Cartoon_besturen

Besturen is ook samen een pint drinken

22 maart 2023

Naar aanleiding van het aflopen van de bestuursperiode 2018-2023 lanceerde Boerenbond eind december een bevraging bij de bestuursleden van provinciale besturen en provinciale vakgroepen, om te peilen naar hun tevredenheid en mogelijke verbeterpunten. Ondertussen zijn de resultaten verwerkt. We spraken erover met Matti Lammers, directie-adjunct Belangenbehartiging & Beweging bij Boerenbond.

De bevraging gebeurde anoniem, maar aan de deelnemers werd wel hun leeftijd en geslacht gevraagd, en ook van welk soort structuur of structuren ze bestuurslid waren. Wie zowel deel uitmaakt van een provinciaal bestuur als van een provinciale vakgroep kon twee keer antwoorden, zodat ze hun antwoorden konden nuanceren. “We kregen een enorm grote respons”, vertelt Matti. “Er kwamen 269 reacties, 51% van alle bevraagden. In totaal reageerde 72% van de leden van onze provinciale besturen en 47,5% van de bestuursleden van provinciale vakgroepen.”

Aangezien het invullen van de bevraging online gebeurde, weten we dat men daar gemiddeld iets meer dan 10 minuten voor nodig had. Het aantal reagerende mannen lag met 86,62% beduidend hoger dan het aantal antwoorden van vrouwen, maar dit is vrij gelijklopend met het aandeel van vrouwen binnen de bevraagde besturen. Bij de respondenten is de groep ouder dan 55 jaar iets groter dan die tussen 40 en 55 jaar. De bestuursleden jonger van 40 komen op 13,75%.

Betrokkenheid en waardering

In de peiling naar hun betrokkenheid en de waardering die ze ervaarden, voelt 93,93% van de respondenten zich gewaardeerd en 91,82% vindt dat ze voldoende geïnformeerd worden om hun mandaat goed uit te oefenen. Toch geeft een vierde aan onvoldoende invloed te hebben op de besluitvorming binnen Boerenbond. “Globaal kunnen we dus stellen dat onze bestuursleden heel tevreden zijn over onze interne werking en zich betrokken en gewaardeerd voelen”, aldus Matti.

De finale bedoeling van een dergelijke bevraging is de werking verbeteren. Daarom is het goed dat de bestuursleden een aantal verbeterpunten aangeven. Globaal ziet Matti dat de leden van de provinciale besturen in doorsnee tevredener blijken te zijn dan de bestuursleden van een provinciale vakgroep. “We schrijven dit toe aan het feit dat provinciale besturen zich qua beslissingskracht op een ander niveau binnen onze bestuursstructuur situeren dan de vakgroepen. De betrokkenheid en ook de invloed op de besluitvorming is groter naarmate men hoger in het beslissingsorganigram staat. De provinciale besturen functioneren op het niveau van de sectorvakgroepen. Wanneer je dat omdraait, zou je ook kunnen besluiten dat de betrokkenheid verkleint, naarmate je lager in de besluitvorming komt binnen onze organisatie.” Lammers denkt dit te kunnen opvangen door nog meer te communiceren met de lagere structuren.

Het is moeilijk om als bestuurslid ‘on the spot’ na te denken over bepaalde dossiers, zonder bevraging en terugkoppeling met je achterban.

Werking en organisatie

Uitschieters naar boven in de bevraging van de tevredenheid over werking en organisatie van de provinciale besturen zijn het tijdstip van de uitnodiging, het aantal vergaderingen, de inhoud, de vergaderlocatie en de samenwerking met collega-bestuurders. “We zien een algemene hoge tevredenheid over alle aspecten die te maken hebben met de organisatorische werking van de verschillende bestuursvergaderingen”, legt Matti uit. Die score is iets minder hoog als het gaat over de duur van de vergaderingen (87,36% is helemaal of eerder tevreden). Lammers schrijft dit deels toe aan het verschil in de manier van voorbereiden bij provinciale besturen en provinciale vakgroepen. “Waarschijnlijk is dit doordat de provinciale besturen meer informatie op voorhand krijgen en zich dus ook beter kunnen voorbereiden. Toch kan er algemeen nog vooruitgang geboekt worden. Als we daarin slagen, moet het ons ook lukken om de duurtijd van de vergaderingen in te korten. Als er één belangrijke bedenking is bij onze bestuurswerking, dan is dat de duurtijd van de vergaderingen. Wanneer we niet moeten herhalen wat we al vooraf in een document ter beschikking hebben gesteld, kunnen we tijd winnen. We kunnen daar ook het verbeteren van de doorstroming van standpunten naar boven en de terugkoppeling naar de lokale besturen en de leden aan koppelen. Als we daar in de nieuwe bestuursperiode goede afspraken rond maken, kunnen we dat snel verbeteren. De verwachte voorbereidingstijd voor een vergadering zal kunnen toenemen. Momenteel besteden 60% van onze provinciale bestuursleden minder dan een halfuur aan de voorbereiding, blijkt uit onze bevraging. “

