“Ik wil een gezond, lokaal product aanbieden”

21 september 2021

Marc De Boey is niet alleen melkveehouder in het Waasland. Hij is ook een enthousiaste ondernemer. Noem een project rond plattelandstoerisme of korte keten in het Waasland, en Marc is erbij. Op het eigen bedrijf stampten hij en zijn familie zes jaar geleden IJshoeve De Boey uit de grond. De productie van hoeve-ijs, met bijbehorende verbruikszaal, ligt rechtstreeks aan de basis van zijn huidige project. Marc bouwt momenteel zijn stapel Holsteinkoeien af en schakelt over op Jerseys, voor de productie van A2A2-melk die door veel mensen makkelijker wordt verdragen. Dit initiatief leverde hem winst op in de Innovatiecampagne van het Innovatiesteunpunt (nu Boerenbond). Via een Operationele Groep is Marc nu op zoek naar wetenschappelijke onderbouwing van zijn innovatie.

“We droomden al twintig jaar van een ijshoeve”, begint Marc te vertellen, “maar pas nadat mijn echtgenote na een ongeluk niet meer uit werken kon gaan, zijn we echt van start gegaan. Het initiële idee was om een cursus ijs maken te volgen en onze droom waar te maken. Maar om het verhaal ook visueel aantrekkelijk te maken, volgde ik daarnaast een cursus toerisme zodat we meteen vrij groots van start konden gaan. Onze ijshoeve opende in april 2015 en in juni van dat jaar had ik zelf een zwaar ongeval. Met mijn krukken liep ik geregeld rond op het terras en toen viel het mij op dat veel mensen geen ijs mochten of konden eten, omdat ze bepaalde koemelkeiwitten niet konden verdragen. Als melkveehouder vind je dat echt erg. Wij boden wel alternatieven aan op waterbasis, maar dat is toch niet hetzelfde. Ik bleef over dat probleem nadenken en ben mij in verschillende studies hierover gaan verdiepen. Zo ben ik uitgekomen bij het A2A2-gen.

Ook mensen van buiten de sector zijn gecharmeerd door het project.

In Oceanië wordt daar al veel mee gedaan, maar in Europa vond ik er maar weinig materiaal over. Wel bleek dat Jerseykoeien dit gen voor 80% in zich hebben. Vier jaar geleden kocht ik 20 drachtige Jerseyvaarzen aan in Denemarken. Na vier maanden quarantaine kon ik met 17 dieren starten. Ik had geluk, want ik had meteen 12 vaarskalveren. Toen die drie maanden voorbij waren, heb ik DNA-stalen laten analyseren. Door twee dieren af te stoten, verkreeg ik een volledig aparte A2A2-melkstroom.”

Eigen onderzoek

“Het winnen van de Innovatiecampagne heeft veel deuren geopend. Ik werd verkozen tot ‘verdienstelijke Oost-Vlaming’. Mensen van buiten de sector waren gecharmeerd door het project en studenten hadden interesse om rond deze thematiek onderzoek te doen. Het afgelopen academiejaar zijn er zo twee onderzoeken gebeurd. Michiel onderzocht het landbouwgedeelte: hoe staat de Vlaamse landbouwer tegenover het A2A2-gen en wat verwacht hij ervan? Julie voerde een onderzoek uit bij de consumenten van de melk zelf. We gaven onze A2A2-melk gratis weg als mensen die problemen hadden met normale koemelk ons wilden meedelen wat hun problematiek precies was, en hoe ze reageerden op de A2A2-melk. Dit is eigen onderzoek en we mogen dat niet algemeen publiceren, maar ik ben enorm blij met de resultaten. 75% van de problemen van ons proefpubliek bleken opgelost door deze makkelijker verteerbare melk te verkiezen.

