cartoon_klimaat

Klimaatrapportering

13 september 2023

Vorige week kwam het uitgebreid in alle soorten pers dat Vlaamse melk de meest klimaatvriendelijke is ter wereld. Die bevindingen kwamen uit het Klimrek-project, dat een tool ontwikkelde waarmee al de klimaatimpact van meer dan honderdzeventig Vlaamse landbouwbedrijven berekend werd. Vorige week vond de slotmanifestatie plaats, waarin de resultaten werden toegelicht en meteen ook een aanzet werd gegeven voor verdere stappen.

Vanuit het Departement Landbouw en Visserij en vanuit mede-initiatiefnemer Boerenbond spraken respectievelijk Patricia De Clercq en Lode Ceyssens de vergadering toe met een videoboodschap. De Clercq wees onder meer op de mogelijkheid om begeleiding te laten financieren via Kratos. Onze voorzitter benadrukte dat onze leden de klimaatverandering mee bovenaan de lijst van belangrijke uitdagingen plaatsen. Het tegen 2031 terugdringen van de broeikasgasemissies met 31,3% tegenover 2005 is dan ook een zware opdracht. Lode Ceyssens onderstreepte ook dat onze land- en tuinbouwers als eersten geconfronteerd worden met de gevolgen van de klimaatverandering. “Voor de sectorvakgroepen is er nood aan een wetenschappelijk gevalideerde tool om de impact van de broeikasgasemissies van de Vlaamse land- en tuinbouwsector in kaart te brengen. Daarom waren we vanuit Boerenbond mede-initiatiefnemer en -financier om de Klimrek-tool uit te werken. De resultaten maken duidelijk dat onze Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven bij de top zitten op het gebied van klimaatimpact. Ik ben ervan overtuigd dat de Klimrek-tool op termijn mee de basis zal vormen om onze inspanningen op het gebied van broeikasgasreductie te kwantificeren. Het is noodzakelijk dat deze tool op een haalbare manier uitgerold wordt naar alle Vlaamse land- en tuinbouwers, en dat de resultaten gehonoreerd worden in de Vlaamse klimaatboekhouding.”

Breed gedragen

Projectcoördinator Veerle Van Linden van ILVO lichtte kort het opzet toe. De klimaatscan moest wetenschappelijk goed onderbouwd zijn en tot stand komen in co-creatie met de sector. Er moest ook bedrijfs(economisch)advies aan gekoppeld worden. Voor elk van de drie sectoren werd gestart met vijf pilootbedrijven, om uit te zoeken welke parameters de grootste invloed hebben op de klimaatscore. Samen met hen werd de methodiek voor de klimaatscans verfijnd en een checklist opgesteld voor de klimaatscans. Daarbij werden factoren die weinig invloed hadden op het uiteindelijke resultaat achterwege gelaten, om te vermijden dat de deelnemers er te veel tijd in zouden moeten investeren.

Van Linden benadrukte hoe belangrijk het was dat naast Boerenbond ook BCZ (zuivelnijverheid), Belgapom (aardappelverwerking) en Belpork (varkens) er mee hun schouders hebben onder gezet. Dat was een duidelijk signaal dat het niet alleen over een initiatief vanuit de landbouw ging. De noodzaak om tot één systeem van duurzaamheidsrapportering te komen, kwam meermaals tot uiting tijdens de uiteenzettingen en discussies. Er bestaan vandaag al initiatieven vanuit de distributie die vooral ingegeven worden door promotionele objectieven, maar die zijn niet vrijblijvend voor de betrokken land- of tuinbouwers. Een wildgroei aan systemen zou hen op termijn alleen maar verplichten tot extra kosten en administratief werk.