Contacten

Bestuurslid zijn draait om meer dan dossiers alleen. Op de vraag of en op welke manier er ook buiten de bestuursvergaderingen contacten zijn met collega-bestuursleden, kon iedereen meerdere opties aanvinken. Opvallend is dat 176 bestuurders aangeven dat dit wel eens gebeurt tijdens een etentje. De opties ‘bedrijfsbezoek of studiereis’ werd 160 keer aangevinkt, bij de optie ‘opleiding’ was dat 142 keer. Het is dus opvallend welke waarde onze bestuursleden hechten aan het vormen van een team als bestuur. “We mogen het belang niet onderschatten van samen op reis gaan of samen een pint te drinken of iets te gaan eten”, vervolgt Matti. “Je wordt nog meer een team door ook andere dingen te doen. En ook dat kan de betrokkenheid nog verhogen. De grote betrokkenheid van onze bestuursleden blijkt ook uit het feit dat bijna de helft van de bestuursleden op een open vraag suggesties ter verbetering hebben meegegeven met hun antwoord.” Een vaak terugkerende bezorgdheid bij de gegeven suggesties is het werken aan verjonging van de besturen. Een bloemlezing van de andere suggesties kan je lezen bij dit artikel.

Opvallend, bijna de helft van de respondenten had in de afgelopen bestuursperiode contacten met de pers, zeker niet alleen met journalisten van Boer&Tuinder.

Toekomst

“We proberen met onze organisatie een beweging te vormen”, geeft Matti Lammers nog mee. “Ik vind het belangrijk voor de toekomst dat we niet mogen verworden tot een ledenorganisatie, waarvoor land- en tuinbouwers lidgeld betalen om er een aantal voordelen uit te halen, maar waarmee ze weinig verbondenheid voelen. We zijn niet alleen met inhoud bezig, maar ook met mensen. We zijn een beweging waar onze bestuursleden een essentieel onderdeel van uitmaken. Ze moeten verbinding zoeken en werken met mensen.

Ik verwacht wel dat er de komende jaren wijzigingen zullen moeten komen in onze manier van werken. De druk van digitale media zal toenemen. Het wordt zeker een opdracht voor het nieuwe Hoofdbestuur om na te denken over de vraag of we binnen vijf jaar nog op dezelfde manier inhoud kunnen geven aan onze beweging, met dezelfde besturen maar met minder boeren. Al die zaken moeten we meenemen in de verdere evolutie van onze organisatie.”

Wij, Boerenbond

Geen Boerenbond zonder bestuursleden. Zij geven inhoud aan onze werking, en zorgen voor de broodnodige terreinkennis in onze standpuntvorming. Hun engagement is dan ook van onschatbare waarde. We kunnen er alleen maar ontzettend dankbaar voor zijn. De bevraging toont dat bestuursleden zelf ook tevreden zijn over onze werking, en tegelijk is er nog marge voor verbetering. Daar gaan we samen mee aan de slag. Ik geloof sterk in de kracht van onze beweging: wij, Boerenbond.

Sterke besturen, sterke standpunten en een gedragen visie op de toekomst van land- en tuinbouw: we maken er samen werk van. In de komende bestuursperiode willen we als beweging en belangenorganisatie verder groeien. Dat kan alleen maar dankzij het engagement van onze bestuursleden. We maken er samen werk van!

We hebben trouwens recent ook onze leden bevraagd. Ook die resultaten zullen we gebruiken om onze organisatie stap voor stap nog sterker te maken. Binnenkort geven we ook hierover meer info.

Frans De Wachter, Algemeen secretaris

Onze bestuursleden geven inhoud aan onze werking en zorgen voor de broodnodige terreinkennis.