Studiedag leghennen focust op preventiezorg parasieten
De studienamiddag leghennenonderzoek op het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel stond in het teken van preventiezorg rond parasieten.
Thema’s waren de resultaten van het demonstratieproject MiteControl rond de bestrijding van de rode vogelmijt, bioveiligheid op het legbedrijf en methoden om wormdruk onder controle te houden bij biologische leghennen.
Bestrijding bloedluizen
De rode vogelmijt – beter bekend als ‘bloedluis’ – is de meest voorkomende ectoparasiet bij leghennen. Zo’n 83% van de leghennenstallen in Noordwest-Europa kampt ermee, waar ze leidt tot een verlies van circa 361 miljoen euro per jaar. De mijt verschuilt zich overdag in spleten en kieren in het leghennensysteem. Maar ’s nachts kruipt ze op de hennen om zich te voeden met hun bloed. Het verlies aan bloed en de verstoorde nachtrust verzwakt de hennen, waardoor ze gevoeliger worden voor ziekten en de productie verlaagt.
Bioveiligheid op het legbedrijf
Pluimveedierenarts Hilde Van Meirhaeghe van Vetworks lijstte de sterke en zwakke punten rond bioveiligheid op het legbedrijf op. Kritische punten zijn het eierlokaal en gerecycleerde trays. Een uitdaging is de langere productiecycli tot 100 weken, die leidt tot meer stof en ongedierte. In 2021 werden in het kader van het Netpoulsafe-project 406 vragenlijsten afgenomen bij pluimveehouders. Hilde gaf enkele praktische tips voor een goede bioveiligheid op je bedrijf (zie kaderstuk hieronder).
Ondersteunende maatregelen voor leghennenhouders in dit project zijn de inzet van een bioveiligheidsadviseur, educatieve modules (webinars, e-learning), de organisatie van een wedstrijd voor de beste bioveiligheid, een bezoek aan goed georganiseerd bedrijf en financiële steun voor de toepassing van bioveiligheid (bijvoorbeeld een hittebehandeling).
Wormdruk onder controle houden
Annatachja De Grande van ILVO ging in op preventieve en alternatieve methoden om wormdruk bij biologische leghennen onder controle te houden. In België is enkel het product flubendazole geregistreerd voor wormbestrijding bij leghennen. Probleem is dat biopluimveehouders een wachttijd van 48 uur moeten respecteren voor ze dit inzetten. Speerpunt in de biologische pluimveehouderij is de preventie van dierziekten zonder gebruik van chemische middelen. De nood aan alternatieve en preventieve methoden werd onderzocht in het project Prebebioleg.
Preventie van zowel insleep als verspreiding van wormeitjes is belangrijk. Je kan ze vinden tot 5 cm diep en ze kunnen tot 2 jaar overleven. Regelmatig mest uitrijden is praktisch vaak niet haalbaar. Houd het strooisel zo droog mogelijk. Wormeneieren sterven af bij strenge vorst (-12°C), hitte en uv-straling. Nat reinigen is belangrijk, maar volg de spoelwaterprocessen, zodat wormeitjes zich niet kunnen verspreiden. Het uitloopbeheer is niet altijd mogelijk om te managen; aangepaste begroeiing kan nuttig zijn. Gebruik van houtchips, deels een verharding aanbrengen en aangepaste drainage zijn pluspunten.
Maai gras goed kort, zo maak je ook de uitloop aantrekkelijker voor leghennen. Omweiden kan interessant zijn naar herstel van je aanplanting toe; het zorgt voor afwisseling voor de hennen. Streef een gevarieerd uitloopbeheer na. Gebruik robuuste leghennen, als ze wormenvrij uit de opfok komen. Via voederstrategieën creëer je een gezonde hen, die een verhoogde weerstand tegen worminfecties heeft. De beslissing om te ontwormen is afhankelijk van de individuele situatie van het bedrijf.
Bioveiligheidstips
- Laat chauffeurs van eierhandels in jouw eierlokaal andere kledij en schoenen aantrekken.
- Desinfecteer wielen van voertuigen voor het betreden van het bedrijfsterrein.
- Laat je personeel en bezoekers hun handen wassen.
- Reinig en ontsmet je destructietank (kadaverton).
- Laat je personeel en bezoekers eventueel douchen vóór ze de stal betreden.
- Maak je hygiënesluis visueel.
Meer info: www.provincieantwerpen.be/mitecontrol. Op www.youtube.com vind je een mooie animatievideo rond monitoring en bestrijding van bloedluizen bij leghennen. Zoek op ‘Mijd de vogelmijt’.
Bron: Boerenbond.