En dat is eigenlijk niet zo verwonderlijk. Als je kijkt naar de geschiedenis van A2A2-melk, kom je eigenlijk terecht bij oermelk. Jersey is een authentiek eilandras, dat gespaard is gebleven van kruisingen. Hier is niet gekruist om verhoogde productie of betere fokkerijresultaten te krijgen. En dat bewijst nu zijn eerwaarde. De melk is voller van smaak. En de Jersey is ook een echte klimaatkoe. Ze is heel voerefficiënt, met 30% minder methaanuitstoot. En het is een koe die lang meegaat. Voor een bedrijf zoals het onze is het ook interessant dat het een aaibaar en nieuwsgierig dier is. Het zoekt altijd oogcontact. Ik had het nooit verwacht, maar ik ben echt verliefd geworden op dit ras. Binnen tien jaar verwacht ik dat mijn kudde volledig uit Jerseys zal bestaan. Overigens is dat geen optie voor een puur productiebedrijf. Ze wegen weinig en hun kalfjes zijn niks waard. Als mijn Holsteinkoeien 10.400 liter per jaar produceren, geraken de Jerseys maar aan 7600. De inhoudswaarden zijn wel een derde hoger. Voor een bedrijf dat zich wil profileren in de korte keten kan dit zeker wel een interessante koe zijn. Overigens is het geen haalbare kaart om een hele stal Jerseykoeien te kopen. De prijs van Jerseykoeien is fel omhoog gegaan nu ze zo positief in de media komen. Wij doen de overschakeling organisch: alle Jersey-vaarskalveren blijven, de Holsteins gaan eruit.”

Operationele groep

Marc heeft momenteel dus een gemengde kudde, maar zijn Holsteins hebben niet het A2A2-gen, dus de melk van de twee rassen vermengen, kan niet. “We hebben twee melksystemen: een met robot en een met melkstal. Zo kunnen wij opsplitsen. De jerseykoeien worden eerst gemolken en hun melk gaat in een aparte tank. We bouwen zo een volledige aparte melkstroom op. Die groeit, net zoals de kudde, organisch en dat is goed, want onze verwerking is ook nog in opbouw. We zijn nu yoghurt aan het maken, plattekaas en enkele vaste kazen. Voor de verpakkingen printen we momenteel nog stickers. Op termijn wil ik overgaan tot eigen verpakkingen, maar daarvoor moet ik wachten op de officiële erkenning van de voordelen van A2A2-melk, en die laat op zich wachten.

In een Operationele Groep gaan we nu gedurende twee jaar op zoek naar die erkenning. Ik had verwacht dat we er snel zouden uit geraken, maar dat blijkt niet zo te zijn. Er is wel eens wat onderzoek gedaan naar hoe we A2A2-melk verteren, maar het is nooit echt tot in de diepte onderzocht. Ik weet uit mijn eigen onderzoek dat deze melk beter verteerbaar is, maar dat op het etiket zetten, mag ik vooralsnog niet doen. Anderzijds zijn we ook nog bezig met onze recepten op punt te zetten. De productontwikkeling zal nog enkele jaren duren. Tegen dan zal ook de Operationele Groep rond zijn en zijn hopelijk de voordelen van A2A2-melk wetenschappelijk bewezen. Het fijn aan onze groep is dat er mensen met heel diverse achtergronden in zitten. De medische sector is vertegenwoordigd, maar ook de melkerijen en de landbouwsector. Dat geeft een goeie interactie en dat levert dan weer veel inspiratie op. Het is een beetje pionieren, maar dat ben ik al gewoon.

Gezondheid van mens, plant en dier

Mark is enthousiast en gepassioneerd, maar wel realistisch. Ook bij IJshoeve De Boey was de coronacrisis voelbaar. “Vijf jaar geleden hadden wij nog 300 runderen. Intussen is dat aantal gehalveerd. De omzet van het melkvee is dus gehalveerd. En tijdens de coronacrisis daalde ook de omzet van het ijssalon. Dat heeft niet alleen gevolgen voor mijn echtgenote en voor mij, ook onze oudste dochter werkt in de zaak. En begin volgend jaar zal de jongste dochter ook instappen. Daarom blijf ik ijveren voor meer aandacht en waarde voor lokaal geproduceerd voedsel. Ik heb meegedaan aan het project Toerismeboeren en wil proberen het toeristisch potentieel van ons bedrijf nog meer te ontsluiten. Ik zit ook in Smaak Van Waas, dat streekproducten uit het Waasland duidelijker op de kaart wil zetten van de mensen hier. Verder neem ik deel aan een brainstorm over lokale voedselstrategie en zit ik in lokale projecten met de focus op mobiliteit, toerisme en agro-ecologie. Dat laatste is voor mij echt enorm belangrijk. A2A2-melk moet in de markt komen als een heel gezond product. Zorg voor gezondheid van mens, plant en dier. Dat zijn de kernwoorden.

Mensen sensibiliseren over gezonde voeding en streekproducten, dat is wat ik wil doen. En ja, ik ben met heel veel bezig. Je moet echt wel een idealist zijn om dat allemaal klaar te krijgen. Maar ik geloof er echt in.”

 

Het traject van Marc werd mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling.