Cartoon_Boerennatuur

Boerennatuur Vlaanderen viert 15 jaar

1 maart 2023

Boerennatuur Vlaanderen viert dit jaar een dubbele verjaardag. Iets meer dan 10 jaar geleden, eind 2012, werd de vzw opgericht. Die vloeide voort uit Eco², een vierjarig project rond agrarisch natuurbeheer. Dus kunnen bestuursleden en medewerkers dit jaar hun vijftienjarig bestaan vieren. Met Bart Schoukens, secretaris, en Sven Defrijn, adviseur van Boerennatuur, hadden we een gesprek over het ontstaan, de activiteiten en de toekomst van hun organisatie.

Terugkijkend naar die beginperiode herinneren beiden zich nog goed hoe het initiatief aanvankelijk heel wat koudwatervrees  kende bij de toenmalige bestuurders van Boerenbond. Na overleg werd er vooropgesteld dat er kon gewerkt worden met boeren rond agromilieumaatregelen mits drie voorwaarden: het moest op vrijwillige basis zijn, de activiteit moest economisch inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en de boeren moesten de activiteiten autonoom kunnen organiseren.

Er werd gestart met een project van Boerenbond in samenwerking met Werkers, ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en VLM (Vlaamse Landmaatschappij). Het project had drie sporen. VLM trok het eerste, rond het opzetten van een landschapsfonds om bufferende maatregelen tussen industrie en platteland te helpen financieren. In een tweede spoor wilde Boerenbond landbouwers laten samenwerken rond natuurbeheer in agrobeheergroepen en Werkers trok het derde spoor dat voor landbouwers de mogelijkheid wilde openen om beheerwerkzaamheden uit te voeren als aannemer. “Dat laatste kon toen nog niet omdat boeren geen aannemers zijn”, vertelt Bart. “Dit bouwden we uit met Agro-Aanneming (nu onder Werkers). Als sluitstuk van de projectfase werd het agrobeheercentrum Eco² (ABC Eco²) opgericht als koepel voor de intussen opgerichte agrobeheergroepen.

Aanvankelijke bedenkingen

Sven komt terug op de koudwatervrees, die ze in het begin moesten overwinnen. “Die kwam van twee kanten. De landbouwers hadden hun twijfels, maar hetzelfde gebeurde vanuit natuurhoek.” Bart stelt dat ze in het begin veel de vraag kregen wat de achterliggende agenda was. “We wisten dat we natuurbeheer minstens zo goed moesten doen als de natuurverenigingen. Omdat ze vaststelden dat we echt voor goed natuurbeheer gingen, slaagden we erin om het vertrouwen op te bouwen. We hebben naar de meewerkende landbouwers ook altijd gesteld dat dit geen manier was om stiekem andere dingen te doen. Het beoogde eindresultaat is belangrijk, ook in de communicatie met de landbouwers.” Sven stelt dat het bewaren van de geloofwaardigheid primordiaal is voor de organisatie. “En onze grote meerwaarde is dat we met de agrobeheergroep kunnen bekijken hoe we een bepaalde opdracht aanpakken en daarbij de praktische ervaring en machines van wie meewerkt kunnen benutten. Diegenen die de doelen stellen missen soms die praktische ervaring. Via projecten zoals het agrarisch weidevogelbeheer in de polders van Kruibeke en Bazel slaagden we erin een constructieve samenwerking op te zetten tussen de lokale landbouwers en de natuursector. We kregen geregeld vragen om hetzelfde te doen op andere plaatsen.”

Na enkele jaren werd de naam van de vzw gewijzigd in Boerennatuur Vlaanderen. “Iedereen was het erover eens dat deze nieuwe naam veel meer de werking van de organisatie weerspiegelt”, vertelt Bart.

Nieuwe technieken

Bart vertelt dat ze al zoekende ook een aantal nieuwe technieken hebben geïntroduceerd in Vlaanderen, deze hebben vaak te maken met het sluiten van beheercirkels. “Bij houtkantbeheer kan een deel van het geoogste hout gebruikt worden als klimaatvriendelijke brandstof. De houtsnippers die daarvoor niet in aanmerking komen, kunnen ingewerkt worden in landbouwgrond. Zo verhoog je het organisch materiaal in de bodem en bevorder je het bodemleven en het waterbergend vermogen. Eigenlijk waren we al klimaatboeren voordat de politiek dat uitvond.”  

Sven verwijst naar het ophouden van water in de bodem met stuwtjes. “De stuwtjes van een eerder project in de regio Wuustwezel waren in onbruik geraakt. We hebben dat met lokale landbouwers nieuw leven ingeblazen en nadien overgebracht naar andere regio’s. Daaruit zijn ook onze activiteiten rond peilgestuurde drainage gegroeid, een techniek die we uit Nederland haalden. Eerst hebben we nieuwe peilgestuurde drainages aangelegd, maar ondertussen zijn heel wat landbouwers hun bestaande drainage aan het omvormen.”

We willen meer erkenning voor wat boeren allemaal doen voor de natuur.

