Cartoon_MAP7

Landbouw- en milieuorganisaties vinden elkaar

15 maart 2023

Eind vorig jaar gaf minister Demir de opdracht aan de landbouw- en milieuorganisaties om in onderling overleg voorstellen uit te werken voor een nieuw Mestactieplan, nadat een eerder plan van aanpak onaanvaardbaar bleek. Dit overleg werpt nu zijn vruchten af. Vorige week presenteerden de milieu- en landbouworganisaties hun gezamenlijk bereikte akkoord voor MAP 7. Boerenbond is tevreden dat er na lang onderhandelen een consensus werd gevonden. Hoe hebben Hoofdbestuurslid Guy Vandepoel en dossierhouder Caroline Van der Heyden, onze onderhandelaars voor dit dossier, dat overleg ervaren?

MAP 7 had eigenlijk al begin dit jaar moeten aanvangen. Begin 2022 werd er aangekondigd dat VLM met praktijklandbouwers in iedere provincie in overleg zou gaan, om de knelpunten en behoeftes te detecteren voor een nieuw MAP. Aanvankelijk bleef het heel lang stil, totdat eind oktober bleek dat het kabinet van de minister van Omgeving en VLM al onderhandelden met Europa, zonder dat de landbouworganisaties zicht hadden op de inhoud.

Op 24 oktober ging er een schokgolf door de sector, toen de werktekst voor MAP 7 dan uiteindelijk toch gedeeld werd met hen. Totaal onhaalbaar, was het oordeel. Kort nadien startte er een overleg met landbouw- en milieuorganisaties, aanvankelijk onder leiding van VLM, om in onderling overleg voorstellen uit te werken voor een nieuw Mestactieplan. De timing die de minister eerst gaf, namelijk 6 weken, bleek meteenvoor alle partijen rond de tafel onhaalbaar. Vorige week dinsdag konden die organisaties met enige fierheid het resultaat van dat overleg gezamenlijk presenteren.

Overleg tussen landbouw en natuur

“Het is echt het middenveld, dat deze opdracht heeft vastgepakt”, begint Guy het gesprek. “We hebben in alle vertrouwen en beslotenheid en los van alle politieke waan en stellingen, maar met overtuigingskracht kunnen spreken met elkaar. Iedereen wilde zijn punten halen, maar besefte dat we maar resultaat konden boeken als er bereidheid was tot compromis. Ik denk dat daar een evenwicht in gevonden is, en dat er langs beide kanten stappen gezet zijn.”

Op de vraag hoever de afstand aanvankelijk was en waar de knopen lagen, antwoordt Guy dat zowel de landbouw- als de natuurorganisaties een historie hebben waarbij overleg niet altijd evident geweest is. “Ze hebben andere doelstellingen dan wij, maar moeten die anderzijds realiseren in hetzelfde druk gebruikte en dichtbevolkte Vlaanderen. Als je blijft zitten op je uiterste verwachtingen, dan kan je nooit tot een compromis komen."

"Je moet dus naar het midden bewegen en je prioriteiten kennen. Ik denk dat we mogen zeggen dat de prioriteit voor ons bij effectieve maatregelen lag die positief zijn voor de waterkwaliteit, maar waarbij boeren toch aanvaardbare opbrengsten halen. We hebben daar de hand uitgestoken met de insteek dat iedereen daar beter van kan worden.”

Caroline wijst op de grote diversiteit aan zowel landbouwbedrijven als landbouwmodellen, waarvoor MAP 7 haalbaar moet zijn. “Aan de kant van milieu en natuur leeft zeker de grote nood aan zekerheid dat bepaalde doelen worden bereikt. Daarom dat uit die hoek gemakkelijk de vraag naar ‘een verplichting voor iedereen op dezelfde manier’ komt. We moesten daarin de essentie vinden en antwoorden vinden op de vraag hoe we die konden halen. We willen allebei dat we die doelen halen. Dat is ook belangrijk voor landbouwers. Maar de manier waarop is echt wel belangrijk, om te zorgen dat we draagvlak behouden en te zorgen dat men achter die maatregelen blijft staan. Als landbouwers ervaren dat het niet te doen is, dan laten ze dat ook los.”

