Philips Fruittuin: een boomgaard met een businessplan

Een boomgaard vlak bij de rand van een grote stad. Het kan een vloek zijn, want schaalvergroting is geen optie, maar in het geval van Philips Fruittuin is het een zegen. Zaakvoerder Carlos Faes organiseerde zijn verbredingsactiviteiten op zo’n manier dat er geen enkele appel of peer uit zijn boomgaard nog op de veiling terecht komt. 

 We schrijven eind jaren ’20. Het is crisis en er is weinig werk in de Philips-fabriek in Eindhoven. De familie Philips besluit om 12 hectare grond te ontginnen en er fruitbomen op te planten. De boomgaard creëert een mogelijkheid om hun werknemers aan de slag te houden als er in de fabriek weinig te doen is, en levert gezond fruit voor de werknemers. De schaalvergroting in de land-  en tuinbouw blijft ook in de Philips Fruittuin niet uit en uiteindelijk groeit de boomgaard tot bijna 28 hectare. Het fruit groeit goed, maar eind jaren ’70, begin jaren ’80 gaat het met Philips zelf heel wat minder. En daardoor komt ook het fruitbedrijf in de problemen.

Waar een ander het laat liggen, pakken wij het op

Grote cateraars hebben geen interesse in het product van Philips Fruittuin. Het grootste deel van de opbrengst verdwijnt via de veilingen, de kosten zijn hoog en de opbrengst is dat niet. De kapitaalkrachtige familie Philips kan deze situatie enkele jaren blijven dragen, maar begin jaren ’90 dreigt de emmer over te lopen. Het is in 1991 dat Carlos Faes wordt aangenomen als bedrijfsleider. Zijn eerste grote taak: een inventaris maken van wat er allemaal gebeurt en de knelpunten blootleggen. Zijn conclusie: Philips Fruittuin heeft veel productie van goede kwaliteit, maar deze brengt heel weinig op.

En Carlos ziet mogelijkheden. Er is de goede ligging, vlakbij de stad. En natuurlijk is er de bekende naam Philips, die een sterk merk is. Met deze factoren in het achterhoofd stelt hij een nieuw businessplan op, met als hoofddoel het verkleinen van de kloof tussen producent en consument. “Hoe doe je zoiets? Door jezelf te onderscheiden. Ik wilde komen tot een product dat duurzaam en transparant wordt geteeld. Zo’n proces duurt natuurlijk een aantal jaren.”

Carlos en zijn echtgenote Anneke wilden ook opnieuw grote bedrijven als klant binnenhalen. De enige mogelijkheid die ze daarvoor zagen, was deze bedrijfsleiders te enthousiasmeren voor hetgeen zij deden. “In 1997 begonnen we bedrijven en verenigingen te ontvangen op het bedrijf, we organiseerden excursies en stelden onze boomgaard open voor het grote publiek. Dat kost enorm veel energie, maar het heeft ons ook veel bekendheid gebracht. Intussen zijn duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen veel belangrijker geworden. Klanten worden daar gevoeliger aan, en daar spelen wij op in. Vanuit die ontwikkeling ging het economisch veel beter met Philips Fruittuin.”

Pannenkoekenhuis en winkel

“Begin 2000 begon ik aan de uitwerking van een nieuw idee: een horecagelegenheid met de focus op pannenkoeken. Die kunnen we beleggen met ons fruit, maar ook met bijvoorbeeld kaas of ham, typische landbouwproducten uit de streek. De administratieve rompslomp voor de vergunningen was niet min, maar ik wist wat ik wilde. Kennissen raadden mij aan van klein te beginnen, met een soort theehuisje. Maar ik zag het veel groter: ik wilde een zelfbedruipende zaak, met groeipotentieel. In 2008 ging het pannenkoekenhuis open, intussen werken er een vijftal fte’s.”

