Jef Torfs: "Ik bekijk varroamijt zoals akkerbouwer bladluizen."
Jef Torfs uit Aarschot noemt zichzelf liever bijenboer dan imker. Met zowat duizend kasten kan je inderdaad al spreken van een grote kwekerij, met enkele tientallen miljoenen medewerkers. Jef is de derde generatie die bijen houdt, maar de eerste die dat professioneel doet. Zijn vader is semiprofessioneel bezig en ook zijn overgrootvader had enkele volken. Zijn grootvader hield het bij kippen. Jef is voorzichtig maar vroeg begonnen. Hij had al 200 kasten na zijn studies bio-ingenieur. Nadien is dat aantal stelselmatig verder gegroeid.
“Ik voel me landbouwer”, begint Jef. “Ik vind dat ik dichter bij de tuinbouw sta dan bij de veeteelt, maar toch word ik ingedeeld bij die laatste. Ik sta wel wat dichter bij de natuur dan de meeste landbouwers.”
De meeste imkers hebben maar enkele kasten. “Wat we hier doen is revolutionair voor België, ik denk zelfs voor West-Europa. In België wordt de imkersstiel door oude mannen doorgegeven aan jongere imkers. Dat zet een rem op het invoeren van nieuwe technieken. Ze staan nogal eens met de mond vol tanden als ik vraag of ze hun plagen hebben gemonitord. Welke akkerbouwer kan zeggen dat hij niet weet welke plagen er in zijn gewas zitten?"
"Zelf monitor ik de varroamijt door 300 bijen in een potje met alcohol te doen. Die sterven spijtig genoeg, maar ik kan de mijten tellen en kijken of de schadedrempel bereikt is, net zoals een akkerbouwer het aantal bladluizen telt op zijn graan. De meeste imkers tellen het aantal mijten dat op de plank onderaan in de kast is gevallen. Ze komen vaak te laat om in te grijpen.”
1000 volken in honingproductie
Jef heeft zowat 1000 volken in honingproductie, 150 die worden ingezet onder aardbeienkappen en nog 250 waarmee hij koninginnen kweekt. Hij zweert bij Buckfastbijen, een ras ontwikkeld door broeder Adam, die decennialang hoofdimker was van de Engelse Buckfast-abdij. Hij kruiste verschillende ondersoorten om een type te ontwikkelen dat niet alleen heel productief was, maar ook minder agressief en bovendien minder gevoelig voor de varroamijt.
“Ook in Frankrijk en Wallonië verkiest men Buckfast, maar in Vlaanderen werken de meeste imkers met het ras Carnica. In imkerkringen leven heel wat discussies hieromtrent. Jef vertelt hoe een aantal onderzoekers in Duitsland, die bezig waren met de ontwikkeling van de Carnica, zich bedreigd voelden door het werk van die simpele Britse broeder. “Ze lobbyden zelfs bij de abt, om zijn werk stil te leggen.”
Op dit moment verkoopt Jef amper wat honing thuis. Er loopt wel een aanvraag voor een hoevewinkel. Hij verkoopt heel wat honing onder het merk ‘Bijenboer’, onder meer via hoevewinkels en lokale handelaars, maar ook bij Aveve. Een deel gaat in vaten van 275 kg naar allerlei voedingproducenten.
Veiligheid
Hoe wapent Jef zich tegen bijensteken? “Als ze niet zouden steken, zou iedereen bijen houden”, lacht hij. Aan zijn vaste medewerker en stagiairs stelt hij altijd beschermkledij ter beschikking. Zelf werkt hij wel met een kap, maar zonder handschoenen, omdat bijvoorbeeld het wegsnijden van koninginnendoppen fijn werk is. Nog tot juli kruipt er veel tijd in de productiekasten. “We keuren die om de populatie hoog te houden en om zo de honingproductie te verhogen. Als we niet keuren komen er jonge koninginnen en gaan de bijen zwermen, waardoor het volk zich splitst en de productie terugvalt.”
Stage bij de bijen
Momenteel loopt Lode Cauwenberghs uit Meensel-Kiezegem stage bij Jef. Dat is in het kader van het starterstraject voor jonge land- en tuinbouwers dat hij momenteel volgt.Lode nam vorig jaar het pitfruitbedrijf van zijn ouders over en volgde 3 jaar geleden al de starterscursus Type B Fruitteelt. Om volledig in orde te zijn voor de startersondersteuning van de Vlaamse overheid, moest hij ook nog stage lopen.
“We zitten nu zelf in een iets kalmere periode”, vertelt Lode. “Daardoor kan ik wat ruimte maken voor die stage. Bij Jef is het nu net heel druk. Het leek me interessant om eens iets heel anders te doen. De combinatie met mijn eigen bedrijf maakt dat ik nu heel lange dagen maak. Als ik op een ander fruitbedrijf zou stage lopen, dan zou ik voortdurend met de neus op het feit gedrukt worden dat mijn eigen werk blijft liggen. Ik krijg nu de kans van Jef om te zien hoe hij zijn bedrijfsvoering aanpakt. Zijn invalshoek is totaal anders, maar toch merk ik dat we met dezelfde moeilijkheden worstelen.”
Ook interesse in het volgen van een starterstraject? Ontdek er alles over via www.boerenbond.be/dossiers/starten-land-tuinbouw.
Bijenboer
- Jef Torfs en Miek Meus
- Honing en bijenkoninginnen van het ras Buckfast
- Aarschot (Vlaams-Brabant).
Meer info: www.bijenboer.be