Guy vindt het verhaal van de late aardappelen en groenten daar een mooi voorbeeld van. “Je kan willen doordrijven dat er na 1 september geen meer mogen worden geoogst en denken dat je probleem opgelost is met een dergelijke maatregel. Maar dit betekent het einde van een inkomen voor heel wat landbouwers en ook voor de hele keten. We gaan nu met de keten die binnen die economische realiteit actief is aan tafel zitten, om samen met de natuurorganisaties naar oplossingen te zoeken. En iedereen moet mee het bad in. Je gaat mij niet vertellen dat er geen mogelijkheden zijn om inspanningen te leveren rond de knelpunten die ze naar voor schuiven, inspanningen waar we samen mee verder kunnen. Dat is een heel andere manier van werken dan één wet te maken die het telen van late aardappelen en groenten verbiedt.”

Mest is weer een waardevolle grondstof. Dat is een belangrijke kanteling.

Guy Vandepoel

Eerst mandaat krijgen

Op de vraag hoe de terugkoppeling verliep met de besturen binnen Boerenbond reageert Guy dat ze daartoe in het begin wat dienden te temporiseren. “We moesten eerst een mandaat hebben van onze achterban – eerst binnen onze structuren in Boerenbond, daarna met de andere landbouworganisaties en nadien met de keten. Zo hebben we gebouwd aan een goed onderbouwd en evenwichtig voorstel vanuit de landbouwkant. In het begin hebben we wat moeten zoeken hoe we met ons voorstel naar dat overleg moesten gaan. We moesten langs beide zijden ook vertrouwen opbouwen.”

Caroline legt uit dat ze moesten zoeken naar maatwerk. “Het is nodig om verstrengingen op te leggen, maar we moesten ervoor zorgen dat die haalbaar zijn.” Guy: “Als we boeren kunnen stimuleren om aan de slag te gaan met maatregelen waarvan wij zeker zijn dat ze een positieve invloed hebben op de waterkwaliteit, dan zullen we altijd het verst geraken. Caroline wijst erop dat het (ook psychologisch) heel belangrijk is dat wie zijn best doet daar ook voor beloond wordt.

“Dat zat altijd in ons achterhoofd. Er zitten generieke verstrengingen in, maar dat zijn maatregelen die op zich ook in die goede gebieden nog aanvaardbaar zijn. Het is dan wel belangrijk dat extra maatregelen alleen gebiedsgericht opgelegd worden, daar waar het nodig is en op de teelten waarvoor het nodig is.”

Verdere betrokkenheid vereist

En de volgende stap is waken over de inhoud van het akkoord. “In het verleden heeft men volgens mij een fout gemaakt door het aansturen van het mestproces te veel ambtelijk te willen doen, los van het middenveld”, reageert Guy. “Daarom hebben we gepleit om het OMAP, het overlegorgaan Mestactieplan, opnieuw op te starten. Daarin moeten landbouwers samen met natuur, wetenschap en de Mestbank aan het stuur blijven van de uitvoering en opvolging van dit akkoord.”

Caroline verduidelijkt dat dit geen aanbeveling is, maar een voorwaarde. “We willen dat dit onmiddellijk start, omdat er met betrekking tot dit akkoord nog wat details zijn die verder moeten uitgeklaard worden. Daarbij is het goed dat we ook wetenschappers aan de tafel hebben. Ons werk is nog niet gedaan. We moeten tussendoor ook alle terugkoppelingen vanuit Europa samen bekijken. We blijven dus niet enkel rond de tafel zitten tot we het MAP hebben, maar ook daarna voor de uitwerking.”