Intussen zag ook coöperatie Landwinkel het licht. De keten van landwinkels staat in voor de distributie en verkoop van lokaal teelde producten. Bij Philips Fruittuin kun je dus niet alleen appels, peren en pruimen kopen, maar ook bijvoorbeeld kaas, brood en ijs. De combinatie van de duurzame fruitteelt, het professionele restaurant en de winkel zorgt voor een synergie. De onderdelen bedruipen elkaar, maar kunne ook op zichzelf bestaan.

In de jaren dat hij Philips Fruittuin leidt, heeft Carlos Faes heel veel contacten opgebouwd. De plaatselijke politiek, het bedrijfs- en het verenigingsleven kennen het project en de regio, en schatten deze naar waarde. Het mag dus niet verwonderen dat de vraag kwam om bij Philips Fruittuin een bezoekers- en informatiecentrum op te richten voor geïnteresseerde toeristen. Maar ook hier wilde Carlos niet zomaar doen wat er verwacht werd. “Ik ben andere bezoekerscentra gaan bekijken, en ik merkte dat deze vooral geld kosten, in plaats van iets op te brengen. Ik wilde wel zo’n centrum bouwen, maar dan moest er ook een verdienmodel onder liggen. En dat is ook gebeurd.”

Meer dan een bezoekerscentrum

In 2013 ging het bezoekerscentrum open. Behalve een informatiebalie vinden we hier ook zaaltjes waar bedrijven kunnen langskomen voor vergaderingen en brainstormsessies. “Alle B2B-klanten van Philips Fruittuin hebben van de faciliteiten al gebruik gemaakt. Maar er is meer. ’s Middags eten ze hier, en dat levert wat op voor het pannenkoekenhuis. Aan het einde van de dag lopen ze nog langs de Landwinkel om iets lekkers mee naar huis te nemen. Wanneer ze thuis aan hun gezin vertellen waar ze geweest zijn, wordt de hele familie enthousiast. En de vergaderaar van door de week, staat hier tijdens het weekend opnieuw met het hele gezin om te smullen van een pannenkoek of fruit te kopen.”

Philips Fruittuin is als een tafel, met vier stevige poten: boomgaard, pannenkoekenhuis, winkel en bezoekerscentrum. Alle vier de poten staan op zichzelf, ze hebben mekaar niet nodig om te overleven. Maar ze bieden elkaar wel een meerwaarde. Geen appel of peer van Philips Fruittuin gaat nog naar de veiling. Alles wordt ter plaatse verkocht, verwerkt of geleverd aan de B2B-klanten. Dit model van lokale consumptie zorgt nog voor een extra sterkte die met name in de fruitteelt erg belangrijk is. Als de appels van Philips Fruittuin na een fikse hagelbui in het voorjaar er minder mooi uit zien, weten de klanten uit de buurt hoe dat komt. Zij merken dat hun auto nog even goed rijdt als hij deukjes heeft van de hagel. Dus vinden ze het maar normaal dat hun gedeukte appel even lekker smaakt dan een andere, en ze kopen hem toch. Of ze plukken hem zelf! Philips Fruittuin organiseert deze maand al voor de dertiende keer appelplukdagen. Op zo’n dag komen 4 à 5000 mensen hun eigen fruit plukken. Een aantal dat elk jaar nog stijgt.

Toch is het voor Philips Fruittuin niet altijd van een leien dakje gelopen. “Toen Anneke en ik hier begonnen, werkten er vijf voltijdse equivalenten. In 1995 schoten, na een sanering, alleen wij twee nog van over. Intussen zijn er in alle onderdelen van Philips Fruittuin samen 13 voltijdse equivalenten aan het werk. Dit hebben we alleen maar kunnen bereiken door te investeren in hetgeen waar we zelf in geloofden. We hebben hier altijd met veel passie en plezier aan gewerkt – en nu nog. Ik wil niemand de les spellen, maar ik denk dat er voor ondernemers nog heel wat te rapen valt als ze het heft in eigen handen nemen en een meerwaarde creëren voor hun product, wat dat dan ook is.”