Stuwtjes in Bocholt voor een klimaatrobuust waterbeheer
Met Bocholt Stuwt neemt het PVL, samen met de Bodemkundige Dienst van België, Boerennatuur Vlaanderen en Sumaqua, het initiatief om landbouwers te steunen.
In 2022 werden we nogmaals geconfronteerd met een heel droge zomer. Op 2021 na werden tijdens de laatste 5 zomers recordperiodes van droogte vastgesteld. Dit is vanzelfsprekend nefast voor de productiviteit van landbouwgronden, maar eveneens voor de (natte) natuur.
De wetenschap verwacht dat in de toekomst weersextremen zullen toenemen. Zowel periodes van droogtes als van veelvuldige neerslag zullen steeds vaker voorvallen. Zo was bijvoorbeeld de voorbije februarimaand de droogste van de afgelopen 37 jaar. Dit heeft zelfs tot gevolg dat de afvoer van de Maas momenteel op een niveau ligt dat typisch is voor de maanden juni of juli. Dergelijke situaties onderstrepen het belang van een robuust waterbeheer.
Iets waar ook onze landbouwers aan kunnen meewerken, o.a. met behulp van stuwtjes in grachten. “Met het project Bocholt Stuwt neemt het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL), in samenwerking met de Bodemkundige Dienst van België, Boerennatuur Vlaanderen en Sumaqua het initiatief om de lokale landbouwers hierbij te ondersteunen", zegt gedeputeerde voor Landbouw en voorzitter van PVL Inge Moors (cd&v).
Bocholt Stuwt
“Het project Bocholt Stuwt geniet een ondersteuning van 125.556 euro subsidie uit het Droogte Innovatie Fonds van de Provincie Limburg. Een klimaatbewuste aanpak van ons waterbeheer wordt dan ook steeds belangrijker voor het veiligstellen van onze waterbeschikbaarheid,” aldus voorzitter van PVL en gedeputeerde Inge Moors.
Er lopen meerdere projecten die zich focussen op het opstuwen en vasthouden van water. Dit project gaat dan ook verder dan eenvoudigweg het plaatsen van stuwtjes bij landbouwers met geschikte perceelsgrachten. Er wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van automatisatie en digitalisering van stuwen.
Zo wordt er een dashboard ontwikkeld waarop de actuele waterstanden in perceelsgrachten, door middel van automatische metingen met sensoren, door de landbouwers kunnen worden opgevolgd. Deze gegevens kunnen op het bedrijf gemonitord worden zodat eventuele managementbeslissingen van op afstand kunnen worden gemaakt. Zo kunnen we de landbouwers ook een extra rit naar de stuw uitsparen en wordt het beheer van stuwtjes nog verder geoptimaliseerd.
Aanvullen van grondwatervoorraden
Aansluitend wordt onderzocht in welke mate er potentie is om kanaalwater uit de Zuid-Willemsvaart in te zetten voor verdere aanvulling van de grondwatertafel. Tijdens drogere wintermaanden, zoals bijvoorbeeld dit jaar in februari, zou het lokale grachtenstelsel gevuld kunnen worden met kanaalwater om extra infiltratie mogelijk te maken. Op deze manier kunnen grondwatervoorraden ook worden aangevuld op momenten met een beperkte hoeveelheid neerslag in onze regio.
Belangrijk in dit laatste luik is echter het benodigde studiewerk. Kanaalwater heeft immers een andere samenstelling dan regenwater waardoor o.a. de impact van het importeren van kanaalwater in een lokaal grachtenstelsel op de omgeving moet worden onderzocht. Bij gunstige resultaten kan dit studiewerk in een vervolgtraject aanleiding geven tot concrete implementaties.
Situering van het project
De laatste jaren worden we al meer geconfronteerd met extreme weerfenomenen, gaande van langdurige droogtes tot hevige neerslag met overstromingen tot gevolg. De steeds frequenter voorkomende droogteperiodes zorgen ervoor dat het belang van irrigatie toeneemt. In Noord-Limburg gebeurt dit voornamelijk met oppervlakkig grondwater. Dit grondwater is door de stuwing van de Maas ruim aanwezig. Toch staat deze irrigatie onder een maatschappelijke en beleidsmatige druk rond het aanspreken van watervoorraden.
Het is dus noodzakelijk om de lokale neerslag uit de natte periodes zo goed als mogelijk te benutten om ons zo beter te wapenen tegen droge periodes. “De landbouwsector beschikt als grootste gebruiker van de open ruimte over een aanzienlijk potentieel om het neerslagwater efficiënter te gebruiken. Op die manier kan de sector resultaten bereiken op vlak van haar eigen watervoorziening maar tevens bijdragen aan meer gunstige grondwatervoorraden in de ruime omgeving, die ook van belang zijn voor de drinkwatervoorziening” stelt gedeputeerde Inge Moors.
Klimaatrobuust waterbeheer
Een eenvoudige manier om ons waterbeheer meer klimaatrobuust te maken, is door af te stappen van het zo snel mogelijk afvoeren van water. Nog steeds wordt teveel water van de velden naar perceelsgrachten en via waterlopen en rivieren richting de zee. Op die manier gaat er veel nuttig water verloren. Het zou beter zijn om zoveel mogelijk water plaatselijk vast te houden en het de kans geven om lokaal te infiltreren, om aldus het grondwater aan te vullen.
Gebruik maken van regelbare stuwen
Een maatregel die landbouwers kunnen nemen om het lokale water langer vast te houden op hun percelen, is het gebruik van regelbare stuwen. Een stuw is een vrij eenvoudige constructie die geplaatst kan worden in een perceelsgracht of waterloop en, aan de hand van uitneembare schotjes, het waterpeil kan sturen. In praktijk betekent dit dat de landbouwers zo veel mogelijk water in het grachtensysteem vast houden door de schotjes het grootste deel van het jaar in het stuwkader te laten zitten.
Enkel in de periodes wanneer er veldwerkzaamheden dienen te gebeuren, zullen de schotjes worden verwijderd om het waterniveau te verlagen. Op dat moment moet het perceel namelijk droog genoeg zijn om berijdbaar te blijven en insporing en verdichting van de bodem te voorkomen. Stuwen werken dus volgens een gelijkaardig principe als peilgestuurde drainage, waarbij een buis wordt verwijderd uit de regelput waaruit het water kan weglopen. Op veel plaatsen kunnen stuwen met peilgestuurde drainage worden gecombineerd om het drainwater vast te houden of om water via de peilgestuurde drainage terug in het veld te brengen (subirrigatie).
Naast de klassieke regelbare stuwen kan er ook worden geopteerd voor een knijpstuw. Een dergelijke stuw heeft een kleine opening in één van de schotbalkjes die zorgt voor een gedoseerde, langzame waterafvoer. Zo wordt er niet alleen opvangcapaciteit gecreëerd maar neemt bij hevige regen ook de kans op overstromingen af.
Bron: PVL, foto: Boerennatuur Vlaanderen.