Stikstof: alles op een rijtje

Je kon er de laatste maanden moeilijk omheen: de stikstofdiscussie overheerste het politieke nieuws. Op 24 januari keurde het Vlaams parlement dan uiteindelijk het langverwachte Stikstofdecreet goed. Maar waarom is er een stikstofdecreet nodig, wat houdt het nu juist in en waarom baart het de Vlaamse boeren zorgen?  

Stikstof en natuur zijn niet de beste vrienden 

Stikstof_cartoon1Of het nu gaat om melk, tomaten, kipfilets of appels, stikstof is een essentiële bouwsteen van al ons voedsel (en van jezelf trouwens ook). Voor landbouw is stikstof in de vorm van meststoffen of eiwitten dus onmisbaar. Toch is stikstof niet overal zo gewenst.  

Zo heeft te veel stikstofneerslag op bepaalde natuurgebieden een negatieve impact. Als stikstof vanuit de lucht neerslaat op de grond, zorgt het ervoor dat de bodem zuurder wordt en meer meststoffen bevat. Op de meeste plaatsen is dat niet zo’n probleem, maar in sommige natuurgebieden hebben we dat liever niet omdat waardevolle planten hier niet goed mee om kunnen. Vandaag valt er op heel wat Europees beschermde natuurgebieden, de zogenaamde Natura2000-gebieden, te veel stikstof neer waardoor die natuur niet in een goede staat verkeren. Om de natuurkwaliteit te verbeteren, moet de stikstofdruk verminderen. 

 

 

Samen aan de slag om de stikstofdruk te verlagen 

Gemiddeld gezien komt zo’n 58% van de stikstof die neervalt op de Vlaamse Natura 2000-gebieden vanuit de buurregio’s, 29% van Vlaamse landbouw en 11% van onze transport en industrie [infografic]. Als we willen dat er minder stikstof op onze natuur valt, dan zullen we met z’n allen minder stikstof moeten uitstoten.  

Stikstof_cartoon2Ongeveer de helft van de stikstof die uitgestoten wordt in Vlaanderen is NOx vooral afkomstig van transport en industrie, de andere helft is ammoniak uit de landbouw. Aangezien het grootste gedeelte van onze stikstofneerslag afkomstig is van buiten Vlaanderen, moeten we ook op inspanningen van onze buurregio’s rekenen. Zij rekenen trouwens ook op ons. Vlaanderen exporteert immers zelf ook heel wat stikstof naar die buurregio’s waardoor ook de natuurgebieden daar te kampen krijgen met een te hoge stikstofdruk. De stikstof die over de grenzen heen gaat is grotendeels NOx dat afkomstig is van transport en industrie. Zowel landbouw als transport en industrie uit binnen- én buitenland moeten dus samen aan de slag! 

 

Stikstofemissies verminderen is niets nieuws 

Dat de stikstofemissies moeten dalen, is dus zeker. Alle Vlaamse sectoren maken hier ook al een hele tijd werk van, ook de landbouwsector. Zo hebben onze landbouwers hun stikstofuitstoot sinds 1990 al met meer dan de helft weten terug te dringen. Ze deden dit onder andere door te investeren in speciale stalsystemen en door in te zetten op emissiearme mesttoediening. Er zijn dus in het verleden al grote stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Dat beseft ook de landbouwsector heel goed. 

Geen eitje, dat stikstofbeleid 

Vlaanderen heeft zichzelf tot 2045 de tijd gegeven om de stikstofdruk op de Vlaamse Natura2000-gebieden volledig weg te nemen, in 2030 moeten we halverwege zijn. Om dat doel te halen is er beleid nodig. Men heeft dit beleid de Programmatische Aanpak Stikstof, of kortweg de PAS, gedoopt. De Vlaamse regering moet met haar PAS niet alleen bepalen hoeveel de stikstofemissies nog moeten dalen, maar ook wie inspanningen moet doen en welke inspanningen dat zijn. De PAS moet een duurzaam beleid zijn en dat kan enkel als het de ecologische doelstellingen kan combineren met het economische en sociale aspect. Daarnaast moet het beleid ook nog eens volledig juridisch sluitend zijn. Geen makkelijke opdracht, zo blijkt.  

De Vlaamse regering maakte in 2015 al een ‘voorlopige PAS’, maar die werd in februari 2021 door de rechtbank als ‘kaduuk’ bestempeld. De oefening moest dus van vooraf aan opnieuw gemaakt worden, en dat bleek niet simpel. Pas een jaar later, op 23 februari 2022 kon de Vlaamse regering een eerste Stikstofakkoord sluiten. Met dit akkoord zette de regering de bakens uit over hoe de PAS er volgens haar moest uitzien. En die bakens kwamen bij de Vlaamse landbouwers binnen als een mokerslag. In het openbaar onderzoek dat gehouden werd over de stikstofplannen van de regering kwamen dan ook meer dan 20.000 bezwaren binnen. Wat volgde is een politieke rollercoaster die uiteindelijk op 24 januari tot stilstand kwam, op het moment dat het Vlaams Parlement het Stikstofdecreet goedkeurde. Helaas baart ook het eindresultaat de landbouwers nog een heleboel zorgen… 

Het Stikstofdecreet zonder toekomstperspectief 

Het doel van het Stikstofdecreet is enerzijds om de stikstofdepositie op de Europees beschermde natuurgebieden te verlagen, en anderzijds om een stabiel vergunningskader op poten te zetten. De doelstellingen die ze daartoe voor de landbouwsector naar voor schuift zijn torenhoog, maar het is vooral de manier waarop men deze wil bereiken die bij de landbouwers het hardst aankomt. Het Stikstofdecreet geeft onze landbouwers immers weinig tot geen toekomstperspectief. 

