Cartoon_hoornaar

Hoe zit dat met die hoornaars?

21 juni 2023

Reuzengrote wespen, dat lijkt iets voor een derderangs griezelfilm. Maar ze bestaan echt. De hoornaar vloog al enkele eeuwen eerder onopvallend rond in Europa maar zijn neef, de Aziatische hoornaar, is aan een steile opmars bezig en doet dat niet onopgemerkt. Ook dit jaar zijn al honderden individuen en nesten waargenomen in Vlaanderen. Zijn ze gevaarlijk? Kunnen we helpen om ze te bestrijden?

Hoe herkennen?

We beginnen met de Europese hoornaar. Die komt hier al enkele eeuwen voor en wordt ook paardenwesp genoemd. Je zou hem ‘een nuttige’ kunnen noemen, omdat ze onder meer op vliegen, muggen en wespen jagen. Bij dit ‘nichtje’ van de wesp worden de werksters 18 tot 24 mm lang, de koninginnen 25 tot 35 mm en de mannetjes 21 tot 28 mm. Ondanks hun lichaamsgrootte en hun nogal angstwekkende luide gezoem is de Europese hoornaar niet agressief, behalve als je te dicht bij zijn nest komt of dat nest verstoort. En word je gestoken, dan voelt dat pijnlijker aan dan de steek van een honingbij, maar het gif van de Europese hoornaar is minder krachtig. Hoornaars gebruiken dit gif om insecten te doden die ze vervolgens tot een papje vermalen met hun uitgesproken kaken en aan de larven voeren in hun bolvormige ‘papieren’ nest. En dat is niet belangeloos. Die larven geven op hun beurt een zoete vloeistof af aan de werksters, die de suikers gebruiken als brandstof om te kunnen vliegen en zo nog meer insecten te vangen.

De Europese hoornaar lijkt qua kleur wat op de wesp, maar hij heeft een oranje tot rode kop. Je kan het onthouden met de Belgische driekleur: een rode kop en een deel van het borststuk en gele en zwarte segmenten van het achterlijf. De poten zijn bruinachtig tot rood, terwijl die van de Aziatische hoornaar geel zijn aan de uiteinden. Verder is de Aziatische hoornaar ook ongeveer 25 mm (met koninginnen tot wel 40 mm), maar hij heeft een overwegend zwarte kleur, geel-oranje kaken en een gele band op het achterlijf. Individuen zijn weinig agressief, maar grotere groepen in de buurt van de nesten wel. Een steek van een Aziatische hoornaar is even gevaarlijk als die van een wesp. Dus meestal blijven de gevolgen beperkt tot een plaatselijke zwelling en wat pijn, tenzij bij wie allergisch is of wanneer je meerdere keren gestoken zou worden.

Gevaar voor bijen

Toch krijgt de Aziatische hoornaar bijnamen als: ‘massamoordenaar’ en ‘seriemoordenaar van de bijen’. De hoornaar kreeg die bijnamen omdat hij graag jaagt op onze honingbijen, die zich niet kunnen verdedigen tegen deze invasieve exoot. De technieken die de hoornaars hanteren doen dan ook aan horrorfilms denken. Ze gaan met een aantal samen dichtbij de vliegplank van een bijenkast zweven. De terugkerende werksters worden systematisch uit de lucht ‘geplukt’. Met hun sterke voorklauwen knippen de hoornaars het hoofd van de bij eraf. Ze zijn alleen verlekkerd op het borststuk, dat ze kauwen tot een pasta waarmee ze hun larven voeden. Imkers getuigden al over groepen Aziatische hoornaars die hun kasten terroriseerden. Wanneer de bijen in de kast dat doorkrijgen durven ze niet meer uitvliegen, waardoor het bijenvolk in de kast uitgeput raakt en zelfs kan afsterven. De Europese honingbijen hebben – in tegenstelling tot hun Aziatische collega’s – geen verweer tegen de Aziatische hoornaar. Aziatische honingbijen omsingelen in groep een hoornaar en wekken met hun vibrerende vleugels zoveel hitte op dat de hoornaar sterft. Uit onderzoek blijkt dat Aziatische hoornaars onrechtstreeks ook de bestuiving van bloemen nadelig beïnvloeden. Ze vangen niet alleen een deel van de bestuivers. Ze jagen in de buurt van bloeiende bloemen en schrikken daardoor ook bestuivende insecten af.

Ze jagen niet enkel op bestuivers, maar schrikken bestuivende insecten ook af.

