Boer in de kijker: "Vroeger kweekte echt iedereen hier witloof"

Midden tussen Leuven en Mechelen ligt Kampenhout. Met het belevingscentrum De Krop, het witloofpad, wandelclub De Witloofstappers en het lokaal bier de Witlov is Kampenhout ongetwijfeld dé witloofgemeente bij uitstek. Patrick Van Ingelgom is de vierde generatie die het witte goud teelt. Hij maakte eind jaren 80 nog samen met zijn ouders de overschakeling van grondwitloof naar hydroteelt

In de naoorlogse periode bloeide de witloofteelt in Kampenhout op. Sinds het invoeren van de Week van het Witloof door VLAM, zet de gemeente met plezier verschillende initiatieven op touw om witloof nog eens extra in de kijker te zetten. “In de jaren 60 had hier zowat elk huisgezin witloof. Zelfs de mensen die ergens anders gingen werken, hadden als bijberoep toch nog witloof telen. Op die manier telde Kampenhout begin jaren 80 letterlijk honderden witloofboeren. In die periode waren de prijzen echt goed, waardoor het toen dus ook voor de jeugd aantrekkelijk was. Ik had de microbe als kind al meegekregen en heb in die tijd tegen de zin van mijn ouders mijn studies ingenieur stopgezet om thuis mee in het bedrijf te stappen.”

Overnemer gezocht

Patrick en zijn vrouw Edith hebben vier dochters die buitenshuis werk hebben gevonden. Vroegere bakkersdochter Edith is de voorbije jaren schepen van onder meer Landbouw en Trage Wegen in Kampenhout. Met de pensioenleeftijd in zicht zou Patrick graag een overnemer vinden die hij nog enkele jaren zou kunnen opleren. “We zijn in 1988 getrouwd en vier jaar later stapte mijn vrouw voltijds mee in het bedrijf. Sinds ze de taak van schepen opnam, springt ze nog wel vaak bij, maar lukt dat natuurlijk niet meer voltijds. Gelukkig hebben we een goede vertrouwensband met onze vaste personeelsleden opgebouwd, maar ik zou toch graag een echte overnemer vinden die de komende jaren nog met mij kan dubbellopen. Het zou zonde zijn om de opgedane kennis van dit typisch Belgisch product niet aan de volgende generatie te kunnen doorgeven.”

sd
Arbeidsintensief proces

Bij zowel grondwitloof als hydroteelt blijft een goede wortelteelt de basis voor kwaliteitswitloof. “Door de veranderende weersomstandigheden zien we de laatste jaren alles wat opschuiven. Normaal beginnen we in april-mei met zaaien, maar tegenwoordig is dat meer en meer richting juni. Begin oktober kunnen we de vroegste wortels rooien om ze nadien bij ons een jaar lang in de frigo bij een temperatuur van -1 °C te bewaren. Die wortels zijn voor ons de grondstof om witloof te kunnen telen. Veel mensen vinden het vaak vreemd als ze horen dat je witloof eigenlijk twee keer moet planten, eerst voor de wortel te krijgen en dan nog eens om witloof op die wortel te krijgen.” 

Rooien in natte omstandigheden

Door het natte najaar zijn er in Vlaanderen veel witloofwortelen niet gerooid geraakt of te nat en vol modder op het bedrijf aangekomen. Hierdoor zijn er verschillende landbouwers die nu al door hun voorraad heen zijn en overschakelen op andere teelten. “Dat zorgt natuurlijk wel voor goede prijzen momenteel in het witloof, maar dat maakt niet goed dat meer en meer witlooftelers blijven afhaken. Wij hebben gelukkig voldoende gerooid gekregen en kunnen tot november blijven verder telen. De wortels die we uit de frigo halen worden manueel ingetafeld in trekbakken die tot acht hoog worden gestapeld in de trekcel. Daar krijgen ze stromend, hercirculerend water en voedingstoffen in een donkere ruimte op een temperatuur van 16 °C. In 20 dagen groeit de uiteindelijke witloofkrop die vervolgens met de hand wordt schoongemaakt, gesorteerd en verpakt.”

fg

Witlfoof moet je twee keer planten, eerst om de wortel te krijgen en dan nog eens voor het witloof zelf.

Eigen groene stroom

De volledige productie op het bedrijf van Patrick gebeurt in eigen beheer. De grootste kostenpost is energie. De grote koelcellen worden voorzien van zelf opgewekte groene stroom met zonnepanelen. “We hebben al geïnformeerd naar batterijen en een slimme sturing, maar dat zullen investeringen voor de volgende generatie zijn. Onze afzet verloopt volledig via BelOrta en gaat naar verschillende supermarkten. Onze witloof wordt uitgesorteerd in zes soorten volgens dikte, lengte en gewicht. Dat gebeurt al een eerste keer bij het intafelen. De Belgische markt en restaurants hebben een voorkeur voor kleinere kropjes, terwijl Duitsland bijvoorbeeld graag echt grote kroppen heeft. We hebben speciale, stevige kistjes van 4,5 kg voor de export die ervoor zorgen dat het witloof niet samengedrukt kan worden.”

Belgische trots

Landbouwers die witloof telen in Frankrijk of Duitsland hebben sowieso het idee daarvoor in België opgedaan. Patrick zelf exporteert al meer dan 40 jaar naar Japan, waar witloof een erg exclusieve groente is. Witloof wordt daar tegen zeer hoge prijzen verkocht en wordt dus enkel gegeten door de betere klasse. “Bij ons in Vlaanderen moest vroeger iedereen thuis eten wat de pot schafte en op die manier leerde iedereen sowieso witloof eten. Tegenwoordig eten jonge mensen veel meer wereldkeuken in plaats van onze Vlaamse kost. Dat zorgt er natuurlijk voor dat de consumptie vermindert, al merk je wel dat dankzij het succes van de korte keten een positieve evolutie op gang kwam. Wij produceren tegenwoordig de helft voor onze Belgische markt en de helft voor het buitenland, wat dan hoofdzakelijk over Amerika en Japan gaat. Het blijft toch speciaal als ze vanuit Japan specifiek naar ons product vragen en hier soms zelfs op bedrijfsbezoek komen.”