Melkveehouderij

Niet voor niets werd de dag voordien al gecommuniceerd over de resultaten in de melkveehouderij. Die sector staat al het verst doordat er in totaal al 146 scans werden uitgevoerd, wat al enige benchmarking toelaat. Daarin was vooral FrieslandCampina een drijvende kracht, omdat de Klimrek-scan een Vlaams alternatief kan bieden voor het Nederlandse rekenmodel KringloopWijzer. Maar ook de rest van de zuivelindustrie is geïnteresseerd en bereid mee aan de kar te duwen. Op basis van de scans is de gemiddelde koolstofvoetafdruk van Vlaamse melk 0,99 kg CO2-equivalent per kg meetmelk, met een spreiding tussen 0,74 en 1,53. De grootste klimaatimpact komt van het vee zelf, en verder van voederaankoop- en productie en van mestopslag. In vergelijking met de cijfers van een studie over meerdere landen scoort de Vlaamse melkveesector goed. Het gewogen gemiddelde van de EU (dat rekening houdt met het aandeel in het melkveebestand van ieder land) ligt op 1,39 kg CO2-equivalent per kg meetmelk. België inclusief Wallonië kwam uit op 1,03. De andere betere leerlingen in de klas zijn Denemarken (1,06), Ierland (1,13) en Nederland (1,17). Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje zitten in de middenmoot, met respectievelijk 1,28, 1,29 en 1,39 kg CO2-equivalent per kg meetmelk. Minder goede leerlingen zijn Italië (1,50), Duitsland (1,55) en Polen (1,86). Buiten Europa scoort Nieuw-Zeeland sterk (1,09). Amerika zit iets boven het Europese gemiddelde met 1,55 en Brazilië stoot 2,5 keer zoveel uit per liter als Vlaanderen (2,49).

Maar dat betekent niet dat we op onze lauweren kunnen rusten. Onderzoekster Anne-Sophie Sacré ziet heel wat mogelijkheden om te verbeteren, maar onderstreepte dat maatregelen de milieu-impact op andere vlakken niet mogen benadelen. Het bijvoederen van emissie verminderende voedermiddelen of additieven zoals bierdraf, koolzaadschroot, lijnzaad of 3NOP betekent een meerkost. Maar bij de voorgestelde maatregelen waaruit melkveehouders kunnen kiezen in overleg met de begeleidende consulent zitten er ook die een financieel voordeel opleveren, zoals het verlagen van het vervangingspercentage of het omzetten van grasland in gras-klaver.

Lien Callewaert van Milk.be ziet de klimaatscan als dé manier om de verduurzaming van de zuivelsector verder te zetten. Niet voor niets is er al een volgend project Klimrek Plus gestart. Milk.be bekijkt samen met ILVO de mogelijkheden om het beheer van het systeem op zich te nemen.

Er is nu een systeem om de klimaatimpact op bedrijfsniveau te meten en de landbouwer te begeleiden in de keuze van klimaatmaatregelen.

Akkerbouw

Reindert Heuts van ILVO vertelde dat ze op 15 bedrijven 102 teelten in kaart konden brengen. Uiteindelijk werd gefocust op de aardappelteelt. Hij benadrukte dat het belangrijk is om resultaten van bedrijven over meerdere jaren te bekijken, omdat die sterk onderhevig kunnen zijn aan weersinvloeden. De gemiddelde score van af land geleverde aardappelen bedraagt 0,08 kg CO2-eq per kg product, voor bewaarde aardappelen is dat 0,10. De cijfers zijn – gezien het vrij beperkt aantal klimaatscans – met voorzichtigheid te interpreteren, maar volgens een vergelijkende studie scoren we daarmee iets beter dan het Europese gemiddelde en even goed als Frankrijk. De cijfers van Duitsland (0,13) en Nederland (0,18) liggen iets hoger.

In akkerbouw hebben de emissies vanuit de bodem de grootste impact, verder ook de tractor (energie en constructie), meststoffen, bewaring en het pootgoed. Bij de voorgestelde maatregelen spelen er heel wat in op bemesting (rijenbemesting, fractioneren …), en ook op de bodem en het energieverbruik (tractor en bewaring).