Nood aan bestrijding

Dit horrorverhaal maakt dat de Aziatische hoornaar in 2016 op de lijst is gekomen van invasieve exoten die zorgwekkend zijn voor de Europese Unie. Op die lijst staan invasieve insecten, maar ook planten, zoogdieren en amfibieën, waarvan de EU de verdere verspreiding wil voorkomen, omdat ze een bedreiging vormen voor inheemse flora en fauna. Men mag de soorten die op deze lijst staan niet meer binnen de EU houden, importeren, transporteren, verkopen en kweken. De lidstaten van de Europese Unie moeten maatregelen nemen om de verspreiding te stoppen, monitoring uitvoeren en bij voorkeur ook deze soorten uitroeien. Zelfs als ze al wijd verspreid zijn in het land, wordt van de lidstaten verwacht dat ze deze soorten beheren om verdere verspreiding te voorkomen, tenzij ze gegrond kunnen motiveren waarom ze dat beter niet doen.

In Vlaanderen wordt dit wat de Aziatische hoornaar betreft gecoördineerd door Vespa-Watch. Zo weten we dat het aantal waarnemingen, en bijgevolg ook het aantal bestreden nesten, toeneemt. In 2021 zijn er 125 nesten verdelgd, in 2022 1250. In Wallonië waren er dat respectievelijk 204 en 1850.

Dit voorjaar luidde het Vlaams Bijeninstituut (VBI) de alarmklok. Volgens hen laat de bestrijding van de Aziatische hoornaar in Vlaanderen te wensen over, omdat ze te laat komt. Dat heeft te maken met het feit dat de Aziatische hoornaar verschillende types nesten vormt. In het vroege voorjaar verschijnen embryonesten, die ongeveer zo groot zijn als een golfbal en gemaakt zijn door een koningin. Deze nesten groeien vervolgens uit tot primaire nesten, met daarin zowel een koningin als werksters. Dergelijke nesten bevinden zich doorgaans laag (onder de 4 meter) tegen de grond in struiken, onder een afdak of zelfs in een gebouw. Net voor de start van de reproductieve fase verhuizen de meeste kolonies naar een hoger gelegen plaats, doorgaans de kruin van een hoge boom, net onder de top. Daar bouwen ze een secundair nest, dat een diameter kan bereiken van 1 meter. Het Bijeninstituut stelt dat de primaire nesten moeten worden aangepakt. Die zijn gemakkelijk bereikbaar en de populatie is ook veel kleiner.

Op de site van het Agentschap voor Natuur en Bos lezen we dat ANB in 2023 in afwachting van een definitieve beheerregeling 200.000 euro heeft voorzien voor het aanpakken van de Aziatische hoornaar. Hiermee wordt een medewerker aangeworven als aanspreekpunt en om verdelgingsacties te coördineren. Verder wordt Vespa-Watch (www.vespawatch.be), het citizen science-platform dat de populatie van de Aziatische hoornaar opvolgt, verder uitgebouwd om het beheer beter aan te sturen en te stroomlijnen. ANB zorgt ook voor verdelging van nesten op eigen terreinen. Er wordt daartoe een raamcontract ontwikkeld, waar ook derden gebruik kunnen van maken. Verder organiseren ze een opleiding voor professionele verdelgers en bekostigen ze ook een webinar over verdelging van hoornaarnesten voor brandweerkorpsen. Ze gaan ook in overleg met provincies en lokale besturen om het budget voor verdelging te verhogen en de verdelging efficiënt te laten verlopen.

