Systematisch groeien op een ecologisch verantwoorde manier. Dat is het motto van Paul Van der Schoot van ’t Lekker Koeike. Dit is, zoals de naam doet vermoeden, een melkveebedrijf, waar diverse melkproducten gemaakt worden zoals boter, kaas en ijs. En sinds kort maakt Paul ook zelf groene stroom.

’t Lekker Koeike is een familiebedrijf. Toen Paul samen met zijn echtgenote Karin in de jaren ‘90 het ouderlijke bedrijf overnam, begonnen ze meteen met de melkverwerking als verbredingsactiviteit voor het melkveebedrijf. Die nam jaar na jaar uitbreiding en is intussen meer dan een fulltime bezigheid. Karnemelk, hoeveboter, yoghurt, platte kaas, rijstpap, chocolade mousse, diverse kazen, ijs en (in de winter) wafels en pannenkoeken worden ter plaatse gemaakt en verkocht. Van maart tot eind oktober is de zaak zeven dagen op zeven open. Twee dochters en een zoon van Paul en Karin draaien mee in de zaak. En dat is zeker geen overbodige luxe: met het veldwerk, de koeien en de melkverwerking zijn de werkdagen zelfs voor vijf paar handen lang.

 Ik produceer momenteel meer warmte dan ik kwijt kan.

Gesloten stalvloer

Naarmate de familiale inbreng in ’t Lekker Koeike toenam, mocht vanzelfsprekend ook de productie stijgen. Vorig jaar bouwde Paul een nieuwe, ruime melkveestal. Het aantal melkkoeien kan nu aangroeien van 150 naar 200. Specifiek aan de nieuwe stal is dat deze ontworpen en gebouwd is met een biogasinstallatie al in het achterhoofd. “Onze stal heeft een gesloten stalvloer met rubberen loopstroken, die het aangenaam maken voor de koeien. Eén keer per uur wordt deze gesloten vloer schoon geschraapt. De verse mest die we zo verzamelen wordt opgevangen en wordt dagelijks naar de biogasinstallatie gestuurd. De installatie heeft een continu volume van 160 kubieke meter. Elke dag wordt er om en bij de zes ton mest verwerkt. Omdat we werken met verse mest van goede kwaliteit zijn er relatief weinig koeien nodig om zelfvoorzienend te zijn in elektriciteit. Het resultaat is optimaal.” Systemen met een gesloten stalvloer zoals bij ’t Lekker Koeike zijn momenteel nog in de minderheid in ons land. Ze bieden het grote voordeel dat de mest bijna onmiddellijk wordt gebruikt en niet eerst in een kelder wordt opgevangen. Dit komt de kwaliteit en productiviteit ten goede. Concreet draaien bij Paul twee installaties van elk 10 kilowatt. Bij elk van de installaties hoort een teller die terugdraait wanneer de op dat moment niet zelf gebruikte stroom wordt afgezet op het net.
Eén koe produceert per jaar 26 kubieke meter mest. Daaruit kan 650 kubieke meter biogas kan worden gewonnen. Omgerekend betekent dat dus dat drie koeien potentieel kunnen instaan voor 3.900kWh stroom per jaar en dus een gezin een jaar lang van elektriciteit kunnen voorzien. Bij ’t Lekker Koeike draaien er in de melkverwerking veel energievretende machines, dus de energiebehoefte is erg groot. Vandaar dat deze oplossing voor Paul de meest voor de hand liggende keuze was.

