Stef Aerts

“Productie sturen zonder consumptie te veranderen lost niets op”

Bij de uitoefening van hun bevoegdheden zouden overheden moeten ‘streven naar de bescherming en de zorg voor dieren als wezens met gevoel’. Die aanpassing in de grondwet moet wel nog finaal worden gestemd in de Kamer. Het voorstel draait misschien wel om symboliek, maar het zegt wel iets over waar de samenleving belang aan hecht. Landbouwethicus Stef Aerts ziet een aantal tegenstellingen in de wijze waarop onze samenleving omgaat met dieren… en met boeren.

Stef Aerts is voorzitter van de Vlaamse proefdierencommissie en geeft als gastprofessor diergeneeskundige ethiek aan de Faculteit Diergeneeskunde van UGent. Daarnaast is hij docent aan de Odisee hogeschool en lid van verschillende ethische commissies binnen en buiten de sector. 

Hoe schat u het belang in van de vermelding in de grondwet van dieren als wezens met gevoel?
“Ik ben geen jurist, maar ik lees dat deze toevoeging aan artikel 7bis van de Belgische Grondwet ontsnapt aan de toetsingsmogelijkheid van het Grondwettelijk Hof. De vermelding dat dieren wezens met gevoel zijn staat overigens al in het Europees verdrag van Lissabon uit 2007. Nog los daarvan bestaat er al heel veel dierenwelzijnswetgeving die voldoende aangrijpingspunten geeft om dieren te beschermen; daar is geen grondwetswijziging voor nodig. In Brussel staat de omschrijving van dieren als wezens met gevoel in de wetgeving, maar zijn er wel nog slachthuizen en is onbedwelmd slachten nog altijd mogelijk.”

Dubbele standaarden?
“Je ziet dat soort lokale gevoeligheden overal. In Wallonië is de pelsdierenhouderij vlot verboden, maar kan wel nog foie gras geproduceerd worden. In Vlaanderen zijn beide verboden, maar lag de pelsdierenkweek toendertijd toch wat moeilijker. Wat we aanvaardbaar vinden voor dieren hangt meer af van de mensdierrelatie dan van biologie en de gevoelsnoden van een dier. Mensen zijn bovendien niet consequent. Een overweldigende meerderheid is tegen dierproeven, maar eet zelf wel dieren. Een veganist is op dat vlak rechtlijniger in zijn denken.”
 

Hebben zulke productieverboden wel zin? Wat wij hier niet produceren, komt wel uit het buitenland.
“Ik denk niet dat er massaal veel foie gras gegeten wordt in Vlaanderen of pelzen gedragen. Als er een groot draagvlak is om die productie te stoppen, dan is zo’n statement wel te rechtvaardigen. Zelfs al weet je dat dit in de feiten weinig verandert. Dierenwelzijn is daarenboven een politiek dankbaar thema om zich op de profileren. Veel mensen voelen een intense connectie met de dieren die ze kennen. Dat ze dieren eten, wordt daarbij graag vergeten.”

Als ze het niet willen weten, zijn ze dan wel bekommerd om het dierenwelzijn van die nutsdieren?
“Dat is een teer punt. Consumenten vinden duidelijk niet dat ze het streven naar een hoger dierenwelzijn zelf moeten regelen via hun koopgedrag in de winkel. De consument als drijvende kracht van verandering, daar geloof ik totaal niet in. De consument heeft geen benul, en wil dat ook niet hebben. De redenering zou dan kunnen zijn om niets in de winkelrekken toe te laten dat niet voldoet aan een bepaalde norm. De eieren uit de ouderwetse legbatterijen zijn op die manier verdwenen.  Niet omdat de consument ze links liet liggen, maar omdat enkele mensen uit de retail dat zo beslist hebben.”
 

Stef Aerts
Joris Snaet

De retail staat evenmin gekend om graag mee te betalen voor de kosten die bijna altijd verbonden zijn aan een hoger dierenwelzijn bij de boer. Zij pronken er integendeel graag mee dat ze de koopkracht van de consument moeten beschermen.
“Een duurdere productiemethode hoeft niet altijd te leiden tot forse prijsstijgingen in de winkelkar. Het is niet omdat de boer 10% meer moet krijgen voor zijn product om zijn productiekosten vergoed te zien, dat de consument 10% meer moet betalen. Het product zelf is maar één onderdeel van het geheel. Ik denk overigens dat de consument van vandaag over het algemeen weinig recht tot klagen heeft over de prijs van zijn voedsel. Die besteedt vandaag gemiddeld 13-14% van zijn inkomen aan voeding, waar dat vroeger veel meer was. Mensen hier spenderen geld aan allerlei spullen die ze niet duur vinden, maar op de winkelkar willen ze besparen.”

Misschien zou de regelgever zich meer naar de consument dan naar de producent moeten richten als het gaat om het realiseren van maatschappelijke verwachtingen.
“Maar het is als politicus nu eenmaal makkelijker om 20.000 boeren te vertellen wat ze moeten doen dan 7 miljoen Vlamingen, met alle gevolgen van dien. We leven nu eenmaal ook in een wereld met vrij verkeer van goederen. Keerzijde is dat als je stuurt op productie, de productie zich gewoon zal verplaatsen als je de consumptie niet verandert. Ik vergelijk het met de markt van de auto’s. Als je in België verbiedt om auto’s te maken, dan worden ze ingevoerd. Als je vandaag verbiedt om met auto’s te rijden, zullen er ook minder gemaakt worden. Alleen is die laatste redenering niet eenvoudig.”
 

