Dé Klimaatkoploper is een boer
Landbouwers ondernemen dag in dag uit, in weer en wind ... Zij ondervinden sterker dan wie ook de gevolgen van een veranderend klimaat en krijgen te maken met droogte, plotse intense regenval en hevige stormen. Klimaatontkenners of klimaatsceptici zijn ze allerminst. Misschien moeten we land- en tuinbouwers wel als ‘klimaatsupporters’ omschrijven. Het is in hun eigen belang dat de sector op zoek gaat naar oplossingen. En dat doen we vandaag.
Tijdens de internationale klimaattop van eind 2019 (COP25 in Madrid) lanceerde de Europese Commissie haar ambitieus ‘European Green Deal’-plan. Dit plan moet van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent maken, met een netto-uitstoot van broeikasgassen die nul is. De Green Deal is een pakket maatregelen dat de EU op weg moet helpen bij die transformatie. Het plan wil de grote uitdagingen op het vlak van milieu, klimaat, biodiversiteit en duurzaamheid aanpakken. Om te slagen in het opzet, is de overstap naar een circulaire economie (kringloopeconomie) een van de sleutelelementen. Om in die ambitie te slagen, heeft men een aantal mijlpalen opgesteld, onder meer een klimaatwet die juridisch vastlegt dat Europa klimaatneutraal zal zijn tegen 2050 en aan de langetermijndoelstellingen voldoet. Ook worden de klimaatambities voor 2030 opgeschroefd tot een verdere vermindering van de uitstoot van broeikasgassen van 55% tegenover referentiejaar 1990. Vlaanderen heeft die Europese ambities vertaald in een Vlaams energie- en klimaatbeleid, dat diverse sectoren – onder andere ook landbouw – aanmaant om actie te ondernemen in de strijd tegen de klimaatverandering. Daartoe bestaan er twee beleidskaders: Klimaatstrategie 2050 met een visie om op lange termijn de broeikasgassen sterk te beperken, en uiteindelijk te evolueren naar een klimaatneutrale samenleving; en het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030 met concrete maatregelen voor de korte termijn (2030). Voor de sector ‘Landbouw en voeding’ staat in de strategie dat de landbouw- en voedingssector de broeikasgasuitstoot met de helft moet verlagen, en de klimaatimpact van het voedselsysteem terugdringen. Dat zou moeten gebeuren door productieprocessen en werkmethodes duurzamer en efficiënter te maken, bijvoorbeeld door: zo veel mogelijk hernieuwbare energie en energieopslagsystemen te gebruiken, duurzame verdienmodellen te creëren; bewuster met voedsel om te gaan en voedselverspilling tegen te gaan.
Hiervoor worden al in 2021-2030 concrete maatregelen genomen, onder meer het stimuleren van investeringen om in te zetten op energiebesparing en de uitrol van hernieuwbare energie én het afsluiten van energiebeleidsovereenkomsten, afspraken waarin de landbouwsector inzet om emissies uit energieverbruik te verminderen. Ook in de sector ‘Bodems, bossen en biomassa’ zitten maatregelen die betrekking hebben op onze sector, onder andere landbouwers (financieel) aanmoedigen om koolstofopslag in de bodem te bevorderen.
Je kan je kandidatuur voor Dé Klimaatkoploper insturen tot 9 april.
Klimaatscan
Tot zover de regelgeving. Maar hoe ga je nu als landbouwer in de praktijk om met deze uitdagingen? “Het veranderende klimaat heeft invloed op de bodem en de gewassen die wij telen. Een landbouwer werkt in een natuurlijke omgeving en je hebt nu eenmaal geen controle over het weer. Daarnaast zijn er ook nog de verwachtingen van de maatschappij”, vertelt Jana Roels, consulent Klimaat en verduurzaming bij Boerenbond. “Kijk bijvoorbeeld naar de Ecoscore die Colruyt nu al toepast. Er wordt momenteel gewerkt aan een vergelijkbare duurzaamheidsscore op Europees vlak. De klimaatafdruk zal een van de onderdelen zijn die in die score gestoken worden. Ook naar vermarkting van het product toe, zullen er meer verwachtingen komen naar de boeren. Het Vlaio-project Klimrek (KLImaatMaatRegelen mét Economische Kansen op het landbouwbedrijf), waar wij met Boerenbond partner in zijn, wil boeren dat extra duwtje in de rug geven om proactief aan de slag te gaan met klimaat.”
“Concreet doen we dat vandaag door voor drie sectoren (melkvee, akkerbouw en varkens) een klimaatscan te ontwikkelen waarmee de klimaatconsulent bij de landbouwer langsgaat. De consulent verzamelt de nodige data en na een doorrekening worden diverse scenario’s voorgesteld en besproken. De landbouwer kiest welk traject hij of zij vervolgens aflegt, en wordt daarin individueel en in een lerend netwerk ondersteund. De deelnemende landbouwers worden over meerdere jaren opgevolgd om zo meerdere implementaties te verwezenlijken en de persoonlijke evolutie in kaart te brengen. De focus ligt op koolstofvoetafdruk, maar ook impact op onder andere verzuring en vermesting worden telkens doorgerekend om probleemverschuiving te voorkomen.”