Noémie Van Bogaert van Belgapom vindt dat Klimrek het juiste traject op het juiste moment was. “De inzichten die we vergaard hebben komen nu zeer goed van pas.” Ze verwees naar de Corporate reporting sustainability directive (CRSD) waarmee de EU bedrijven verplicht om over hun duurzaamheid te rapporteren. Bedrijven moeten zowel directe als indirecte emissies en emissies doorheen de keten in kaart brengen. We moeten er vanuit de landbouw dus wel degelijk rekening mee houden dat die vragen (of misschien wel eisen) op ons afkomen.

Varkenshouderij

Freya Michiels zei dat er ondertussen op vijftien varkensbedrijven een klimaatscan werd uitgevoerd. 65% van de klimaatimpact heeft te maken met het voeder. Mestopslag heeft een impact van 21%. Vlaanderen scoort goed in vergelijking met andere Europese landen. De Klimrek-cijfers (op basis van de scans) komen uit op 2,97 kg CO2-eq/kg levend gewicht naar slachthuis. Een vergelijkende studie komt voor een Belgisch bedrijf met een gemiddelde bedrijfsvoering op 3,12 kg, wat op het niveau ligt van Frankrijk. Denemarken (3,18), Duitsland (3,25) en Nederland (3,54) scoren hoger. Brazilië zit aan 7,25 kg CO2-eq per kg levend gewicht. Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk zitten lager, met respectievelijk 2,83 en 2,58 kg. Michiels schrijft onze goede score toe aan een zeer goed voederconversie en het feit dat we al goed gebruikmaken van bestanddelen met een positief effect op de milieubelasting. Om de uitstoot nog meer te verminderen denkt ze onder meer aan alternatieven voor voeders met een grote klimaatimpact, meerfasenvoeding en het voorkomen van vermorsen. Verder schoof ze ook onder meer het optimaliseren van de diergezondheid, eigen duurzame energieproductie en energiezuinige ventilatoren naar voren. Paul Demyttenaere van Pork.be bevestigde dat er vanuit de markt een duidelijke vraag is naar transparantie over de klimaatimpact. Hij benadrukte de noodzaak om tot één systeem voor de landbouw te komen en voor een zo sterk mogelijk geautomatiseerde applicatie voor de doorlichting.

En nu?

Dit verhaal stopt dus duidelijk niet. Stephanie Van Weyenberg vertelde hoe DjustConnect stappen zet om de administratieve last te verminderen. Verder wordt werk gemaakt van het opleiden van consulenten, die de klimaatscans moeten uitvoeren. Tijdens de pauze hadden we een gesprek met iemand uit de banksector. De CRSD geldt ook voor financiële instellingen. Het is niet ondenkbaar en zelfs te verwachten dat banken hun klimaatimpact willen verkleinen door alleen leningen te verstrekken aan bedrijven met een lage klimaatimpact of door een hogere rentevoet te aan rekenen voor bedrijven met een hoge koolstofvoetafdruk. Met dit slotevent is het eerste woord gezegd over klimaatscans, maar zeker nog niet het laatste.

Meer info en de presentatie van het slotmoment vind je op ilvo.vlaanderen.be/agenda/klimrek-slotevent

Het overwegen waard

De slotmanifestatie van Klimrek, vorige week, was de bekroning van vier jaar intensief samenwerken aan een klimaattraject voor drie sectoren – melkvee, akkerbouw en varkens. Er is nu een systeem om de klimaatimpact op bedrijfsniveau te meten en de landbouwer te begeleiden in de keuze van klimaatmaatregelen. Het streelt ons ego dat Vlaanderen goed scoort in vergelijking met andere landen, maar toch is het noodzakelijk om onze impact nog te verlagen. Inzicht krijgen in de eigen carbon footprint is daarin de eerste stap. Simuleren van klimaatmaatregelen zal keuzes vergemakkelijken. De kennis die is verzameld bij het ontwikkelen van deze scans kan gebruikt worden om voor andere sectoren hetzelfde te doen. We verwachten ook dat dit zal gebeuren. De groente- en fruitsector hebben de handschoen al opgenomen, voor de andere sectoren is het belangrijk om dit in overweging te nemen.