Cartoon_jacht

Als jager en landbouwer de handen in elkaar slaan

19 september 2023

Wildschade is voor heel wat landbouwers een spijtige realiteit. Vooral boeren uit Vlaams-Brabant, de Kempen en Limburg hebben niet zelden everzwijnen te gast in hun percelen. Een goede samenwerking met plaatselijke jagers kan echter een groot verschil maken, zeker nu de maisoogst voor de deur staat.

Jagers en landbouwers hebben beiden een cruciale taak in het onderhouden en laten floreren van het platteland. Maar jammer genoeg delen ze nog iets anders: zowel over de moderne landbouw als de hedendaagse jacht heerst er nog te vaak een onjuist beeld en zorgt onwetendheid voor misverstanden. Een reden te meer dus voor jagers en landbouwers om de handen wat vaker in elkaar te slaan om dat mooie platteland te blijven beschermen, ten voordele van iedereen die er woont en werkt.

Check het jachtplan

Die samenwerking tussen jagers en landbouwers begint uiteraard bij het begin: zorg ervoor dat er gejaagd kan worden op je landbouwpercelen. Dat klinkt logisch, maar het is toch de moeite waard om eens na te kijken of jouw akkers wel zijn opgenomen in een jachtplan. Vogelbescherming Vlaanderen roept bijvoorbeeld de laatste jaren eigenaars regelmatig op om hun percelen uit een jachtplan te laten tekenen. Het is dus zeker relevant om als landbouwer dit goed op te volgen en regelmatig contact te hebben met de jager op je percelen. Zo'n jachtplan geeft de percelen weer waarop de jachtrechthouder het jachtrecht heeft en is noodzakelijk om de gewone en bijzondere bejaging (met ruime middelen en openingstijden) te kunnen toepassen. Het moet jaarlijks ingediend worden door de jachtrechthouder (of de wildbeheereenheid, WBE) bij de Vlaamse overheid. Om te kunnen jagen met een vuurwapen is een aaneengesloten oppervlakte van meer dan 40 ha verplicht. Het jachtrecht zit in principe bij de eigenaar van de grond en kan zowel mondeling als schriftelijk verleend worden aan de jachtrechthouder.

Geopunt vertelt je meer

Als landbouwer kan je controleren of je perceel is opgenomen in een jachtplan via www.geopunt.be. Klik hiervoor rechts onderaan op ‘Lagen’, klik vervolgens op de blauwe knop ‘Lagen toevoegen’ Selecteer ‘Natuur en milieu’, vervolgens ‘Jacht’ en tot slot kom je op de laag ‘Jachtterreinen’. Je kan deze kaartlaag ook vinden door ‘jachtterreinen’ te typen in de zoekbalk. Als je voldoende inzoomt op je perceel, krijg je een groene laag te zien. Dit betreft de jachtterreinen. Door te klikken op je perceel, kan je bovendien bekijken welke WBE het jachtplan heeft ingediend. Op www.hvv.be/vereniging/provincies/ kan je per provincie de contactgegevens van elke WBE vinden. Als je wil weten wie effectief jager is op je perceel, kan je hiervoor terecht bij de arrondissementscommissaris van de provincie. Als je vaststelt dat het perceel waarop je schade ondervindt, niet is ingekleurd in een jachtplan kan je contact opnemen met je WBE en/of de eigenaar. Deze kunnen dan samen bekijken welke mogelijkheden er zijn om alsnog te bejagen (via bestrijding kan dit nog, maar dit is minder evident) of je perceel opnieuw te laten opnemen in een jachtplan. 

Door de handen in elkaar te slaan kunnen landbouwers en jagers elkaar versterken in het beheren van het platteland.

Maisoogst voor de deur

Als je percelen zijn opgenomen in een jachtplan, is de eerste basis gelegd voor wildbeheer. Maar voor echt goede resultaten kan je als landbouwer heel wat meer doen. Een goed contact met de lokale jagers is cruciaal, want door hem of haar op de hoogte te houden van eventuele wildschade kan er op gepaste momenten ingegrepen worden. Maar je kan het de jagers ook makkelijker maken door enkele aanpassingen te doen in het veld. Denk bijvoorbeeld aan teeltvrije stroken tussen een maisperceel en een bos, zodat jagers weglopend wild kunnen spotten. Ook het laten staan van strobalen waarop de jager zich kan opstellen kan een groot verschil maken. Nu de maisoogst voor de deur staat kan een goed contact tussen landbouwer en jager een grote rol spelen in het aanpakken van bijvoorbeeld de everzwijnenpopulatie. Door de jager enkele dagen vooraf te laten weten wanneer je zal dorsen, kan hij zich ter plaatse opstellen, bijvoorbeeld op een open strook tussen het perceel en een boskant. Meestal verlaten de dieren het veld wanneer de maaidorser aan de laatste stroken begint. Je kan bijvoorbeeld ook afspreken dat de bestuurder van de maaidorser enkele keren claxonneert wanneer hij wild heeft gespot. Om de kans op slagen te vergroten kan er zelfs met mobiele drukjachttorens gewerkt worden met meerdere jagers op hetzelfde perceel. Welke jachtmethode er ook gebruikt wordt, veiligheid primeert altijd. De jagers moeten dus te allen tijde rekening houden met werkzaamheden op het veld en de andere passanten die in de buurt komen.

