Oogstresten bloemkool leveren voldoende stikstof voor venkel op
Na de oogst van bloemkool blijven er heel wat verse oogstresten achter op het perceel. De stikstoflevering uit deze oogstresten mag je niet onderschatten. In kader van dit uitwisselingsmoment volgde B3W een perceel op van tuinbouwer Bert Ceulemans.
Hier bleek een kunstmestbemesting voor een zomerteelt venkel na een late weeuwenteelt bloemkool overbodig. De bodemmineralisatie en de mineralisatie uit de oogstresten was voldoende om kwaliteitsvolle venkel te telen zonder een extra minerale bemesting, wat een aanzienlijke besparing opleverde.
Een bodembalans op basis van bodem- en gewasanalyses
Om de volledige bodembalans in beeld te brengen, werd gewerkt met gewasanalyses en bodemontledingen. Zo kan er een beeld gevormd worden van de stikstofopname van het gewas, de stikstoflevering uit de oogstresten en het effect op de bodemvoorraad. Voor de opnamecijfers werden verse gewasstalen gewogen, gedroogd en gemalen, zie figuur 1. Op het droge poeder wordt de totale stikstofinhoud gemeten. Door de gegevens te koppelen wordt de stiksopname bepaald.
Minstens 50 eenheden stikstof breng je best in rekening na een voorteelt bloemkool
Op figuur 2 zie je de oogstresten die achterblijven na een late weeuwenteelt bloemkool. Op basis van de gewasstalen is dit een hoeveelheid van 41 ton/ha, goed voor een stikstoflevering van 71 kg N/ha. Let op! afhankelijk van het ras, afzet (versmarkt of industrie) en de gewasontwikkeling kan de stikstoflevering uit oogstresten bloemkool variëren. Als vuistregel neem je best minstens 50 kg N/ha in rekening voor de versmarkt. Voor de industrieteelt mag je zelfs 85 kg N/ha nemen. Op basis van grondstalen in de volgteelt kan je een mogelijke onderschatting nadien nog corrigeren.
Figuur 2: Oogstresten na een bloemkoolteelt zijn een belangrijke bron van (start)stikstof voor de volgteelt.
Bodemstalen tonen dat zomerteelt venkel zonder kunstmest kan
Gedurende het groeiseizoen van de zomerteelt venkel, werden bodemstalen genomen om de noodzaak aan een eventuele start-/bijbemesting te onderbouwen. De resultaten van de bodemontledingen zijn weergegeven in tabel 1.
Tabel 1: Opvolging van het stikstofverloop in een zomerteelt venkel na een weeuwenteelt bloemkool.
De late weeuwenteelt bloemkool eindigde na een beredeneerde bemesting van 200 kg N/ha met een hoeveelheid reststikstof van 83 kg N-NO3/ha voor het bewortelde profiel (=0-60 cm laag). Drie weken na het onderwerken van de oogstresten werd de venkel geplant (zie figuur 3). Ten opzichte van de vorige staalname zien we een stijging van ongeveer 100 kg N/ha. Deze toename is deels te verklaren door de stikstoflevering uit de oogstresten. Maar ook de bodembewerking (ploegen van de gewenten) en de bodemmineralisatie zorgen voor een extra boost. Met een hoeveelheid stikstof van 181 kg N-NO3/ha in de 0-60 cm laag is een startbemesting voor venkel niet nodig.
Twee weken later is de mineralisatie nog steeds aan de gang en is de opname van de venkel nog zeer beperkt waardoor de bodemvoorraad verder stijgt tot 288 kg N-NO3/ha, ruim voldoende om geen bijbemesting uit te voeren.
Eind augustus is de venkel oogstklaar, zie figuur 3. We zien de bodemvoorraad dalen tot 106 kg N-NO3/ha (0-60 cm). Tussen de vorige staalname is bodemvoorraad gedaald met 182 kg N/ha. We nemen bij de oogst opnieuw gewasstalen om te bekijken of we deze daling van de bodemvoorraad kunnen terugvinden in de gewasanalyses. Van het volledige gewas worden opnieuw gewasstalen genomen. Met een totale productie van 85 ton/ha nam het gewas 178 kg N/ha op, een cijfer waarmee we de daling in het bodemprofiel kunnen verklaren.
Figuur 3: Eind augustus is de venkel oogstklaar.
Ook oogstresten venkel leveren stikstof
Net zoals bij bloemkool blijven er na een venkelteelt heel wat oogstresten achter (zie figuur 4). Op het praktijkperceel bedroeg de hoeveelheid oogstresten 29 ton/ha. Op basis van de gewasanalyses kan dit een stikstoflevering geven van 90 kg N/ha. Vlak na de oogst werd dan ook onmiddellijk een groenbedekker ingezaaid om het effect van deze oogstresten op het nitraatresidu te beperken.
Voor een volgteelt na venkel hou je dus best rekening met de stikstoflevering uit de oogstresten. Volgt er geen volgtteelt, zaai dan zo snel mogelijk na de oogst een vanggewas in om de invloed op het nitraatresidu zo goed mogelijk te beperken.
Dit verslag werd geschreven naar aanleiding van twee thematische uitwisselingsmomenten van B3W. Voor meer info in verband met optimale bemesting kan je steeds terecht op ons kennispunt. Wil je graag wat meer informatie over dit onderwerp, neem dan zeker contact met ons op: Ellen.Goovaerts@b3w.vlaanderen.be
Bron: Ellen Goovaerts (B3W).