Actieterreinen

Boerennatuur heeft ondertussen teams die werken rond de clusters landschap, biodiversiteit, water en bodem. “Water is, gezien de recentste droge zomers, een belangrijke poot. We kunnen onze ervaring inbrengen hoe je daarvoor samenwerkt met landbouwers. Het is ook een buitenkans om onze landbouw klimaatrobuuster te maken.” Bart merkt op dat die activiteiten rond water en droogte nu meer in het oog springen dan de werking rond landschapsbeheer of biodiversiteit. “Ook functionele agrobiodiversiteit en perceelranden bekijken we met een landbouwersbril. Veel beheerovereenkomsten lijken nog gebouwd rond het controleren van de boer die ze uitvoert. Die middelen zouden veel efficiënter kunnen besteed worden en tot meer resultaat leiden, door de boeren wat meer vertrouwen te geven. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om later te maaien, wanneer de boer ziet dat er in dat grasland geen nesten zijn.” Sven vindt het een handicap dat die beheerovereenkomsten geografisch gezien voor vijf jaar vastliggen. “Het zou veel effectiever zijn om wel het areaal vast te leggen, maar bijvoorbeeld het verlaat maaien toe te passen op basis van de monitoring waar nesten van akker- of weidevogels zich dat jaar precies bevinden."

Daarnaast zijn we al even vragende partij om te experimenteren met een gebiedsgerichte en groepsgerichte aanpak. Zo kan onderzocht worden of we niet meer resultaten kunnen behalen met hetzelfde geld. Zo zien we ook dat bij ons de acties ten behoeve van akkervogels doorgaans heel versnipperd zijn. Je kan dat niet vergelijken met Engeland of Frankrijk, waar de boerderijen veel groter zijn. Bij ons zou het interessant zijn om in een bepaald gebied, waar je bijvoorbeeld 10% van het areaal wil inzetten voor akkervogels, met een groep af te spreken waar precies wat zal gebeuren. Voor gebiedsgerichtheid is samenwerking een grote troef.”

Sven oppert dat het beleid nog meer zou kunnen inzetten op het ondersteunen van samenwerking tussen landbouwers. “In Nederland kunnen groepen boeren optreden als begunstigde van een beheerovereenkomst. In het Verenigd Koninkrijk kunnen landbouwers een fonds aanspreken en beroep doen op een adviseur, wanneer ze willen samenwerken rond natuur en landschap. Ook in Frankrijk bestaat zoiets. Als je dat in Vlaanderen wil doen, dan kan je bij ons terecht. Maar wij moeten dan eerst een project opzetten, om aan middelen te geraken.” Bart oppert dat de mogelijkheid om niet-productieve investeringen in groep te kunnen aanvragen al een belangrijke stap in de goede richting is. “Dan hoeft de overheid maar één groepsdossier te behandelen in plaats van meerdere kleintjes.”

En de toekomst?

Gevraagd naar zijn dromen, ziet Bart twee zaken. “Een groot obstakel is rechtszekerheid. Wat zal binnen x aantal jaar het statuut worden van percelen in agrarisch gebied waar je nu maatregelen neemt? We hebben een specifiek statuut nodig voor bijkomende natuur in het agrarisch gebied dat meer flexibiliteit biedt voor onze landbouwers.” Dit zou zowel goed zijn voor de biodiversiteit in het agrarisch gebied als voor de landbouwers. Een tweede droom gaat meer in de breedte. “Boeren worden vaak verweten dat ze niet willen participeren in natuur. Dit heeft vaak te maken met hopeloos versnipperde financieringssystemen. Ik zou graag hebben dat er voor natuurelementen in het agrarisch gebied – om het even of ze publiek of privaat bezit zijn – gelijkaardige instrumenten ter beschikking zijn om het beheer te financieren als in natuurgebied.

Sven kijkt naar de sector in de breedte. “Er is nood aan meer erkenning voor de maatschappelijke diensten die landbouwers leveren. Als er maatschappelijke vragen zijn naar water- of koolstofopslag of landschapsontwikkeling, dan zou men de landbouwers in de eerste plaats als deel van de oplossing moeten zien. Uiteraard moeten hier dan ook voldoende garanties en correcte vergoedingen tegenover staan. Onze agrobeheergroepen zijn met iets positief bezig, maar geven aan dat dit nog onvoldoende door de maatschappij gezien wordt. Wanneer landbouwers het vertrouwen krijgen om mits gepaste ondersteuning zelf kansen te grijpen, dan krijg je een positief verhaal waarin landbouwers verantwoordelijkheid kunnen opnemen en fier zijn over het landschap en de biodiversiteit die zij creëren.”

Verbredingsmogelijkheden

Toen Boerenbond samen met diverse partners 15 jaar geleden ECO2 oprichtte, was agrarisch natuurbeheer nog echt pionierswerk. Vandaag kunnen we stellen dat agrarisch natuurbeheer integraal deel uitmaakt van het palet aan verbredingsmogelijkheden voor land- en tuinbouwers én dat Boerenbond nog steeds een structurele partner van Boerennatuur Vlaanderen is. De scope van hun werking en projecten is doorheen de jaren verbreed met naast biodiversiteit en agrarisch natuurbeheer, ook bodem -en waterbeheer. Deze maatschappelijke doelstellingen en verwachtingen proberen te verzoenen met een economische landbouwbedrijfsvoering, is en blijft essentieel. Met Boerennatuur Vlaanderen wordt er gezocht op welke manier dit kan, samen met én vooral voor de landbouwers.

Agrarisch natuurbeheer maakt integraal deel uit van het palet aan verbredingsmogelijkheden.