Uit liefde voor het vak

Twintig jaar geleden hebben Gert en Lieve Casters hun eerste fruitbomen geplant in Neerwinden. Om hun bedrijf voor te bereiden op de toekomst, willen ze volledig omschakelen naar de biologische teeltwijze.

Gert en Lieve zijn allebei van boerenafkomst. Zowel de ouders van Gert als die van Lieve baatten een gemengd bedrijf uit met akkerbouw en varkens. Het bedrijf van de ouders van Gert, in het centrum van Neerwinden, heeft het koppel overgenomen. “Als jonge starters zagen we voor deze activiteit geen toekomst in de dorpskern”, vertelt Lieve. “We hebben altijd veel begrip gekregen van de buren en we willen dat ook zo houden. We zoeken naar een manier om samen te leven en rekening te houden met elkaar. Onze buren waarderen dat. Tegen die achtergrond zijn we begonnen met aardbeien te telen en hebben we onze eerste appelbomen geplant, in combinatie met de akkerbouw die we van beide ouders overgenomen hadden. Maar al snel bleek dat deze combinatie voor ons niet haalbaar was. We besloten ons meer te richten op het pitfruit, dat we stelselmatig uitgebreid hebben, onder andere met peren.

“De laatste twee jaar zijn we gaan nadenken over een omschakeling naar bio”, licht Gert toe. “We wisten heel zeker dat het nu het moment was. Over tien jaar beginnen we niet meer aan zo’n grote verandering. Het is zeker geen impulsieve beslissing. Ik heb in Nederland cursussen gevolgd over de biologische fruitteelt, zodat ik kon leren uit de praktijk. In de samenleving van vandaag wordt de rol van milieu en klimaat alsmaar belangrijker. Wij mogen als teler geen barrière opwerpen tussen ons en de samenleving, we moeten net inspelen op wat ze vraagt. Wij proberen al jarenlang een kwaliteitsvol product te leveren en de residuwaarde in ons fruit was altijd al erg laag. Maar in de winkel komt ons fruit gewoon tussen de massa terecht. Het feit dat wij ons toch willen onderscheiden, heeft de stap naar bio verkleind.”

Als ouders zijn wij trots op onze kinderen. Als boer zijn wij trots op ons fruit.

Niet over een nacht ijs

“In de kalmere periode van de winter 2017-2018 hebben we ons volop op het biogebeuren gestort”, vult Lieve aan. “Dan kwam de voorjaarsdrukte eraan. Na de pluk van vorig jaar zijn we een versnelling hoger geschakeld.” Lieve en Gert waren al goed op de hoogte toen ze aan het proces begonnen. Ze spraken met biotelers en surften naar gespecialiseerde sites op het internet. “We hebben contact opgenomen met het Innovatiesteunpunt en kwamen terecht bij Eveline Driesen van ‘Bio zoekt Boer’. Zij is langsgekomen en heeft ons veel informatie gegeven en contacten doorgespeeld. Daarna heeft Ignace Deroo ons geholpen met ons omschakelplan.

Het seminarie ‘Boeren we allemaal bio in 2050?’, dat we op Agriflanders bijgewoond hebben, was ook een blikopener. Daar spraken we met bioboeren uit diverse sectoren en ook met bedrijven die nog in omschakeling waren. Dat was zeer interessant. We hadden al veel gelezen over de omschakeling, maar als je net dat extra duwtje krijgt, besef je dat het echt wel interessant kan zijn. Afgelopen winter hebben we ook biobeurzen bezocht, onder andere in Nederland. Rond de jaarwisseling hebben we dan de knoop doorgehakt: we gaan voor bio. We dachten dat we goed voorbereid waren en al veel wisten, maar we merkten dat we toch nog heel veel nieuwe informatie te verwerken kregen. Het is wel een heel prettig proces. Overal waar we vragen stelden, kregen we snel gerichte informatie. Als fruitteler zijn we op de hoogte van het teelttechnische aspect, maar voor bepaalde zaken kunnen we wat ruggensteun gebruiken om onze keuze te doen slagen. Dat is precies wat je nodig hebt wanneer je aan het omschakelen bent.”