Hoge latten, weinig mogelijkheden en juridische vraagtekens 

Zo legt het decreet de lat van de reductie-opgave voor bedrijven enorm hoog. Aangezien slecht zowat 13% van de Vlaamse landbouwers een opvolger hebben, leek het bijvoorbeeld logisch dat een deel van de reductie-inspanning die op het bord van de sector ligt zouden kunnen gerealiseerd worden doordat bedrijven stoppen. Op die manier kon de taakstelling voor de landbouwers die wel blijven boeren haalbaar gemaakt worden. Het Stikstofdecreet legt echter elk bedrijf een emissieplafond op waarbij geen rekening gehouden is met die ‘automatische sectordaling’ die men voorspelt. Dat maakt dat het voor heel wat landbouwers onmogelijk is om op een haalbare en betaalbare manier aan de eisen te voldoen. Door de strakke deadlines die de regering stelt krijgt de sector ook geen tijd om nieuwe, innovatieve technieken en maatregelen te ontwikkelen die de opdracht wel haalbaar maken. Landbouwers worden dus met de rug tegen de muur gezet. 

Daarnaast schuift de regering ook maatregelen naar voor die amper bijdragen aan het verlagen van de stikstofdepositie maar wel enorme gevolgen hebben op onze boeren. Een voorbeeld hiervan is het verbieden van het bemesten van bepaalde gronden. Deze maatregel heeft bijna geen effect in het verlagen van de stikstofemissies, maar zorgt er wél voor dat duizenden hectaren grond niet langer gebruikt kunnen worden om gewassen op te telen. De impact hiervan op bedrijven is enorm als je weet dat de grondprijzen in Vlaanderen de pan uit swingen en bedrijven in hun verdienmodel wel rekenen op die grond. 

In sommige gebieden zijn al deze maatregelen blijkbaar nog onvoldoende en worden er nog bijkomende inspanningen gevraagd. In de regio rond het Turnhouts Vennengebied, traditioneel een heel dynamische landbouwregio, is die opgave het grootst: bovenop de gewone inspanningen zullen de ammoniakemissies daar nog verder naar beneden moeten, en er dreigen ook heel wat gronden uit landbouwgebruik genomen te worden. Er moet nog een concreet plan uitgewerkt worden van hoe men dit ziet, maar zeker is dat ook hier de gevolgen voor heel wat landbouwfamilies enorm zullen zijn. 

En last but not least, is er ook nog het vergunningskader. Dat kader laat dan wel toe dat bedrijven, mits ze de (vaak zware) inspanningen leveren om hun emissieplafond te halen, kunnen voortboeren, het geeft weinig mogelijkheden om aan bedrijfsontwikkeling te doen. Voor veel landbouwers dus een streep door de toekomstplannen die ze voor ogen hadden, niet in het minst voor de jonge boeren. Bovendien zet vooral het feit dat het kader voor industriële bedrijven, nochtans met dezelfde impact als de landbouwbedrijven, veel soepeler is, kwaad bloed. Als klap op de vuurpijl plaatst de Raad van State in haar advies heel wat vraagtekens bij het vergunningenkader. Dat maakt niet alleen van het Stikstofdecreet zelf een juridische schietschijf, maar zet ook de deur open om vergunningen die verleend worden op basis van dat kader aan te vechten voor de rechtbank.  

Geen wonder dus dat de Vlaamse landbouwers ’s nachts wakker liggen van het Stikstofdecreet…. 

Zet onze boeren niet botweg aan de kant! 

Onze Vlaamse boeren voelen zich dus terecht onheus behandeld. Nochtans zorgen ze dag in dag uit voor producten van wereldtop op vlak van smaak, kwaliteit, klimaat- en milieuvriendelijkheid, veiligheid én dierenwelzijn, maar hun toekomst is door dit akkoord dus erg onzeker. En daarmee ook de toekomst van onze lokale voedselproductie én voedingsindustrie. Onze landbouwers vormen immers de basis van de voedingsindustrie, de grootste sector van Vlaanderen die alles samen zo’n 60 000 mensen tewerk stelt. Ook deze jobs komen in het gedrang wanneer de Vlaamse regering haar PAS doorduwt. 

Het is dus niet verbazingwekkend dat onze Vlaamse landbouwers hun stem laten horen tegen het Stikstofdecreet. Wil ook jij je steun betuigen aan onze Vlaamse boeren? Hang dan een omgekeerde bot aan je huis. Want onze boeren zet je niet botweg aan de kant! 

Wil je het hele jaar door laten weten aan onze boeren dat je achter hen staat? Ook dat is niet zo moeilijk: koop gewoon producten van hier! Kies in de winkel voor onze eigen topproducten en steun zo onze boeren.