De boer op

Die samenwerkingen tussen landbouwers en jagers zijn er gelukkig al in de praktijk. Dirk Vandervorst is akkerbouwer in Melsbroek en staat op goede voet met de jager die de jachtrechten op zijn percelen heeft. “Ik onderhoud een goed contact met de lokale jager. Zo bel ik hem op voordat we de mais gaan dorsen. Dat geeft hem de kans om tijdens het dorsen vossen te schieten. De schade die ik van de dieren ondervindt valt goed mee, maar de gezinnen in de buurt zien heel wat kippen verdwijnen. Het is dus ook in hun voordeel dat de populatie onder controle gehouden wordt.” Ook melkveehouder Geert Dumortier uit Heverlee is zich goed bewust van de noodzaak van jacht om wildschade te vermijden. Zo goed zelfs, dat hij en zijn broer zelf hun jachtvergunning haalden. “Er is hier in de streek een groot tekort aan jagers, dus haalden mijn broer en ik 10 jaar geleden zelf onze jachtvergunning om wildschade te vermijden. Door tijdsgebrek is de combinatie van jagen en boeren echter niet ideaal.” In Wallonië, waar Geert ook percelen heeft, zijn er wel voldoende jagers actief. “Daar laten we regelmatig een toren van strobalen staan die de jagers als trap kunnen gebruiken voor een beter overzicht op de omgeving. Of ze vragen ons om enkele stroken mais te laten staan, of een perceel in te zaaien met een wildmengsel.” Meer naar Limburg toe is het vooral everzwijnenschade wat de klok slaat. Wim Kwanten is melkveehouder in Neerpelt en belt meteen de lokale jager wanneer hij schade in zijn percelen opmerkt. “Dat kan gaan van een omgewoelde weide tot mais die platgeduwd is. Maar heel vaak zijn de jagers al sneller op de hoogte dan ik en laten ze het me weten wanneer er everzwijnen actief zijn op mijn percelen. De jager komt eerst kijken en zoekt het spoor dat de dieren volgen. Nadien stelt hij zich op om ze te kunnen schieten. Een eindje verderop worden er ook drukjachten georganiseerd.” Een van de drijvende krachten achter die drukjachten is vleesveehouder Jos Meesters uit Zutendaal. “Na doorgedreven overleg met onder andere Natuurpunt, Agentschap voor Natuur en Bos en de lokale jachtvereniging hebben we alle neuzen in dezelfde richting gekregen en zijn er nu al twee drukjachten op everzwijn doorgegaan.” Jos hoopt op een derde editie deze winter, maar beseft dat ook dit systeem nog voor verbetering vatbaar is. “Landbouwers en grondeigenaars moeten er zich van bewust zijn dat percelen die niet zijn opgenomen in een jachtplan een toevluchtsoord worden voor wild, wat het efficiënt wildbeheer verstoort. Maar ook jagers moeten zich nog meer bewust worden van de noden van de landbouwers en de impact die wildschade kan hebben.” Inspanningen vanuit verschillende hoeken dus die het jaar door geleverd moeten worden.

Elkaar versterken

Landbouwers en jagers hebben veel gemeen. Door de handen in elkaar te slaan kunnen ze elkaar versterken in het beheren van het platteland. Het is zeker de moeite waard om Geoloket te checken om na te kijken of jouw percelen wel degelijk ingetekend zijn in een jachtplan. Heb je nog geen contact met jagers uit de buurt, laat hen dan weten dat je openstaat voor een samenwerking. Het is ook zeker de moeite waard om Geoloket te checken om te kijken of jouw percelen wel degelijk ingetekend zijn in een jachtplan. Heb je nog geen contact met jagers uit de buurt, laat hen dan weten dat je openstaat voor een samenwerking. Het is ook aan te raden om melding te doen van wildschade via www.wildinzicht.be. Deze cijfers worden gebruikt voor het al dan niet motiveren van drukjachten in een bepaald gebied. Door de handen in elkaar te slaan kunnen landbouwers en jagers elkaar versterken in het beheren van het platteland. Met wederzijds respect en wat tegemoetkomingen kan je heel wat wildschade vermijden, en daar profiteert iedereen van.