Meer dan genoeg warmte

“De warmte die vrijkomt wordt onder andere gebruikt om de mestsilo op te warmen, maar dan hebben we nog erg veel over. Die zetten we in op de boerderij en in het ijssalon. In de toekomst moet daar nog het warm water bijkomen voor de schoonmaak. En ook verwarmde luchtbanen boven de melkput staan op de planning. De warme wordt ten slotte geproduceerd, op dit moment zelfs meer dan wat we nodig hebben. We kunnen er dus maar beter een nuttige invulling voor vinden.”  De nieuwe stal werd trouwens ook extra geïsoleerd waardoor de temperatuur er ook op warme dagen lager blijft wat zorgt voor minder methaanuitstoot. Speciale led-lampen verlichten zonder warmte af te geven. Deze ingrepen passen in Pauls visie om zijn koeien op een ecologisch verantwoorde manier te houden. De biovergister past mee in de visie om het bedrijf energieneutraal te kunnen laten werken. Al zijn investeringen zorgen ervoor dat de ecologische voetafdruk van ’t Lekker Koeike effectief een stuk kleiner wordt. Dat is goed voor het milieu, maar ook voor het imago van dit bedrijf en bij uitbreiding van de hele sector.

De biogasinstallatie bij ’t Lekker Koeike is geen traditionele installatie. Het bijzondere aan deze installatie is dat enkel de mest van de eigen dieren wordt verwerkt. Andere nevenstromen komen er dus niet aan te pas. Dat maakt het zowel voor de boer als voor de bouwer van de installatie een pak eenvoudiger. Voor zijn installatie ging Paul in zee met het jonge bedrijf Biolectric.

Zij leverden de installatie en bouwden die op. Ze staan ook in voor de technische ondersteuning, monitoring en aansturing. Dat gebeurt allemaal gecentraliseerd. Het enige wat Paul moet doen is tijdig het olieniveau controleren en de bougies vervangen. Eventueel kan hij ook de hoeveelheid mest aanpassen, maar daar houdt zijn inbreng op. Door van zo’n relatief eenvoudig concept uit te gaan, kan de investeringskost vrij laag blijven. Er zit ook een ethisch aspect aan een dergelijke installatie. Door enkel op mest te draaien beconcurreren voedsel- en energieproductie mekaar niet. Integendeel: ze vullen elkaar aan.

Rantsoen is belangrijk

De installatie bij ’t Lekker Koeike staat er nu één jaar. Dankzij de groenestroom- en warmtekrachtcertificaten kan elke geproduceerde megawattuur ongeveer €170 opleveren. Daarbij komt natuurlijk nog de besparing die je doet doordat je aanzienlijk minder stroom moet aankopen. Als de biogasinstallatie efficiënt werkt, is een terugverdientijd van drie à vijf jaar realistisch. Maar natuurlijk hangt alles af van de kwaliteit van de input. Net omdat de verse mest van de eigen dieren aan de basis ligt van de vergister, is het voeder van die koeien enorm belangrijk. Het rendement van de vergister hangt af van de input, en die heeft dus rechtstreeks te maken met het rantsoen van de dieren. Hoe lager het zwavelgehalte in de mest, hoe efficiënter. 

“Mijn koeien krijgen soja, tarwe, voederbieten, maïs en gras te eten. Ik kies er bewust voor geen krachtvoeder te geven. Dat was trouwens ook al zo voor ik deze biogasinstallatie plaatste. Ik probeer mijn dieren op een ecologische manier te houden. Bij krachtvoeder komt te veel transport kijken om het te kunnen verantwoorden. De melkgift van de koeien lijdt er trouwens helemaal niet onder. In de zomermaanden gaan de koeien drie uur per dag op de wei. Tijdens die drie uur vang ik dus geen mest op, maar dat is geen probleem. Er is altijd voldoende beschikbaar om de biovergister draaiende te houden.”

De installatie op zijn bedrijf heeft nog een interessant bijkomstig gevolg voor Paul:  beter gras. “Het digestaat van de vergister wordt opgevangen en daarmee ga ik injecteren. De kwaliteit is zeer goed en de voedingsstoffen worden snel opgenomen. Bij gunstig weer win ik een snede per jaar. Dit jaar heb ik vijf keer kunnen maaien, zes keer moet ook mogelijk zijn.”

 


De innovatietelex wordt maandelijks gepubliceerd in  Boer&Tuinder.  Voor het overnemen van artikelen uit Boer&Tuinder is steeds schriftelijke toestemming van de redactie nodig. Bronvermelding is altijd verplicht.