“Maar je mag ook niet vergeten dat de sector al heel veel gedaan heeft in het verleden. Net om dat wat meer in de verf te zetten naar de buitenwereld toe hebben we Dé Klimaatkoploper gelanceerd, een soort van wedstrijd waarin we op zoek gaan naar een land- of tuinbouwer die het gezicht kan zijn voor de klimaatinspanningen die in de sector al gerealiseerd zijn.”
Duurzaamheid, milieu en energie
De term ‘klimaat’ valt vaak in één zin met woorden als duurzaamheid, milieu en energie. Niet onterecht, en toch dekt de vlag zeker niet de volledige lading. “Klimaat is nu heel vaak het punt dat naar boven komt, met de hoge prijzen en energieonzekerheid die nu heel actueel is. Daarom dat we bij Dé Klimaatkoploper bijvoorbeeld niet enkel op zoek gaan naar iemand die inzet op energie, maar die het totale plaatje in overweging neemt en zo ook waterverbruik, omgeving, grondstoffengebruik … Eigenlijk willen wij land- en tuinbouwers inspireren om hun bedrijf klaar te stomen voor de toekomst.”
“Klimaat is kortweg het gemiddelde weer over een bepaalde periode. De term ‘milieu’ (synoniem: omgeving) gaat breder. Alles wat waterkwaliteit en verzuring is, valt bijvoorbeeld ook onder de term ‘milieu’. En duurzaamheid is een echt containerbegrip. Er is natuurlijk ecologische duurzaamheid, maar ook economische duurzaamheid en sociaal welzijn. Wie investeert in klimaat, investeert best ook in economische duurzaamheid. Voeding is een basisbehoefte van de mens. Je kan dat niet klakkeloos in hetzelfde rijtje plaatsen als transport of industrie. Verduurzamen kost geld, maar het lijkt nu vaak of de producten in de winkel daardoor niet duurder mogen worden. Wat een boer doet om duurzamer te werken, moet passen binnen het bedrijfsplaatje en ook economisch haalbaar zijn. Die boodschap moeten we ook durven brengen naar de buitenwereld.
Uitdagingen en kansen
“Er zijn ook kansen. Belgische wijnen zijn allang geen uitzondering meer, Vlaamse gember doet het goed en onlangs zijn de eerste Vlaamse olijven geoogst. Doordat het warmer wordt, worden bepaalde teelten haalbaarder. Ook bijvoorbeeld in de sierteelt: klimaatzones schuiven op, sommige boomsoorten gedijen hier niet meer, maar zij kunnen worden vervangen door soorten die nieuw zijn voor onze regio. Teelten die we goed kennen worden veredeld om beter tegen de droogte te kunnen en hitteresistenter te zijn. En daar liggen opportuniteiten. We zien dat de lokale eiwitproductie in de lift zit, zowel voor humane consumptie als voor veevoeders. Een evolutie die meteen ook inspeelt op wat de consument vraagt. Onze consulenten krijgen geregeld individuele vragen van land- en tuinbouwers die klimaatneutralere producten willen produceren. Bedrijven uit allerlei sectoren beginnen hun footprint door te rekenen. Bij een standaardbedrijf is dat vrij eenvoudig: energie, wagenpark, waterverbruik … Voor een landbouwbedrijf is het veel minder vanzelfsprekend want daar moet je ook rekening houden met zaken als de koolstofcyclus en de enterische emissies. Dat is deels waarom we het project Klimrek hebben ontwikkeld.”
En Boerenbond?
Boerenbond biedt op het vlak van klimaat advies en begeleiding aan land- en tuinbouwers via verschillende kanalen. Denk bijvoorbeeld aan het energieadvies dat is ingebed in de werking. Maar ook de projectwerking, met projecten als Klimrek, zet hier sterk op in. “En we willen ook tonen wat er allemaal nu al gebeurt. We mogen de inspanningen die onze boeren en tuinders nu al nemen nog meer onder de aandacht brengen bij maatschappij en beleid. Dat is niet eenvoudig, omdat we zo veel doen en toch komt de landbouwer in de media vaak over als de boeman wanneer het gaat over klimaat. Dat is gek, want het is helemaal niet zo. De landbouw in Vlaanderen is verantwoordelijk voor 11% van de broeikasgasuitstoot. Sinds 1990 is de uitstoot van de sector bovendien sterk gedaald.”
Wie kan Dé Klimaatkoploper worden?
Dé Klimaatkoploper is een mondige land- of tuinbouw(st)er die actief en gedreven werkt rond en met het klimaat en die daar graag mee naar buiten treedt, om zo de rol van de landbouw voor het klimaat in de verf te zetten. De gebruikte klimaatslimme maatregelen kunnen een inspiratie voor andere land- en tuinbouwers zijn.
Kandidaturen voor Dé Klimaatkoploper kunnen ingestuurd worden tot 9 april middernacht. Iedere actieve Vlaamse land- en tuinbouw(st)er of landbouwcoöperatie kan worden genomineerd als potentiële klimaatkoploper. Land- of tuinbouw(st)ers stellen zichzelf kandidaat of worden voorgedragen door collega’s, vrienden, zakenpartners … Deelnemen kan via www.boerenbond.be/klimaatkoploper.
Uit de inzendingen zal een vakjury vijf kandidaten selecteren. In het najaar zal een van hen, uitgeroepen worden als Dé Klimaatkoploper van 2023 tijdens de KBC-avonden. De winnaar zal een prijzenpakket ontvangen ter waarde van 5000 euro.