g

Ventilatoren verlagen de impact van hittestress bij runderen

Hittestress bij melkvee komt de laatste jaren frequenter voor. Niet enkel de koe leidt onder de hitte, maar ook de productiviteit. Op korte termijn een verminderde groei, productie en lagere gehaltes. Op lange termijn onder andere meer klauw-, vruchtbaarheids- en transitieproblemen. Met ventilatoren kunnen we de impact van hittestress echter verlagen!

In de stal kunnen we hittestress bij rundvee bestrijden door de luchtsnelheid ter hoogte van het rund te verhogen met behulp van ventilatoren. Hierdoor zullen de runderen meer warmte kunnen afgeven aan de omgeving.

Types ventilatoren

Er zijn drie types ventilatoren. De HVLS (high volume, low speed) ventilatoren, de zogenaamde “helikopterventilatoren” verplaatsen  grotere volumes lucht aan lagere snelheden in verticale richting naar beneden. Twee andere types ventilatoren (axiaal en cycloon) verplaatsen  de lucht eerder horizontaal aan een hogere snelheid, maar met kleinere volumes. Het verschil tussen de axiaal- en cycloonventilatoren zit in de sturing van de luchtstroom.

Bij axiaalventilatoren wordt de lucht kegelvormig verspreid vanaf de ventilator.  Bij aanwezigheid van een ‘ring’ rondom de ventilatorbladen, word de lucht nog iets meer gestuurd. Bij cycloonventilatoren wordt de luchtstroom sterk naar beneden gestuurd door  de aanwezigheid van kleppen.  De kleppen zorgen echter wel voor een grotere weerstand en dus een hoger verbruik.

Plaatsing in de praktijk

De ideale positie van de ventilatoren is afhankelijk van stal tot stal, aanwezige diergroepen en het gewenste ventilatortype. 

Er kunnen enkele algemene regels voor de plaatsing van axiaal (en cycloonventilatoren) gesteld worden volgens de huidige inzichten. Indien mogelijk hou je best rekening met volgende tips:

  • Om koeien af te koelen is vooral een voldoende hoge luchtsnelheid (minimaal 2 m/s) ter hoogte van de koe van belang en waar deze, ten opzichte van de ventilator, behaald wordt. De hoeveelheid lucht die verplaatst wordt, is evenwel niet belangrijk.
  • Kies voor dwarsventilatieom zo verse lucht aan te trekken in plaats van de stallucht te recirculeren.  
  • Een cycloonventilator heeft een breder, maar iets korter luchtverspreidingspatroon dan een axiaalventilator. 
  • Geef voorkeur aan ventilatie over de ligboxen i.p.v. over de loopgangen
  • Ventileer met de overheersende windrichting mee. Tegen de wind in lucht verplaatsen zal meer energie vergen of minder effectief zijn. 
  • Ventileer weg van de melkstand (stof, haren, ammoniak) 
  • Hou er rekening mee dat de eerste meter(s) na de eerste ventilator nog geen of weinig luchtverplaatsing is ter hoogte van de koeien. 
  • Vermijd het plaatsen van ventilatoren vlak voor obstakels (bv. keerwanden, krachtvoersilo,…). De horizontale luchtstroom blijft  na het obstakel zeer turbulent en dit over een  afstand van 10x de hoogte van het obstakel.  
  • Zorg voor voldoende vrije luchtinlaat om geen onnodige weerstand te creëren. 
  • Ventilatoren worden op 2,7 m boven het grondoppervlak gemonteerd, dus bij montage in zijwanden is er voldoende hoogte nodig.
  • Hanteer als afstand tussen 2 ventilatoren in lijn 10x de diameter van de ventilatoren voor axiaalventilatoren, voor cycloonventilatoren is dit 8 à 9x de diameter van de ventilator. 
  • De afstand tussen lijnen ventilatoren (in de breedte) wordt  in de praktijk vaak op 6 tot 7 m, max. 10 m (minder ideaal) gehouden voor axiaalventilatoren. Bij cycloonventilatoren mag deze afstand groter zijn tot 10-12m.. 
  • Vergeet droogstaande en zorgkoeien niet! Deze dieren hebben het vaak lastiger dan een gezonde melkkoe in lactatie. Hittestress in de transitieperiode kan leiden tot langdurige negatieve effecten tijdens de lactatie. 
  • Kies voor een energiezuinige motor (gelijkstroom). 
  • Een ring rondom de schoepen zorgt voor een meer gecontroleerde luchtstroom. 
  • Regelmatig onderhoud (stofvrij maken, spanning aandrijving) is belangrijk voor het energieverbruik en een blijvende capaciteit van de ventilator 
  • Frequentiesturing zorgt voor energiebesparing. Zorg er wel voor dat bij grote mate van hittestress de ventilator op maximumcapaciteit werkt en er steeds voldoende luchtsnelheid (+-2m/s) bij de dieren gerealiseerd wordt. In de praktijk wil dit zeggen starten bij 18-19°C om vervolgens op maximale frequentie te draaien bij 23-24°C.