exoskeletten

Experimenteren met exoskeletten bij het melken

30 mei 2023
Melkveehouders met een traditionele melkput zien het tweemaal daags tussen de koeien staan doorgaans niet als een opgave, wel integendeel. Maar als het lichaam niet mee wil, kan het snel veranderen. Exoskeletten kunnen in die gevallen letterlijk een belangrijke ondersteuning bieden.

Het West-Vlaams praktijkonderzoekscentrum Inagro heeft twee Leader-projecten lopen rond efficiënt, veilig en ergonomisch werken. Daarin bleken een aantal melkveehouders nieuwsgierig naar wat exoskeletten voor hen zouden kunnen betekenen. Dat melken op termijn fysieke ongemakken met zich mee kan brengen voor schouders en rug hoeft niet te verwonderen, aldus Esther Beeckman van Prevent Agri. “Melken houdt veel dezelfde bewegingen in, keert dagelijks terug voor veel relatief veel uren in de dag en vaak wordt er met de armen ver gereikt, boven de schouders.” En hoe groter de veestapels, hoe hoger de belasting. Wanneer er recent grote investeringen zijn gedaan, is het omschakelen naar robots ook niet zo vanzelfsprekend.

Ergonomisch melken

Tijdens een demonamiddag in Wervik gaf Inagro uitleg over de werking van exoskeletten en konden geïnteresseerde melkveehouders drie modellen uitproberen. Ergonomisch melken houdt in dat de omgeving aan de mens wordt aangepast. In melkputten is de beweegbare putvloer daar een goed voorbeeld van. Niet dat dit zaligmakend is. Boeren kiezen in het instellen van de hoogte vaak voor een compromis tussen het houden van een rechte rug enerzijds en een goede zichtbaarheid op de uier anderzijds. Heel wat andere factoren spelen eveneens mee in de fysieke belasting: gewicht van het melkstel, kwalitatieve verlichting, koude, tocht, gladheid, opstelling van schuimbeker en papier….

Kostenplaatje

Wat kunnen exoskeletten bieden? Ilse Louwagie (Inagro) maakte een onderscheid tussen actieve en passieve exoskeletten. Actieve exoskeletten bieden ondersteuning met kleine motors en een batterij. Passieve exoskeletten maken gebruik van veerkracht. De actieve exoskeletten zijn echter minder flexibel en kosten tienduizenden euro’s: weinig geschikt voor de melkveehouderij dus. Ook de passieve exoskeletten kosten gauw tussen de 2.500 en 4.000 euro. Op het eerste zicht nog altijd vrij veel geld voor ogenschijnlijk vrij eenvoudige technieken. Al hoorden we op de demodag ook een melkveehouder luidop de vergelijking maken met een tractor. Als je aankoopprijs deelt door het aantal uren dat je deze gebruikt, is een exoskelet in die vergelijking misschien niet zo duur.

Uitproberen kan

De op de demodag gedemonstreerde passieve exoskeletten ontlasten vooral de schouders door de bovenarmen te ondersteunen bij opwaartse bewegingen. Gebruikers krijgen het gevoel dat als ze de armen strekken deze in een gewichtsloze zone bewegen. Op de demonamiddag konden melkveehouders drie exoskeletten uittesten. Het ging om Exoskelet Paexo Shoulder, Exoskelet Hapo MS en Exoskelet Skelex. Inagro heeft deze drie exoskeletten aangekocht. Melkveehouders kunnen zich aanmelden om deze skeletten voor een langere periode uit te proberen. Omdat spieren tijd nodig hebben om zich aan te passen zijn er wel een aantal voorwaarden aan verbonden: minimum vier weken uitproberen (maximum zes), elke melkbeurt gebruiken en gezien de persoonlijke afstellingen niet door meer dan één persoon in dezelfde periode laten gebruiken. Aangezien de skeletten aangekocht werden onder twee Leader projecten, krijgen boeren uit de Westhoek en Midden West-Vlaanderen voorrang, al kunnen geïnteresseerden uit andere regio’s zich eveneens aanmelden.

Paexo Shoulder

Joost Geuzendam (PRE-TEC) verdeelt de Paexo-exoskeletten. Het recentste type biedt door een bredere band meer ondersteuning in de rug. De ondersteuning is in sterkte instelbaar. “We adviseren om altijd vrij licht in ondersteuning te beginnen om de spieren de gelegenheid te bieden zich aan te passen”, aldus Geuzendam. Hoewel producent Ottobock uit de medische wereld komt en ook prothesen en braces produceert, ziet het bedrijf exoskeletten bewust als géén medisch apparaat. “Een exoskelet is een preventief middel om medische problemen te voorkomen. Wie effectief in behandeling is voor fysieke klachten raden wij altijd aan om exoskeletten in samenspraak met de dokter te gebruiken”, aldus Joost Geuzendam. De Paexo Shoulder is ook vrij compact, wat het makkelijker moet maken om smalle doorgangen door te komen bij bijvoorbeeld het ophalen van koeien tijdens het melken. In Nederland zouden er volgens PRE-TEC al een 50-tal melkveehouders mee aan de slag zijn.

IMG_0257_PaexoShoulder.JPG
IMG_0257_PaexoShoulder.JPG

 

Hapo MS

De Hapo MS valt op door zijn gele geveerde kabels. Geert Vindevogel van Health2Work verdeelt onder ander dit exoskelet. De gele kabels zijn gemaakt uit glasvezelkabel, waardoor deze hun elasticiteit gedurende de jaren niet zouden verliezen. Nadeel aan de Hapo MS is dat deze niet in ondersteuning regelbaar is. Voordeel is dan weer dat het door de eenvoudige techniek onderhoudsvriendelijk is en weinig defectgevoelig. De firma biedt twee jaar garantie.

Hapo MS.JPG
IMG_0292_Hapo MS.JPG

 

Skelex 360

De Skelex 360 is een Frans exoskelet. Het is het duurste van de drie, maar is in Frankrijk erg populair. Het maakt gebruik van een carbonvezelsysteem en de ondersteuning is ook in sterkte instelbaar. Het biedt al wat vlugger ondersteuning bij het lager optillen van de armen, was de ervaring van enkele proefkonijnen. Wel is het op het eerste zicht wat breder dan andere systemen.

Skelex360.JPG
IMG_0303_Skelex360.JPG

 

De systemen vergelijken is iets wat elke melkveehouder vooral zelf moet doen. Door de verschillende werking blijft het wat appelen met peren vergelijken. Omdat de meeste systemen ontworpen zijn voor de industrie, kunnen ze ook tegen een stootje en zijn ze bijvoorbeeld reinigbaar met een hogedrukspuit. Wettelijk gezien krijgen kopers een jaar garantie, maar dit is soms uitbreidbaar. Defecte onderdelen kunnen vervangen worden. Voorlopig is er nog geen VLIF-steun mogelijk, al worden de mogelijkheden wel bekeken. Geïnteresseerde melkveehouders kunnen zich aanmelden via ilse.louwagie@inagro.be.