Guy wijst op het belang van de manier waarop dit verhaal naar Europa gebracht wordt. “We zitten in een land met het dichtste MAP-meetnet en met een instrument als stikstofresidu-analyse, dat in andere lidstaten niet van toepassing is. Je gaat mij niet vertellen dat we een Mestactieplan dat daarop verder bouwt niet zouden kunnen verkocht krijgen aan Europa. Daar ligt een enorme uitdaging.” En een andere uitdaging is dat de wetgever nu niet aan cherry picking mag gaan doen, waarbij men er alleen de delen uithaalt die ‘in het kraam passen’.

“Dat klopt”, vult Caroline aan. “Dit is een globaal akkoord. Het is belangrijk dat mogelijke opmerkingen vanuit Europa binnen die groep besproken worden. We moeten dan goed nagaan wat wel en wat niet kan. Eventueel moeten we opnieuw evenwichten zoeken.” Guy bevestigt dit en wijst op de framing in de media waarbij de PAS aan dit MAP gekoppeld wordt. “Er werd bijvoorbeeld links en rechts gesuggereerd dat dit MAP er niet kon komen zonder een PAS-akkoord.”

Caroline: “Voor het MAP-akkoord was geen globaal akkoord over de PAS-regeling vereist. De daling van de veestapel is vandaag al ingezet. Maar de milieu- en natuurorganisaties vragen wel bepaalde garanties. Er zijn vandaag al maatregelen in het PAS-akkoord, waarnaar ook verwezen wordt, die al in uitvoering zijn en waardoor er al een duidelijke shift is. Het systeem van uitbreiding door NER’s mits mestverwerking is al afgeschaft, er is een afroming van 25% bij overdracht van NER’s en de opkoopregeling voor de varkens is vorige week eindelijk ook goedgekeurd. Als zou blijken dat die maatregelen niet het verhoopte effect scoren, dan moet er met de partners rond de tafel gezeten worden om dat te bespreken.”

Dit akkoord toont heel duidelijk aan dat het belangrijk is om het middenveld voldoende te betrekken.

Caroline Van der Heyden

Een bijzonder akkoord?

Hoe bijzonder is dit akkoord? Kan deze methodiek ook in andere dossiers een rol spelen? Volgens Caroline toont het aan hoe belangrijk het is om het middenveld voldoende te betrekken. Guy stelt dat het wel duidelijk maakt dat je van in het begin samen aan tafel moet zitten. "Voor wat landbouw en natuur betreft, zijn we vanuit Boerenbond vragende partij om in dit dicht en intensief gebruikte Vlaanderen samen aan tafel te zitten om problemen op te lossen, en die niet vanuit een stellingenoorlog te gaan uitvechten voor de rechtbank.”

Compromis verdient een duimpje

Het was zonder discussie uitdagend om met de milieu- en natuurorganisaties te discussiëren over MAP 7. Een uitdaging die we als Boerenbond maar konden aangaan, doordat we in eerste instantie met onze provinciale besturen en sectorvakgroepen een duidelijk mandaat konden aflijnen. Om een akkoord te onderhandelen, moet je heel duidelijk weten wat kan en wat niet kan. Dan kan je discussiëren op basis van de inhoud over een globaal plan, zonder dat er bijkomend gepolariseerd wordt. Dat is de eerste voorwaarde om tot een akkoord te kunnen komen. Vanuit de achterban komt nu een grote appreciatie voor het bereikte akkoord. En dat is niet toevallig want het feit dat er een akkoord is, biedt perspectief. En onze boeren herkennen zich maar al te goed in de rol van het compromis in hun dagelijks functioneren naar buren en de lokale dorpsgemeenschap. Waren de vele duimpjes langs de kant van de weg tijdens de tractorenactie hiervan trouwens ook niet de bevestiging?

Guy Vandepoel, lid Hoofdbestuur