Pluimveehouders uiten bezorgdheden rond dierenwelzijn en stikstof
De retail wil naar 2026 toe meer inzetten op trager groeiende kuikens aan een verlaagde stalbezetting. De pluimveesector vraagt zich hierbij af wat de impact zal zijn op de uitstoot van ammoniak, de rentabiliteit en bedrijfsvoering. Op twee overleg- en discussiemomenten (Geel en Melle) konden pluimveehouders en stakeholders hun bezorgdheden hierrond delen.
Dierenwelzijn en stikstofuitstoot zijn twee belangrijke thema’s voor de pluimveesector. Vanuit de retail komt de vraag om tegen 2026 trager groeiende kuikens te houden aan een verlaagde stalbezetting, zoals beschreven in het European Chicken Commitment. In plaats van 40 dagen zoals bij de reguliere kuikens doen trager groeiende kuikens er 49 dagen (of langer) over om op slachtgewicht te komen.
Daarbij mag de bezettingsgraad maximaal 30 kg/m2 zijn, mag er maximaal één dunning per ronde zijn en worden er eisen gesteld aan het stalklimaat en de stalinrichting op het gebied van licht, zitstokken, piksubstraten en luchtkwaliteit. Maar wat is hierbij de impact op de uitstoot van ammoniak? En de impact op de rentabiliteit en de bedrijfsvoering? Wat met de ouderdieren en de verdere verwerking in het slachthuis?
Project OptiWel-Emis
In het project OptiWel-Emis werkt Boerenbond samen met het Proefbedrijf Pluimveehouderij, ILVO en de Landsbond Pluimvee aan antwoorden op deze vragen. Zo voerden het Proefbedrijf Pluimveehouderij en ILVO al voerproeven uit en proeven waarbij ammoniakemissies gemeten werden bij trager groeiende vleeskuikens aan een lagere densiteit.
Overleg- en discussiemomenten
Om de meningen en bezorgdheden van de volledige sector te horen, werd op het Proefbedrijf Pluimveehouderij (in Geel) en het ILVO (in Melle) een overleg- en discussiemoment voor pluimveehouders, toeleveranciers, adviseurs en andere stakeholders georganiseerd. Evelyne Delezie van het ILVO gaf uitleg bij het voederonderzoek dat is gebeurd naar een uitgebalanceerd voeder voor de traag groeiers, dat dan ook werd ingezet in het project.
Neil Van den Broeck van het Proefbedrijf Pluimveehouderij deelde de voorlopige resultaten van het project. Daarbij lag de focus op de verschillen in productieresultaten en de dierenwelzijnsindicatoren voor zowel de reguliere kip als de trager groeiende braadkip (Redbro) en dit bij een normale bezetting (42 kg per m²) en verlaagde bezetting (30 kg/m²).
Indicatief blijkt dat er tot nu toe weinig verschil is op het vlak van dierenwelzijn, maar dat vooral de ammoniakuitstoot hoger is bij de traag groeiende kippen en vooral de lage bezetting substantieel hoger ligt. Vooral naar het einde van de ronde toe komt dat tot uiting. De resultaten moeten zich in de volgende rondes nog bestendigen, maar indicatief geeft dit aan dat bedrijven die inzetten op traag groeiende kippen hier toch wel rekening zullen mee moeten houden.
Negatieve impact op productiviteit en stikstofuitstoot
De stakeholders waren toch wel enigszins verrast met de voorlopige resultaten. Het toont aan dat inzetten op meer dierenwelzijn een negatieve impact heeft op zowel de productiviteitsindicatoren als de stikstofuitstoot. Het verdere onderzoek zal die verschillen nog beter moeten kwantificeren.
Bron: Wouter Wytynck