Tot in het Vlaams Parlement

De alarmkreet van het VBI werd ook gehoord in het Vlaams Parlement. Begin mei interpelleerde Vlaams Parlementslid Stijn Deroo in de commissie Leefmilieu minister van Omgeving Demir over haar aanpak van de bestrijding. De minister verwees naar overleg tussen haar administratie en die van Landbouw en Visserij en voorzag dat er pas tegen de zomer een bestrijdingsplan zou zijn. Ze gaf ook mee dat er meer middelen voorzien zijn voor de bestrijding van de Aziatische hoornaar, maar dat ze die middelen voornamelijk op de natuurgebieden oriënteert. De bespreking zette zich drie weken later verder in de commissie Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. Daar peilde Vlaams Parlementslid Emmily Talpe bij Vlaams minister van Landbouw Brouns naar de aanpak van de bestrijding van de Aziatische hoornaar. Minister Brouns antwoordde dat de bestrijding van invasieve soorten onder de minister van Omgeving Zuhal Demir valt, maar de imkerij onder zijn bevoegdheid. Hij stelde dat er meerdere overlegmomenten zijn geweest over de coördinatie van de aanpak en de monitoring van die problematiek en de financiering ervan. “Binnen die stuurgroep was er sedert 2020 geen overeenstemming over de budgetverdeling en de taakverdeling. Daarom zijn de departementen van Omgeving en Landbouw akkoord gegaan om ad hoc verder te werken op basis van de bestaande beheerregeling uit 2019.” Hij stelde dat nog in maart afspraken gemaakt zijn rond een correcte en wederzijds gedragen taakverdeling en dat hierover zou gecommuniceerd worden door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). De minister vertelde ook dat het Departement Landbouw en Visserij zich vanuit zijn bevoegdheid zou focussen op de imkerij, die een groot deel van de schade ondervindt. De aandacht zou daarbij vooral gaan naar monitoring van de Aziatische hoornaar, de opleiding van professionele verdelgers en de bescherming van de bijenstanden. Hij stelde ook dat het Praktijkcentrum Bijen het geschikte platform en het Strategisch Plan Bijenteelt het best geplaatste instrument voor het realiseren van die doelen was. Dat Strategisch Plan Bijenteelt is sinds 1 januari de opvolger van het Vlaams bijenteeltprogramma. Het is ingekanteld in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), zodat een deel van de kosten kan worden verhaald op die budgetten. Het gaat over 423.000 euro per jaar. Volgens de minister was het de bedoeling dat het VBI als ervaringsdeskundige verder zijn rol binnen het Strategisch Plan Bijenteelt op zich zou nemen en daarbij zou streven naar samenwerkingsverbanden om de breedst mogelijke expertise binnen de hele imkerij te kunnen inzetten. Stijn Deroo refereerde daarbij naar de al genoemde bespreking in de commissie Leefmilieu, waarbij hij stelde dat minister Demir toen aangaf dat er meer middelen waren voorzien voor de bestrijding van de Aziatische hoornaar, maar dat ze die middelen voornamelijk op de natuurgebieden zou oriënteren. Deroo zag er een knelpunt in dat de Aziatische hoornaar zich niet zou laten leiden door een afbakening tussen natuurgebied en niet-natuurgebied. Hij riep dan ook op dat de lokale besturen via hun brandweerdiensten en via Vespa-Watch zouden inzetten op de verwijdering van nesten. “Want als er per nest een paar tientallen jonge koninginnen uitvliegen, dan krijgen we op de duur een probleem zoals dat in Frankrijk bestaat.”

Waarom melden?

Land- en tuinbouwers zullen vermoedelijk geen rechtstreekse gevolgen ondervinden van de Aziatische hoornaar, al zijn er al wel gevallen gemeld van schade aan fruitteelt. Uiteraard speelt onrechtstreeks het effect op bestuiving en op bestuivende insecten zoals de honingbij en is de schade voor de bijenteelt en de biodiversiteit enorm. Wanneer je een nest of individu waarneemt kan je dit melden op www.vespawatch.be. Op diezelfde site kan je ook zien of er het voorbije seizoen bij jou in de buurt al Aziatische hoornaars of nesten zijn gesignaleerd aan Vespawatch.

Exoten afremmen

Het verhaal van de Aziatische hoornaar past in het bredere kader van invasieve soorten, die hier weinig of geen natuurlijke vijanden hebben en daardoor zeer snel kunnen uitbreiden. En daarbij bedreigen sommige van die exoten onze eigen inlandse flora en fauna. Zo worden in functie van het behalen van een gunstige staat van instandhouding van heel wat habitats en soorten exoten aanzien als een van de factoren die hier een rem op zet. Maar ook in de landbouw kunnen ze voor overlast zorgen, zo kennen we bijvoorbeeld heel goed de Nijlgans die landbouwgewassen (onder meer grasland en graan) tijdens het foerageren vertrappelt. In tegenstelling tot hun Europese neefjes, de kleine riet- en kolganzen, blijven ze hier de hele zomer en zorgen ze het jaar rond voor overlast. Maar ook de bestrijding van bijvoorbeeld de muskusrat is relevant voor de landbouwsector. En misschien kwam de Japanse duizendknoop ook al voor op een van je percelen? Er zijn heel wat bestrijdingsmethoden, maar zo goed als geen enkele biedt garantie op 100% succes.

Dat maakt duidelijk dat het een belangrijke taak is van de overheid om ervoor te zorgen dat invasieven worden aangepakt, gezien hun impact heel groot kan zijn.