Nederland kampt als gevolg van het blauwtongvirus met een zeer belangrijke oversterfte door het blauwtongvirus bij schapen en runderen. Het nieuwe muggenseizoen in het voorjaar heeft daar terug voor een opflakkering van het virus gezorgd, opnieuw gepaard gaand met sterfte van vooral schapen, ondanks vaccinatie. Ook in België is het virus opgedoken en nu gaat het aantal gevallen van blauwtong pijlsnel de hoogte in. Er is de komende weken dan ook oversterfte te verwachten. Een efficiënte ophaling en verwerking van kadavers is een belangrijke tegenmaatregel en een gedeelde verantwoordelijkheid van ons allemaal.

Elke verdenking, zowel op basis van klinische tekenen als op basis van laboratoriumonderzoeken van blauwtong moet aangegeven worden; een dierenarts (in geval van een beslag runderen de bedrijfsdierenarts) heeft de plicht om bij verdenking stalen te nemen en op te sturen naar DGZ. 

Er moet eveneens een formulier ‘aangifteplichte dierziekte’ naar de lokale controle-eenheid (LCE) van het FAVV gestuurd worden. Op dit moment is eigenlijk elke sterfte zonder aanwijsbare reden, een verdenking op Blauwtong. De Europese commissie heeft regels opgesteld die garanderen dat de verwerking van kadavers geen risico is op het verspreiden van dierziekten.

Melding op te halen kadavers

Het is ook de plicht van de dierhouder om binnen 24u gestorven dieren aan te melden aan Rendac, de enige erkende verwerker van kadavers (Koninklijk besluit 15 december 2006). Melding kan online en via telefoon. 

Tips voor een vlotte ophaling
Een snelle melding is belangrijk voor een efficiënte ophaling

De planningen voor de chauffeurs worden ’s nachts al gemaakt. Meldingen op donderdag of vrijdag worden - tenzij Rendac extra ritten inplant wegens hitte of oversterfte - begin van volgende week afgehandeld. Probeer het kreng in afwachting zo koel mogelijk te bewaren, maar zorg dat het ’s morgens voor 5u klaarligt voor ophaling. Geef goed aan waar het dier opgehaald moet worden. Als er extra dieren bijkomen, meld deze dan ook bijkomend aan de helpdesk.

Hou het veilig, voor iedereen!

De plaats voor de ophaling van de kadavers moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor de grote vrachtwagens van Rendac. Zo dicht mogelijk tegen een verharde  openbare weg en zonder hindernissen (afsluitingen, bomen, overhangende kabels). De Rendac chauffeurs zijn het gewoon om de ophalingen alleen af te handelen. Goed bedoelde hulp is meestal niet nodig, en kan zelfs zorgen voor risico’s op ongelukken.

Goede opslag, indien mogelijk gekoeld

Bied kleine krengen (lammeren) aan in tonnen die tegen een stootje kunnen (niet in de kruiwagen), grotere krengen op een verharde laadplaats. Een goede afdekking van de krengen is verplicht (bijvoorbeeld een kadaverstolp). De afdekking moet wel makkelijk door één persoon verwijderd kunnen worden. Mugjes zullen niet makkelijk dode dieren bijten, maar vliegen kunnen uitzonderlijk ook Blauwtong (net zoals naalden) verspreiden. Probeer insecten op kadavers zoveel mogelijk te weren. Er moet zeker vermeden worden dat andere dieren aan het kadaver kunnen (o.a. marters en katten). Probeer het kadaver te beschermen tegen hitte en vocht, zodat het verval tegengaan wordt (en de huid intact blijft). Te vaak blijven er enkel wat beenderen en sap over.

Goede laadplaats

De vrachtwagens van Rendac zijn groot en het laden verloopt via een kraan. Deze vrachtwagens moeten kunnen staan op een stuk verharde weg/ondergrond van minstens 4 meter breed en 12 meter lang, dicht bij de openbare weg. Ook belangrijk is dat er bovenaan geen structuren zijn; zo moet de vrachtwagen kunnen parkeren op minstens 15 meter van hoogspanningskabels, bomen, palen of poorten. De vrachtwagen zou ook vlot moeten kunnen keren. Let er ook op dat de laadplaats niet naast een drukke weg ligt of in een gevaarlijke bocht.

Hygiëne en bioveiligheidsprocedures

Elke kadaveropslagplaats en de transportmiddelen voor het verplaatsen van het kreng naar de laadplaats moeten grondig gereinigd en ontsmet kunnen worden na elke ophaling. Hou de vrachtwagen van Rendac zo ver mogelijk van de dieren weg (zorg ervoor dat ze niet het erf op moeten rijden).

Bron: Rendac.