Is het niet hypocriet om land- en tuinbouwers hier sterk te beknotten in hun ontwikkeling, als hetgeen zij niet produceren elders geproduceerd wordt aan lagere normen op het vlak van dierenwelzijn, milieu, natuur of klimaat?
“Je loopt dan inderdaad het risico om het probleem louter te exporteren en in wezen niets veranderd te hebben. Dat geldt voor dierenwelzijn, maar ook voor klimaatverandering en de uitstoot van broeikasgassen.”
 

"Het is als politicus nu eenmaal makkelijker om 20.000 boeren te vertellen wat ze moeten doen dan 7 miljoen Vlamingen."

Is het ethisch verantwoord om in Vlaanderen schaarse vruchtbare grond om te zetten in natuur?
“Dat hangt er vanaf van welke basisaannames dat je vertrekt en het relatieve belang dat je hecht aan de behoeftes van de mens, dieren en milieu. Als je de belangen van de natuur even hoog of hoger inschat dan die van de mens, is het perfect mogelijk om dat te verantwoorden. Als je vertrekt vanuit een antropocentrische visie, waarbij je de mens als het middelpunt en de norm van het bestaan beschouwt, is de  conclusie heel anders. Mijn aanvoelen is eerder om liever geen vruchtbare landbouwgrond om te zetten in natuur, maar ik begrijp dat sommigen vinden van wel. Het startpunt van de analyse maakt dat je in het debat vaak tot andere conclusies komt. 

In de praktijk durven dat nog wel eens dovemansgesprekken te zijn.
Je moet het oneens kunnen zijn en tegelijkertijd iemand erkennen in zijn waarden en normen. Blijven vastzitten in het eigen grote gelijk brengt je geen stap verder.  Je vraagt begrip voor jouw situatie, dus moet je je in de positie van de ander durven verdiepen en die begrijpen. Wees voor iets, en verdedig de eigen positie in plaats van het bestrijden van de ander zijn positie. Al besef ik goed dat het veel makkelijker gezegd is dan als je inkomen, leven en geschiedenis daar niet aan vasthangt zoals bij veel boeren.”
 

Joris Snaet

Kunnen we niet alle doelen tegelijkertijd realiseren?
Mochten de inherente tegenstellingen er niet zijn, zouden de problemen niet zo groot zijn. Maar je kan niet ‘niet kiezen’; dat is net het vervelende aan ethische dilemma’s. Zelfs als je besluit om niets te beslissen, maak je een keuze. Je hebt conflicten binnen het dierenwelzijn, waar bijvoorbeeld de overgang van kooisystemen naar volièresystemen meer risico tot breuken en fijn stof met zich meebracht, maar je hebt ook tegenstellingen tussen dierenwelzijn en milieu of klimaat. Alles houdt met elkaar verband. Als je met meerdere dingen tegelijkertijd rekening moet houden zal de evolutie trager gaan en moet je geduld hebben. Als je de problemen ontkoppelt, kan het daarentegen heel snel gaan. Om het bij de kippen te houden: pas toen men voor de productie van kippenvlees en eieren andere kippen is gaan gebruiken is de evolutie snel gegaan. Op het vlak van natuur, milieu, klimaat en dierenwelzijn zullen we op alle vlakken een beetje water bij de wijn moeten doen en hopen dat het eindresultaat nog steeds smaakt.”

Is die tijd er nog wel om traag te gaan? Overal worden de noodklokken geluid.
“Als er geen tijd is en zowel, klimaat, natuur als milieu gespaard moeten worden, komt je mijn inziens terecht bij een superintensieve landbouw, waarbij alles binnen plaatsvindt. Dan kies je voor land sparing in plaats van land sharing, waarbij je op zo weinig mogelijk oppervlakte het meeste produceert en je het minste uitstoot per kg product. Maar dan moet je op korte termijn geen stappen willen zetten op het vlak van dierenwelzijn. Of moet je – het andere uiterste - ervoor kiezen dierlijke productie volledig stop te zetten. Al is vegan landbouw ook niet zo eenvoudig zonder dierlijke mest of kunstmest. Zelf zie ik wel argumenten voor kleinschalige intensivering, waarbij het werk op het bedrijf nog familiaal kan beredderd worden. Maar maak van kleinschalig niet te klein. Hier in Vlaanderen zijn we nog ver van Amerikaanse of Canadese toestanden.”

Intensieve landbouw, maar wel met extra aandacht voor dierenwelzijn?
“Uiteraard, dierenwelzijn is geen hype die weer zal overgaan. Daarvoor is onze blik op dieren te fel veranderd. Soms hoor ik de dooddoener dat mocht het oorlog worden die discussie snel voorbij zou zijn. Dat zou kunnen kloppen, maar ik heb het er echt niet voor over, en ik denk velen met mij. Laten we daar dus vooral niet vanuit gaan.”
 

Niet duwen, maar trekken

‘Blije dieren, blije boer’ is niet zomaar een slogan. Onze boeren nemen dierenwelzijn ter harte, niet louter omdat het moet, maar omdat ze er om geven. Naast sensibilisering met de dierenwelzijnsapp waken de lastenboeken over de naleving van de evoluerende regelgeving. De sector neemt ketenbreed tal van vrijwillige initiatieven om het dierenwelzijn via bovenwettelijke initiatieven te verbeteren, in samenspraak met experten en wetenschappers. Dierenwelzijn en dierenbescherming genieten dus al verhoogde aandacht en een hoog beschermingsniveau in zowel de sectorale regelgeving op de verschillende beleidsniveaus als in bovenwettelijke initiatieven. Aan een keten duw je niet, maar trek je. Vooral als je markt openstaat voor producten van buitenaf waar je zorg voor dierenwelzijn niet op de kaart krijgt. Als de consument het wil staan we open om tegen een eerlijke vergoeding extra inspanningen te leveren.

Pieter Verhelst
Lid Hoofdbestuur