de basis vormen om ook in de veehouderij innovatieve technieken toe te passen. Technieken die zorgen voor minder dierenleed, zonder dat de kosten zwaar op de bedrijfsuitbating gaan wegen.”

“Aan welke voorbeelden ik dan denk? Bijvoorbeeld aan dubbeldoelrassen, die zijn meer haalbaar geworden door de betere rundveeprijzen. Of ook het project Nestborn. Dat is een techniek voor het uitkomen van kuikens in de stal. Deze aanpak verhoogt het welzijn en de gezondheid van de kuikens.”

Combinatie veehouder en systeem

“Ik kan begrip opbrengen voor de veehouders, die zich door de recente berichtgeving aangevallen voelen”, gaat Dirk Lips verder. “Iedereen heeft het beste voor met zijn dieren. Maar wat moeten we doen? De kern is dat er al grote stappen voorwaarts zijn gezet, maar dat we zeker nog verder stappen moeten zetten. Niemand heeft er echter baat bij om de feiten te verdoezelen en dan maar te zwijgen en niets te doen. Het is een verantwoordelijkheid van de hele sector, van de overheid… om daarin verder te gaan. Ik vind het echter belangrijk dat veehouders ook verder zelf gaan meedenken hoe het soms anders en beter kan. In dierenwelzijn gaat het vaak om de combinatie tussen de veehouder én het systeem, waarin de dieren worden gehouden.”

“Een voorbeeld om af te ronden: ik ben er zeker van dat geen enkele varkenshouder graag zijn varkens castreert. Maar toch blijft het gebeuren”, stelt Dirk Lips. Met deze opmerking wordt wel voorbijgegaan aan het feit dat onze Vlaamse varkenshouders castreren omdat de afnemers in het buitenland dat willen. Het is een economische noodzaak.

“Ik doe dan ook een dringende oproep aan alle veehouders: denk er zelf over na, hoe kunnen we het beter aanpakken? We juichen alle initiatieven vanuit de sector toe. Het is veel beter om ook op het vlak van dierenwelzijn zelf het voortouw te nemen, dan later door de overheid verdere verplichtingen opgelegd te krijgen”, besluit Dirk Lips.

Correct verhaal vraagt meer nuance

Op de Raad voor Dierenwelzijn formuleerde Boerenbond verschillende keren haar visie en bemerkingen op de tekst. “Te veel aandacht gaat volgens ons naar wat er in het verleden gebeurd is”, duidt Guy Vandepoel, lid van het Hoofdbestuur. “Er gaat te weinig aandacht naar de inspanningen die al geleverd zijn en die veehouders nu leveren, op de verschillende terreinen.”

“Vanuit Boerenbond hebben we bijvoorbeeld zelf in overleg met ILVO een app ontwikkeld ‘Blije dieren, blije boer’ waarmee een veehouder in de stal zijn dieren kan scoren. Door de dieren te observeren, krijg je een betere indruk van hun welzijnssituatie. Het systeem laat ook een benchmark toe, zodat je je als bedrijf kan vergelijken met andere gelijkaardige bedrijven.”

ffvv
Partners in onderzoeksprojecten

“De Vlaamse veehouders houden het dierenwelzijn hoog in het vaandel en besteden er inderdaad alsmaar meer aandacht aan”, voegt Els Goossens, adviseur diergeneeskunde bij Boerenbond, toe. “Niettemin is er ruimte voor verbetering en komen we ook door onderzoek meer te weten over de noden en de behoeften van de dieren. Vanuit Boerenbond wordt ook actief geïnvesteerd én geparticipeerd in dergelijke projecten ” 

Belangrijk om weten is dat het ook de veehouders zijn die nadelen ondervinden als hun dieren zich niet goed voelen of, bijvoorbeeld met hun klauwen, problemen hebben. “Om net op zoek te gaan naar nog meer dierenwelzijn zijn veehouders actieve partners in Vlaamse onderzoeksprojecten. Het gaat dan bijvoorbeeld over het verbeteren van die klauwgezondheid bij runderen, speenmanagement en dierengezondheid bij biggen…”, aldus Els Goossens.

Europese context

Er zijn zeker ook wel kanttekeningen te maken over het linken van verminderd dierenwelzijn aan de intensieve veehouderij. “De biggensterfte ligt bijvoorbeeld hoger in de biologische varkenshouderij dan in de gangbare varkenshouderij en bij leghennen is er meer sterfte en zijn er meer borstbeenbreuken bij leghennen die gehouden worden in scharrelsystemen en vrije uitloopsystemen, dan in de verrijkte kooisystemen”, stelt Wouter Wytynck, adviseur Dierlijke Veredeling bij Boerenbond.

Ook het belang van de Europese context mag niet worden onderschat. “Het Europese beleid ten aanzien van dierenwelzijn zorgt ervoor dat we moeilijk nog verder kunnen opschuiven”, gaat Wouter Wytynck verder. “Binnen Europa worden dierenwelzijnseisen opgelegd aan de eigen bedrijven, maar aan de importkant gebeurt dat niét. Daardoor kunnen onze bedrijven moeilijk wedijveren met de goedkope import en worden zo onder druk gezet, zoals de import van kippenvlees uit Brazilië, pluimveevlees en eieren uit Oekraïne.”

Ook vanuit economisch perspectief

“We moeten de hele problematiek blijven bekijken vanuit een economisch perspectief op de toekomst. Ook als voorbeelden worden aangehaald, moet hierbij vermeld worden dat voor elk van deze knelpunten, onderzoeksprojecten lopende zijn en alternatieve managementtechnieken, als deze al beschikbaar zijn, uitgetest en geëvalueerd worden. Het mag geen louter vingerwijzen zijn”, aldus Guy Vandepoel.

“Maar we spreken hier niet van laaghangend fruit, dierenwelzijnsknelpunten in de Vlaamse veehouderij zijn complex en hebben meerdere oorzaken. Eventuele oplossingen of alternatieve technieken kunnen ook een dierenwelzijnskost hebben en de socio-economische impact wordt onvoldoende in kaart gebracht”, gaat Guy Vandepoel verder.

“Het welzijn van de dieren die op onze boerderijen wordt gehouden, is van hoog niveau. Dat staat als een paal boven water. Maar verbetering is altijd mogelijk, en als sector moeten we openstaan voor elke verbetering die wetenschappers of andere partijen kunnen aanbrengen. Er wordt continu gewerkt via projecten en samenwerkingsovereenkomsten aan beter welzijn, huisvesting en dierengezondheid. Het is ook uitermate belangrijk om te starten vanuit correcte en Vlaamse cijfers, met de nodige bijkomende uitleg. En de boer moet voldoende ondersteuning en hulpmiddelen krijgen”, besluit Els Goossens.

Bron: Boerenbond.