Op woensdag 30 maart was er nog een vergadering van het paritair comité Tuinbouw en Landbouw.

Ter gelegenheid daarvan hebben wij er samen met de vakbonden bij de regering op aangedrongen dat de overeenkomst die wij op 22 december vorig jaar  gesloten hebben inzake de seizoenregeling 2023, in voege zou treden op 1 april 2023. Dit is nodig omwille van de rechtszekerheid voor de bedrijven die hun planning voor dit jaar moeten kunnen maken. Maar ook de seizoenwerknemers die naar België komen, willen duidelijkheid in verband met het aantal dagen dat zij dit jaar kunnen werken. We hebben via het paritair comité gevraagd dat de regering onmiddellijk na de paasvakantie een beslissing zou nemen zodat de volgende drie onderdelen van ons akkoord, die aan elkaar gekoppeld zijn, gelijktijdig op 1 april 2023 in werking kunnen treden:

  • De 100 dagen seizoenarbeid in alle productiesectoren van de tuinbouw én de 50 dagen in de landbouw (alsook de 100 halve dagen voor de melkveehouderij);
  • De compensatie door de overheid van de optrekking van het loon voor seizoenarbeid tot op het niveau van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) van 12,11 euro via de niet doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor de groente- en fruitteelt. Daarnaast is er ook de verlaging van het forfaitair dagloon voor berekening van de sociale bijdragen voor de landbouw, de bloemisterij en de fruitteelt;
  • De optrekking van het loon van seizoenarbeid tot het loon van de eerste categorie van vaste arbeid. Dit laatste onderdeel zal worden uitgevoerd door een cao van de sociale partners als de twee hierboven vermelde beslissingen genomen worden.

We hebben erop gewezen dat de drie maatregelen één en ondeelbaar zijn. Het kan dus niet dat één van de onderdelen als alleenstaande beslissing zou worden uitgevoerd. We hebben vroeger ook reeds gemeld dat omwille van de sociale zekerheid, de gemaakte afspraken moeten ingaan bij de start van een kwartaal. Wij gaan ervan uit dat 1 april nog haalbaar is. In heel wat sectoren komt immers de seizoenarbeid volop op gang.

Wat houdt dit nu concreet in?

De bal ligt nu in het kamp van de regering. Wij zullen volgende week opnieuw met de kabinetten contact opnemen. We willen erop wijzen dat in de tuinbouw op dit ogenblik 65 dagen gelden én in de landbouw 30 dagen seizoenarbeid. Om een hoger aantal dagen te kunnen toepassen, moet de regering ons sociaal akkoord bekrachtigen.

Wanneer in sommige gevallen de plukkaart vol zou zijn, kan aan de werknemers een contract van bepaalde duur van maximaal 6 weken worden gegeven. Als nadien de 100 dagen van toepassing worden, kunnen onmiddellijk nog 35 dagen seizoenarbeid worden voorzien. In dit geval is immers de 180 dagenregel niet van toepassing. Wij weten heel goed dat dit alles voor jullie als werkgevers niet eenvoudig is. Wij dringen aan op een snelle beslissing. Het gaat bovendien om een akkoord waardoor de 100 dagen seizoenarbeid zou gelden in lengte van jaren.   

Bron: Boerenbond.