Hoewel Gert en Lieve deze beslissing netjes doorgerekend hebben, maakten ze deze toch ook met hun hart. “Wij werken met hart en ziel aan ons fruit. Ook als we tegenslag hebben, zoals met het weer of met de Ruslandcrisis, gaan we door. Een boer investeert eerst en weet pas later wat zijn product zal opbrengen. Wij zijn heel trots op wat wij telen. Net zoals wij als oudes trots zijn op onze kinderen, zijn wij als boer trots op ons product. We denken dat we die trots nog meer kunnen tonen wanneer we omschakelen naar de biologische teeltwijze.”

Het grote werk moet nog beginnen, maar Lieve krijgt nu al positieve reacties van kennissen uit het dorp en van ouders van klasgenootjes van de kinderen. “Het leuke is dat heel het gezin erachter staat. Onze kinderen van acht en elf jaar hebben samen met ons informatie opgezocht, bijvoorbeeld over de metselbij en de oorworm. We hebben voor deze nuttige insecten huisjes gemaakt, die in onze boomgaarden zullen komen. De kinderen waren enthousiast, namen de huisjes mee naar school en dat werd het perfecte moment om het in de klas te hebben over de fruitteelt. De reacties waren heel positief, van de leerkrachten zowel als de kinderen in de klas en hun ouders.”

Zonder oogkleppen

Voor hun biologische start opteren Gert en Lieve kiezen voor het ras Natyra, een resistent appelras dat sterk in opmars is. “We zijn naar een biologische boomkweker in Nederland gegaan om onze Natyrabomen te kopen. We hadden een bestelling geplaatst voor het najaar, maar in het vroege voorjaar kregen we bericht dat er onverwacht bomen vrij kwamen. We kunnen dus nu al starten.”

De omschakeling is een hele investering. De bomen zijn duur, het werk dat erin kruipt nog veel duurder. Gert en Lieve willen dus niks aan het toeval overlaten en gaan voor hagelnetten over hun hele biologische areaal. “In 2016 zijn wij zwaar verhageld”, herinnert Lieve zich. “Enkele dagen eerder was ik aan het werk in de plantage en ik hoorde voorbijgangers praten over ons. Ze verbaasden zich over hoe mooi het hier was, zeiden dat ze hier wel eens wilden picknicken, dat het mooier was dan hun eigen tuin. Die mensen hadden mij niet gezien, hun commentaar was echt en oprecht. Dat maakt mij zo blij dat ik meteen heel trots naar Gert gebeld heb om het verhaal te vertellen.

Drie dagen later heeft een hagelstorm onze volledige oogst vernield. Ik heb geweend tot we de laatste appels geplukt hadden. Het was een economische ramp, maar ook onze trots als teler was geraakt. Wij willen zo graag een mooi product afleveren. Daarom gaan we nog meer preventieve maatregelen nemen. Het is mooi als een weersverzekering ons economisch verlies draagbaarder maakt, maar telers willen toch vooral iets oogsten waar ze trots op zijn. De hagelnetten zullen veel stress wegnemen.”

De mooie plantages waar de voorbijgangers over spraken, blijven natuurlijk, maar Gert beseft dat ze er wel wat anders zullen uitzien. “Onze boomgaarden zijn altijd heel netjes geweest. Nu moeten we daar anders over redeneren, want ‘netjes’ krijgt een andere invulling. Mentaal hebben we deze stap al gezet. Nu zetten we ook in de praktijk stappen naar een ecologisch evenwicht in de plantages, want dat is essentieel.”

Lieve en Gert staan voor tweehonderd procent achter hun beslissing. Het is een andere manier van telen, die past binnen hun visie als bedrijfsleiders: “We mogen niet rondlopen met oogkleppen. We leven vandaag in een samenleving waar we heel kwetsbaar zijn. We moeten het evenwicht behouden tussen de land- en tuinbouwer en de burger, en inspelen op de vraag van de consument. Mensen willen opnieuw weten wat er op hun bord ligt en waar dat eten vandaan komt. Daar liggen kansen voor ons als teler.”

Dit artikel werd gepubliceerd in Boer&Tuinder. Voor het overnemen van artikelen uit Boer&Tuinder is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.